Ga naar de inhoud

Libertaire Wortels Van De Politieke Ecologie

atrick Chastenet, oud-hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Bordeaux, heeft zich vele jaren beziggehouden met de ‘politieke ecologie’. In zijn onlangs verschenen boek over dat onderwerp is hij op zoek gegaan naar de libertaire wortels van dit verschijnsel. Hij heeft vijf representatieve auteurs bestudeerd, te weten Jacques Ellul, Bernard Charbonneau, Ivan Illich, Élisée Reclus en Murray Bookchin.

6 min leestijd

De eerste drie zijn te beschouwen als mensen die tegen het anarchisme aanzitten – en menig kenmerk volledig onderschrijven. De eerste twee zijn Fransen, in Nederland vermoedelijk minder bekend. De laatste twee (Reclus en Bookchin) hebben het anarchisme omarmd – waarbij Bookchin dat de laatste jaren van zijn leven heeft verlaten. De zoektocht door hun teksten heeft bij Patrick Chastenet het boek opgeleverd onder de titel De libertaire wortels van de politieke ecologie. Hieronder een bespreking ervan. [ThH]

Opzet van het boek

Het boek kent vijf hoofdstukken die ieder gewijd zijn aan een van de hierboven genoemde vijf hoofdfiguren. De hoofdstukken zijn vooral van biografische aard en gericht op het leveren van informatie over hun libertaire en ecologische gedachten en de politieke (is niet partijpolitieke) implicaties ervan. Opdat ik niet een aantal biografische beschrijvingen en gedachtewereld van de hoofdfiguren behoef te herhalen, verschaf ik hier enkele online-verwijzingen, te vinden op de site ‘Libertaire orde’. Voor Jacques Ellul, zie Online; Bernard Charbonneau, zie Online; Ivan Illich, zie Online; Élisée Reclus, zie nline; Murray Bookchin, zie Online. Bookchin is de enige die ik zelf persoonlijk heb ontmoet; in 1981 verzorgde hij nog een gastcollege in het kader van het keuzevak ‘Anarchisme en staatsideologie’, dat ik verzorgde in de Juridische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam (zie Online).

Aan de vijf hoofdstukken gaat vooraf een hoofdstuk over (libertaire) ‘wortels’. Want er moet klaarheid zijn over die wortels. In verschillende biografieën komt men namelijk ook wortels tegen die kunnen liggen in het protestantisme of het rooms-katholicisme… Na die hoofdstukken volgt een poging het ‘politieke’ in kaart te brengen. Dat is ingewikkelder dan men verwacht. Want hoewel de vijf auteurs ogenschijnlijk allen in dezelfde lijn werken, zijn er toch onderlinge verschillen te onderkennen. Eén ding lijkt mij zeker, en dat maakt de onderlinge band toch sterk: allen delen, zoals Chastenet opmerkt, ‘dezelfde liefde voor de vrijheid en de natuur’.

Libertaire wortels

Ten behoeve van de discussie over ecologie is het goed om te achterhalen waarover (tussen de vijf geselecteerde auteurs) overeenstemming heerst. Dit betekent niet het zoeken naar een sluitende definitie. Waar het omgaat is een terrein af te bakenen, waarop wij ons zullen bevinden. Chastenet concentreerde zich daarvoor op wat de vijf denkers gemeenschappelijk hebben: de ecologische kwestie is niet terug te brengen tot enkel ‘milieubescherming’. Evenmin willen zij die kwestie scheiden van een radicale kritiek op het techno-industriële kapitalisme en erkennen zij dat realisering van hun inzichten tot een ermee gepaard gaande verandering van maatschappij zal noodzaken. Ieder op zijn manier wijst erop, dat je niet kan pretenderen de natuur te beschermen en tegelijk de economie die haar vernietigt onveranderd laten.

Chastenet besteedt ook aandacht aan zijn keuze voor de term libertair in geval van ‘libertaire wortels’. Libertair is onlosmakelijk verbonden met ‘anarchistisch’. Waarom dan toch ‘libertair’? De auteur heeft drie redenen. In de eerste plaats is er de negatieve beeldvorming: anarchisme, indien al niet meer met ‘bommen gooien’ geassocieerd, dan toch krijg je de kwestie van de ‘black bloc’ voor de voeten geworpen. Met ‘libertair’ wordt dat vermeden. Ten tweede is de woordbetekenis van libertair ruimer dan dat van anarchistisch. En ten derde, het meest belangrijke, voor alle vijf de auteurs geldt de vrijheid als het zwaarst in hun leven en werk. De dorst naar vrijheid is voor sommigen zo sterk dat ze geen enkele vlag erkennen die hun gedachten zou kunnen dekken – en de zwarte vlag blijft een vlag!

Chastenet geeft aan dat de ecologie, wat een aantal punten aangaat, veel op het anarchisme lijkt, maar er zijn ook die van elkaar afwijken. Dat is niet vreemd als het om verschillende gezichtspunten en verschillende motivaties gaat. Daarom kan je beter kijken naar waar er sprake is van een samenvallen van punten. Zo blijkt de kritiek op de staat en de techno-bureaucratie dezelfde, is er de voorkeur van beide voor  directe democratie in samenhang met de verdediging van de lokale of regionale basisorganisatie, dit in afwijking van het jakobijnse centralisme. Bij een nadere uitwerking blijkt er de behoefte van beide om de natiestaat in een confederaal kader te plaatsen en concepten als zelfbestuur en autonomie in de sfeer van de economie en de politiek te verdedigen.

Hier zijn we dus op een punt gekomen waar het idee van de ‘libertaire wortels’ het idee van de ‘politieke ecologie’ benadert. Daarop komt Chastenet terug in vergelijkingen tussen de vijf auteurs.

Politieke ecologie

In Frankrijk, zo legt Chastenet in zijn boek uit, is het al ongeveer twee decennia dat de politieke ecologie zich tracht te onderscheiden van de traditionele politieke partijen. De kern zit in een fundamenteel verschillende ideologische benadering. De politieke ecologie verzet zich tegen het denken in termen van productivisme, van industrialisme, van kapitalistische organisatie van de arbeid. Het wijst af de economische logica van de cult van de ‘vooruitgang’. Het kritiseert het consumentisme, het kraakt termen als ‘groene groei’ of ‘duurzame ontwikkeling’. Het zijn allemaal lege termen die de publieke opinie moeten vormen, dat er sprake is van continuïteit (in productie/consumptie) en niet van een noodzakelijke breuk.

Het zijn deze visies die Chastenet hanteert om tot een vergelijkend overzicht op punten van overeenstemming te komen bij de vijf door hem bestudeerde auteurs. Want men moet niet vergeten, zoals reeds opgemerkt, dat men belangrijke deel-verschillen bij hen tegenkomt wat religie, technologie, economie en demografie aangaat. Evenwel allen wijzen de partijpolitieke politiek, dus de parlementaire route, af. Zij propageren ten behoeve van de noodzakelijke maatschappijverandering, maatschappijen van een menselijke maat, een gedecentraliseerd systeem, zelfbeheer (administratie) en zelfbestuur (algemene vergadering). In plaats van revolutie als een ‘Grand Soir’, staan zij voor – hier en nu beginnen –: de opbouw van parallelle organisaties van kleine zelfbesturende groepen, georganiseerd op basis van affiniteit (in de maatschappelijke werkelijkheid zie je al veel van dit soort initiatieven verwezenlijkt worden). Dit zijn verschijnselen die met de politieke ecologie worden verbonden.

Toch blijf ik met iets zitten, wat ik niet de auteur wil verwijten, maar nochtans wil inbrengen. Er ontbreekt een auteur als sleutelfiguur. Ik denk aan de Amerikaanse anarchist (maar die man is veel meer, zoals dichter, socioloog, Gestalttherapeut, maatschappijcriticus) Paul Goodman (1911-1972). Probleem is dan wel: wat doe je met Ivan Illich, want – ook door Illich zelf erkend – Paul Goodman ging hem voor. En bovendien, discussieerde Goodman niet over sommige standpuntpunten van Ellul (zie Online)? Kenmerkend voor Paul Goodman is zijn pragmatische insteek in gedachte- en inzichtontwikkeling – en ook hier is te onderzoeken het al dan niet bestaan van ‘libertaire wortels’ (zie Online en Online).

Maar ach, wat zou dat allemaal. Is het al niet opmerkelijk genoeg dat een ander, te weten Murray Bookchin, zijn ‘libertair municipalisme’ nog als anarchist ontwikkelde. Tot hij dat vaarwel zei om vervolgens aan zijn ‘communalisme’ te werken. De libertaire wortels gingen echt niet verloren. Wat maakt het ook uit als je aan de ene kant betekenis wil verlenen aan het verschijnsel mens in zijn menselijkheid en tegelijk de strijd aangaat tegen de destructie die ons door schurken zonder grenzen (zie Online) wordt opgedrongen.

Thom Holterman

Chastenet, Patrick, Les racines libertaires de l’écologie politique, L’échappée, Paris, 2023, 238 blz., prijs 20 euro.