Ga naar de inhoud

Is de ecologische beweging romantisch?

In 2013 publiceerde Socialisme 21 het boek ‘Herbetovering van de wereld. Romantische wortels van linkse denkers’ van de Franse socioloog Michael Löwy, waarin de auteur de subversieve en emancipatorische kracht van een aantal invloedrijke moderne denkers belicht. Nu antwoordt hij samen met zijn vriend en medestander Robert Sayre op bovengenoemde vraag van het Franse maandblad ‘La Décroissance’.

6 min leestijd

(La Décroissance, nr 144, november 2017. Vertaling: Johny Lenaerts)

La Décroissance: De romantiek is veel meer dan een literaire school: het is ook een wereldvisie die haaks staat op de kapitalistische beschaving. Kritiek van de industralisering, van de urbanisering, van de vernietiging van het natuurlijk milieu door de ontwikkeling van de productiekrachten, van de ontbinding van de menselijke gemeenschappen, revolte tegen de mythe van de vooruitgang…. Situeren de ideeën van de ‘ontmanteling van de groei’ (décroissance) zich niet in het verlengde van de romantiek? Zou het verzet van de romantici tegen de modernisering ons momenteel kunnen inspireren? Hebben we nood aan een romantische heropleving, terwijl alle tendensen waartegen zij zich keerde (onttovering van de wereld, hyperrationalisering, overheersing van de markt en van machines…) zich sedertdien enkel maar verscherpt hebben?

Robert Sayre en Michael Löwy: Op die vraag antwoorden wij volmondig met ja, op voorwaarde dat men de romantiek opvat in een brede, en tegelijk ook sterke betekenis. Er bestaat dikwijls een ‘zielsverwantschap’ tussen een gedeelte van de stroming van de ‘ontmanteling van de groei’ (décroissance), of het veel bredere ecologisch engagement, en anderzijds datgene wat wij de romantische visie noemen. M.a.w., indien er ongetwijfed ecologische denkers en perspectieven bestaan die niet romanisch zijn – bijvoorbeeld diegenen die zich vooral op de wetenschappelijke analyse baseren -, en indien er zeer zeker romantische sensibiliteiten bestaan die niet of erg weinig milieukwesties aansnijden, dan bestaat er niettemin een uitgesproken aantrekkingskracht tussen deze twee culturele stromingen. We denken ook dat de reflectie over de ‘ontmanteling van de groei’ (décroissance) veel zou kunnen winnen door méér uit het denken en de historische traditie van de romantiek te ontlenen.

De romantiek waar wij het hier over hebben, hebben we proberen uit te werken in ons boek ‘Révolte et mélancolie: le romantisme à contre-courant de la modernité’. In dit boek vatten we de romantiek op als een sociaal en cultureel fenomeen dat de traditionele definities overstijgt; het gaat om een protest of revolte die tot uitdrukking komt in de grote diversiteit van culturele en intellectuele vormen tegen de levensomstandigheden in de kapitalistische ‘moderniteit’. De bijzonderheid van het romantisch protest tegen het kapitalisme schuilt in het feit dat ze plaatsvindt in naam van waarden van een prekapitalistisch, premodern verleden. Verre van louter naar het verleden gericht te zijn, maakt ze daarentegen enkel een ‘omweg’ langs het verleden waarbij men zich een mogelijke toekomst voorstelt die radicaal anders zou zijn dan de huidige situatie – een situatie die beheerst wordt door de ruilwaarde en alles wat daaruit voortvloeit.

De band tussen de romantiek die in dergelijke termen opgevat wordt en de radicale ecologische kritiek lijkt duidelijk te zijn. In de kern van de logica van het moderne kapitalisme schuilt de zucht naar een zo groot mogelijke winst door elkaar beconcurrerende individuen of groepen, door de uitbuiting van de natuurlijke hulpbronnen die geïnstrumentaliseerd worden in de producie van verhandelbare consumptiegoederen. Dit proces leidt tot een onophoudelijke economische ‘groei’, die in principe onbegrensd is, en die terzelfder tijd het milieu van de planeet – die niét onbegrensd is – uitput en vernietigt. In de mate waarin premoderne, prekapitalistische maatschappijen niet in deze beweging meegesleurd werden, en waarin ze een meer stabiele en een meer harmonieuze relatie met hun natuurlijke omgeving onderhielden, kunnen ze een romantische nostalgie op het ecologisch vlak oproepen.

Vanaf de eerste romantische bewegingen op het einde van de 18de eeuw en bij het begin van de 19de eeuw bleken vele auteurs en kunstenaars erg gevoelig voor de rijkdom en de schoonheid van de natuurlijke wereld en waren ze zich ervan bewust dat deze wereld meer ontwikkeld was dan vroeger, terwijl ze in de moderniteit bedreigd wordt. Er bestond een ‘groene’ romantische stroming die vooral in de angelsaksische landen ontwikkeld was, en de hedendaagse ‘ecokritiek’ heeft zijn wortels in Wordsworth en Coleridge, in Thoreau en Emerson, om maar enkele van de meest bekende namen te noemen. Tegen het einde van de 19de eeuw betoonde de Engelse kunstenaar en schrijver William Morris, die een ‘ideaaltype’ van de antikapitalistische romantiek vertegenwoordigt, een scherp gevoel voor de fatale verminkingen die het industrieel kapitalisme aan het Engelse landschap aanbracht. Zijn beroemd utopisch verhaal, ‘News From Nowhere’ (1890), beschrijft een anarchocommunistische maatschappij van de toekomst, die in verschillende opzichten gelijkt op het middeleeuwse Engeland en waarin zowel op het platteland als in de stad (opnieuw) bloementuinen worden aangelegd. In ‘La Société écologique et ses ennemis’ (La Découverte, 2017) schrijft Serge Audier een belangrijke plaats toe aan Morris en aan de anglo-amerikaanse traditie, maar hij benadrukt eveneens het belang van een proto-ecologische stroming in het Franse romantisch socialisme (George Sand, Fourier…).

We vinden ook sterke romantische echo’s in hedendaagse of recente verzetsbewegingen tegen de globalisering, tegen het neoliberalisme en hun nefaste, zelfs rampzalige gevolgen voor het ecosysteem en het klimaat. Op het vlak van de theoretische reflectie zien de radicale ecologisten – ‘deep ecology’, ecosocialisme, enz. – de wortel van het kwaad in de industriële en kapitalistische moderniteit, en een heersende stroming zowel in de geschriften als in de gevoerde acties verbindt het ‘indigenisme’ – de filosofieën, praktijken en strijdbewegingen van de zogenaamde ‘primitieve’ volkeren – met de ecologische beweging. Daarin ligt een cruciale – en in de beste betekenis van het woord, een ‘romantische’ – toenadering die dient ontwikkeld te worden. De hedendaagse ecologie kan uiteraard niet opteren voor een terugkeer naar het prekapitalistisch verleden – hetgeen overigens onmogelijk is – maar kan, en moet, er zich aan inspireren.

—————

Michael Löwy, ‘Herbetovering van de wereld, Romantische wortels van linkse denkers’ kan besteld worden via www.socialisme21.be. Of, voor Nederlandse lezers makkelijker, bij Grenzeloos.