Fort Europa in de film
De komst van vluchtelingen naar Europa is de afgelopen decennia steeds vaker een onderwerp in de politiek en de media, op de werkvloer en aan de borreltafel, en tegenwoordig ook in de cinema. Een groeiend aantal mainstreamfilms gaat over vragen als: hoe komen vluchtelingen hier? Wat moeten ze doorstaan? Welke hobbels hebben ze te nemen? En wie helpt hen daarbij?
(Eerder verschenen bij Doorbraak)
Een van de oudere vluchtelingenfilms is “In this world” (Groot-Brittannië, 2002) van regisseur Michael Winterbottom. De kijker wordt meegenomen op de reis van de Afghaanse tiener Jamal en de iets oudere Ena van hun vluchtelingenkamp in Pakistan naar Londen. Familieleden brengen geld bijeen voor de reis en brengen de jongens met hun eerste smokkelaar in contact.
Daarna gaan ze van de ene smokkelaar naar de volgende. Men reist als het ware samen met hen van Pakistan, via Iran en Turkije, door Europa naar Calais in Frankrijk voor de laatste hobbel: het oversteken van het Kanaal. Onderweg moeten ze soms werken om de smokkelaars te kunnen betalen. Zij kruisen de wegen van andere vluchtelingen, en worden hun tijdelijke reisgenoten. Soms worden ze gastvrij ontvangen maar de risico’s zijn groot. Ze spreken de verschillende talen niet en oplichting, ontdekking en de dood liggen op de loer.
Om “In this world” zo realistisch mogelijk te houden, legden de filmmakers de tocht ook daadwerkelijk helemaal van a tot z af, met alle problemen die daarbij kwamen kijken, zoals het filmen op locatie, het moeizaam verkrijgen van vergunningen, visa en reisdocumenten voor de filmcrew en de twee hoofdrolspelers. Voor de film zijn geen acteurs maar gewone Afghaanse jongens gevraagd. Er waren ook geen voorgeschreven dialogen en de grappen die tijdens de film verteld worden komen dan ook van Jamal zelf. Hij verzon ook de titel van de film.
Zwemmen
In “Welcome” (Frankrijk, 2009) van regisseur Filip Lioret volgen we het verhaal van Bilal, een Iraaks-Koerdische tiener, en de Fransman Simon, een ongelukkige zwemleraar die in scheiding ligt. Ook voor Bilal is Londen de gedroomde eindbestemming. Zijn laatste horde is de oversteek van Frankrijk naar Engeland. Simons omgang met Bilal bezorgt hem de aandacht van de autoriteiten die hem waarschuwen dat het verboden is om illegalen aan onderdak te helpen, laat staan ze te smokkelen. De wat schuchtere Simon raakt onder de indruk van Bilal, die er alles voor over heeft om bij zijn vriendin te kunnen zijn. Die is namelijk recent met haar familie in Engeland gaan wonen. Het is een liefde die Simon zelf kwijt is geraakt, en waar hij misschien onvoldoende voor heeft gevochten, zo lijkt hij zich te realiseren.
In “Welcome” kijkt de bioscoopbezoeker behalve vanuit het perspectief van de vluchteling, ook door de ogen van Europeanen. Er is veel tegenwerking door autoriteiten, maar ook hulp van ondersteuningsorganisaties en individuen als Simon, die toevallig het pad van de vluchtelingen kruisen.
Uitzetbajes
In “Illégal” (België, 2010) van Olivier Masse-Depasse worden we geconfronteerd met een sterke vrouw die op een stille, zwijgende manier vecht voor haar bestaan. De Russische Zina leidt in België een voor de buitenwereld schijnbaar normaal leven met haar tienerzoon. Ze leeft echter in de constante wetenschap dat ze illegaal is. Ze verbiedt haar zoon in het openbaar Russisch te spreken, is voor huisvesting en valse papieren afhankelijk van een maffia-achtige figuur. In een pijnlijke scene wordt duidelijk hoe ver ze wil gaan om maar uit handen van de autoriteiten te blijven. Als ze toch opgepakt en opgesloten wordt in een detentiecentrum voor vluchtelingen probeert ze uit alle macht haar ware identiteit verborgen te houden. Zonder vast te stellen identiteit verwacht ze binnen een aantal maanden wel geklinkerd te worden: op straat gegooid omdat ze niet uitgezet kan worden. Dat in tegenstelling tot medegevangene Aisha die zich in woord en gebaar hevig verzet en daar zwaar voor moet boeten.
De vele close ups, donkere kleuren en schaduwen zijn benauwend en doen de kijker meevoelen met Zina. De film volgt nauwgezet de werkelijke behandeling van illegale vluchtelingen. Naast het brute geweld zijn ook de psychologische trucs, die de kille gezagsdragers bij uitzetting opvoeren om vluchtelingen tot “medewerking” te dwingen, ronduit schokkend. Toch wordt geen louter eendimensionaal beeld neergezet: ook bij bewakers in het detentiecentrum kan het geweten knagen.
Verzet
Ook in “Le Havre” (Frankrijk, 2011) van Aki Kaurismäki strandt een tiener in Frankrijk die naar Londen door wil reizen. De Afrikaan Idrissa wordt onder de hoede genomen door Marcel, een schoenpoetser op leeftijd en de feitelijke hoofdpersoon van deze film. Hij is arm maar optimistisch en heeft een vanzelfsprekende afkeer van autoriteiten. Hij staat daarin niet alleen: medemenselijkheid staat in zijn buurtje boven de wet.
Met “Le Havre” komt de kijker verrassend in een filmische jaren 50-sfeer terecht, maar met de problematiek van nu. De aankleding, de stille shots en het af en toe trage tempo dragen bij aan de aparte sfeer. Het leven in de arme buurt wordt getekend in warme kleuren, met solidariteit en hele droge humor. Het helpen van Idrissa wordt een collectieve vanzelfsprekendheid, een daad van verzet, dwars tegen het verraad van een buurman en de dreigende aanwezigheid van een rechercheur in.
Middellandse Zee
In “Terraferma” (Italië, 2011) van Emanuele Crialese staat wederom het perspectief van de Europeaan centraal. De tiener Filippo woont op Lampedusa, een Italiaans eilandje in de Middellandse Zee en het eerste stukje Europa tussen Libië en Italië. Op een dag vist hij met zijn opa een aantal vluchtelingen op. Dat is tegen de regels, maar voor de vissers geldt maar één wet, de wet van de zee: je laat niemand in nood achter. Ze verbergen een jonge zwangere Afrikaanse vrouw met haar zoon. Een rol die vervuld wordt door een vrouw die zelf na zo’n afschuwelijke bootreis in Italië aan land kwam.
De komst van de vluchtelingen lijkt het leven van Filippo op z’n kop te zetten, maar de oude vertrouwde levenswijze op Lampedusa vertoonde al langer scheuren. Met de visserij is geen droog brood meer te verdienen, toerisme is de toekomst en dat is niet gebaat bij aanspoelende vluchtelingen. Filippo’s moeder wil een nieuw leven beginnen, ver weg van het eiland. Oude waarden van collectiviteit en solidariteit worden ingeruild voor individualisme en het verbreden van de horizon. De buitenwereld doet zijn intrede: met de komst van de vluchtelingen en harde wetten. Voor Filippo is het een verwarrende periode en hij moet keuzen maken. Uiteindelijk transformeert hij van een naïeve tiener in een jonge man die weet voor welke principes hij staat.
De vijf regisseurs kiezen nadrukkelijk voor een cinema die regelrecht ingaat tegen de gangbare rechtse beeldvorming over “de horden” vluchtelingen die ‘ons’ Europa zouden bedreigen. Hun films zijn een ode aan een humaniteit die boven de wet staat. Burgerlijke ongehoorzaamheid en verzet tegen de repressie tegen vluchtelingen zijn daarom meer dan gerechtvaardigd.
Ellen de Waard