Linksen aller landen, verenigt U!
Het is een dun boekje en het is een heldere analyse. En het kijkt, ongebruikelijk voor Boaventura de Sousa Santos, enkel naar de korte termijn. Het is een ‘conjuncturele analyse van de conjunctuur’, zo zegt hij zelf.
(Door Francine Mestrum, oorspronkelijk verschenen op uitpers.be)
Zijn uitgangspunt: de linkerzijde heeft een probleem. En met ‘linkerzijde’ bedoelt hij alle krachten, theorieën en praktijken die zich al honderdvijftig jaar lang verzetten tegen de uitbreiding van het kapitalisme. Tot nog toe heeft geen enkel land de goede oplossing gevonden, terwijl het alternatief volgens hem moet gezocht worden in mondiale leerprocessen met een oog voor de specifieke omstandigheden van elkeen. De linkerzijde heeft echter te weinig belangstelling voor de politieke realiteit van anderen terwijl zelfs de mondiale processen – en het imperialisme – minder en minder bestudeerd worden.
Een imperialistische interventie
De analyse begint in Brazilië en de institutionele staatsgreep die er plaats greep. De rol van het Atlas netwerk – met zijn 450 think tanks – in deze coup is inmiddels voldoende bekend.
De linkerzijde staat voor een dubbele uitdaging. Enerzijds zijn de democratische processen hun zekerheid verloren door de manier waarop partijen gefinancierd worden en de media een eigen waarheid creëren. Anderzijds hebben die democratische processen, als een gevolg daarvan, wel de zekerheid van de resultaten vergroot. Het is dus een omkering van het hele proces.
De context waarin de linkerzijde het gevecht moet aangaan ligt derhalve erg moeilijk en langzamerhand wordt duidelijk dat een vreedzame buiten-institutionele oplossing moet worden gezocht. Maar daarvoor zouden de interne verschillen en conflicten moeten opgelost raken.
Het interregnum
Na de tweede wereldoorlog was het alternatief in handen van de sociaal-democratie: een democratisch socialisme waarin zo weinig mensen als mogelijk waren uitgesloten maar de marktprincipes overheersten. Het doel was een kapitalistische staat zonder al te veel contradicties.
Met de neoliberale mondialisering werd de democratie echter uitgehold en glijden we langzaam af naar een ‘sociaal fascisme’. De problemen van Brazilië, maar ook die van Griekenland, India of het V.K., Spanje, Italië, Polen, de Filippijnen, Turkije, Mexico en nog zoveel andere landen, getuigen van het interregnum waarin we zijn beland.
Twee kenmerken ervan zijn voor de linkerzijde belangrijk:
Een, de liberale democratie heeft zich nooit goed weten te beschermen tegen anti-democratische krachten. Wat vandaag echter opvalt is dat de anti-democraten niet langer een dictatuur willen instellen, maar de democratie willen omvormen tot een willoos en trouw verdediger van hun belangen. Vandaar dat die linkerzijde in eerste instantie de democratie moet verdedigen, want dat is de enige ruimte waarin ze de strijd kan aangaan.
Twee, de aanvallen op het inkomen en de organisaties van werknemers, de milieuvernietiging, het racisme en het seksime wijzen op de onoverbrugbare tegenstellingen tussen democratie en kapitalisme. Daarover is de linkerzijde echter verdeeld en om dat te overbruggen kan best een onderscheid tussen korte en lange termijn worden gemaakt.
Populisme van links is voor de auteur de slechtst denkbare oplossing in dit interregnum. De nieuwe partijen die hier en daar ontstaan moeten de democratie democratiseren.
De linkerzijde is vandaag té defensief of ze zit in de loopgraven. Ze zou moeten proberen om van de vele problemen een nieuwe kans te maken om alternatieven te ontwikkelen en vooral om te proberen de interne verschillen te overbruggen. Makkelijk is dat niet, geeft de auteur toe, want een linkse partij voert niet altijd een links beleid. Denk aan Syriza.
Het voorbeeld van Portugal
Toch is het mogelijk, kijk naar Portugal. De samenwerking tussen de sociaal-democratische partij, het ‘blok’ van links en de Communistische partij was er mogelijk omdat de afgesloten akkoorden erg beperkt waren, omdat de partijen hun identiteit bewaarden en enkel de sociaal-democratische partij regeringsverantwoordelijkheid draagt en tenslotte omdat te goeder trouw werd onderhandeld. De doelstelling was duidelijk: de verarming van de Portugezen stoppen en de privatiseringen afremmen. Er moest worden aangetoond dat het neoliberalisme op leugens berust en enkel de verrijking van de elites nastreeft.
Er kunnen enkele voorwaarden geformuleerd worden om dergelijke politieke vernieuwing mogelijk te maken. Akkoorden maken een grotere kans als ze pas ná de verkiezingen worden afgesloten, het leiderschap van de partijen moet in staat zijn om echt te onderhandelen maar mogen nooit hun basis uit het oog verliezen. Er mag ook geen risico bestaan dat één van de partijen uiteindelijk met centrum-rechts gaat regeren. Een gedeelde analyse van de situatie kan uiteraard helpen, hoewel meningsverschillen nooit onder de mat kunnen geveegd worden. Er moeten geen overdreven verwachtingen gecreëerd worden. Het is van groot belang dat kan aangetoond worden dat radicaal links méér kan dan protesteren, het kan ook verantwoordelijkheid aan.
En elders?
Boaventura vertrekt van daaruit naar een analyse van een mogelijke linkse samenwerking in Brazilië, Colombia, Mexico en Spanje.
De situatie is telkens anders. Nergens is samenwerking vanzelfsprekend. In Brazilië zou het theoretisch mogelijk zijn in een post-Lula tijdperk, maar de kans dat er eerst een lange oppositieperiode moet over gaan is reëel.
In Colombia is een vredesproces opgestart zonder dat de sociale redenen voor de gewapende rebellie zijn weg gewerkt. Voor hete kapitalisme ligt de weg naar de voorheen bezette gronden nu wel vrij. Verder blijft het imperialisme een grote rol spelen en wordt gedreigd met een ‘castro-chavismo’ mocht de linkerzijde er de komende verkiezingen winnen. Zonder samenwerking kan links geenszins aan de macht komen.
In Mexico is de allereerste vraag of er wel een linkse partij bestaat? Lopez Obrador, die de peilingen leidt, sloot een alliantie met een rechtse, evangelistische partij. Een links beleid, mocht hij al winnen, ligt dus zeker niet voor de hand. De inheemsen hebben ook hun kandidaat, hoewel die waarschijnlijk niet aan de verkiezingen kan deelnemen en die hoe dan ook bijzonder veel kritiek krijgt wegens overgave aan het ‘electoralisme’. Zonder samenwerking dus ook hier geen machtsoverdracht.
Spanje is wellicht nog het moeilijkst, gelet op de institutionele crisis. De kans dat Podemos, dat een gematigd standpunt inneemt in de Catalaanse crisis, hiervoor een hoge electorale prijs betaalt is zeer reëel. Denken aan linkse samenwerking is momenteel gewoon niet mogelijk.
Besluit
Erg optimistisch is het plaatje dus niet. Op korte termijn is er nauwelijks hoop. Toch is er geen andere weg: er is een revolutie nodig in de democratie en democratie in de revolutie. Dit is alles behalve evident in een context van sociaal fascisme
Tot slot wijst de auteur nog op twee problemen:
De strijd begint bij de liberale democratie, maar mag er niet bij eindigen. De linkerzijde moet ook aan de lange termijn denken, in tegenstelling tot het kapitalisme en de rechtse krachten.
De democratie is essentieel om het fascisme te stoppen en de strijd zal ook mondiaal moeten gevoerd worden. Socialisme als eindeloze democratie zou de slogan van een nieuwe internationale linkerzijde moeten worden. Een organisatie met een correcte politieke lijn moet dat niet worden, wel een forum waarin diverse krachten elkaar leren kennen, van elkaar leren en precieze analyses maken van wat mogelijk is en wat niet. Het is de enige weg, volgens de auteur, om van links opnieuw een dominante politieke kracht te maken.
Zoals gezegd, het is een dun en zeer leesbaar boekje, met een heldere analyse van een socioloog die niet toegeeft aan de waan van de dag.
Boitempo
2018