Ga naar de inhoud

Het financiële stelsel

De rust in de economie is nog steeds niet terug en de discussies over de rol van de financiële instellingen en eventueel te nemen maatregelen loopt nog steeds. Voor de mensen die dat volgen, heb ik hier wat aardig leesvoer. Het weblog van Harvard Business Review heeft namelijk wat mensen hun licht laten schijnen op de materie afgelopen zomer. En dat leverde aardig wat voer op voor de gaande discussie.
Ik haal er een paar uit als smaakmakers.

4 min leestijd
Placeholder image

 

(Dit overzicht verscheen oorspronkelijk op weblog sargasso.nl (zie ook de discussie/aanvullingen onder het artikel aldaar))

Een van de stevige stukken contra de huidige staat van de financiële “dienstverlening” stelt vrij hard dat het eigenlijk geen gezonde economische activiteit is. Een gezonde economische activiteit streeft namelijk naar het vergroten van de efficiëntie. De financiële markt streeft, volgens deze auteur, echter naar het exploiteren van inefficiëntie. En dat is schadelijk voor het publieke belang van de laatste 20 jaar.

Een andere auteur probeert hele eenvoudige basisregels op te zetten voor wat een gezonde financiële sector zou moeten doen:
1. Financial innovation should have the potential to help create lasting economic value for those who use it: financial institutions, non-financial companies, and investors.
2. Financial innovation should be conducive to sustaining and enhancing economic dynamism.

Dit klinkt fraai, maar het gaat nauwelijks in op de lange termijn effecten (cq afrekening) van het volgen van deze regels.

Weer een ander vindt dat je juist geen regels vooraf moet hebben. Dat zou de innovatie alleen maar remmen. Wel kriteria voor beoordeling of iets een “goede” activiteit is:
1) Is the innovation being used to arbitrage around regulations?
2) Does the innovation add significantly to the complexity of unwinding or adjusting the claims on the underlying assets?
3) Is the innovation being used to hide or disguise the amount of actual or effective debt of the issuer, such as by getting the debt off the books, or taking advantage of accounting rules which might not classify the new instrument as a debt obligation?
En bij een ja op een van de vragen moet je er dus niet aan beginnen. Waarmee (gevoelsmatig) de meerderheid van de huidige financiële producten dus naar de prullenmand kan.

Deze auteur vindt het gewoon een grote mislukking:
Financial services simply help match liquidity differences and bridge the supply and demand of capital. The innovations we have had have not done such a great job: while we expanded credit overall, the choice of whom to expand it to has been a real failure, judged by the inability of ultimate borrowers to pay back, the subsequent near collapse of the financial sector and the recession that ensued. Yet innovations in the last decade managed to increase the share of financial service firms of the total profit of all firms to close to 30%, and their share in GDP to close to 10% in countries like the US and UK that led the innovation charge. This is not a success; it is a spectacular societal failure, and so is the attraction of talent and attention to a sector whose efficient running should make it a smaller, not an ever-increasing part of GDP. Ask yourself: is society better off with millisecond trading? How can this improve societal allocation of resources?

Wat me brengt bij een auteur die zich afvraagt of banken überhaupt nog bestaansrecht hebben. Als voorbeeld wijst hij naar ontwikkelingslanden (met veel “unbanked” en “underbanked” mensen) waar de economie sterk aan het groeien is zonder de hulp van die banken.

En dan nog een auteur die zegt dat juist de beschikbaarheid van kapitaal alleen maar meer zeepbellen in de hand werkt. En dat dus het injecteren van geld in een haperende economie een recept is voor een volgende crisis. Geld creëert zijn eigen markt. Voor een gezonde economie moet je dus de geldkraan dicht draaien.

Als toetje nog even een verwijzing naar een artikel dat vlak voor de reeks verscheen over het veel geprezen aandeelhoudersmodel. Bedrijven (en zeker banken) zouden zoveel mogelijk naar de pijpen van die aandeelhouders moeten dansen. Niet dus, het lange termijn resultaat van die bedrijven zal er sterk onder lijden. Niet dat iemand zich daar iets van aan zal trekken.

Genoeg voer in deze reeks dus voor de komende regenachtige dagen.

En als u dat allemaal verwerkt heeft, dan heb ik hier nog een Nederlands onderzoeksrapport naar de bankensector. Een fragment uit de conclusies:
De vraag is of er in de sector zelf een diepgeworteld probleembesef is. De respondenten binnen de sector geven nog al eens aan dat de banken feitelijk weinig fouten hebben gemaakt en een kleine rol hebben in het veroorzaken van de crisis. Dit beeld wordt niet gedeeld door de omgeving, waar met een redelijk unanieme vinger in de richting van de sector wordt gewezen. De boosheid en het wantrouwen van de omgeving (overheid, politiek, consument) moet niet onderschat worden.
De afgelopen 20 jaar is binnen de sector een nieuw normbesef ontstaan, een cultuuromslag zal opnieuw veel tijd vergen. De kern van de transitieopgave voor de sector is, van ‘voldoe ik aan de regels?’ naar ‘zou ik het aan mijn moeder verkopen?’

——————–

(zie het oorspronkelijke artikel op sargasso.nl voor aanvullingen en reacties)