Ga naar de inhoud

Een Gemeenschappelijke Luxe: De Commune.

Strijd Als Een Manier Van Leven. De Amerikaanse oud-hoogleraar Vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit van New York, Kristin Ross (1953) is vooral bekend door haar onderzoek in de Franse literatuur en cultuur van de twee laatste eeuwen. In dat geval is zij geïnteresseerd geraakt in de verwikkelingen met betrekking tot de Parijse Commune (1871).

7 min leestijd

De bespreking van de oorspronkelijke Engelstalige versie van haar boek uit 2015 leert mij, dat Kristin Ross dit boek over de Commune van Parijs begint met een gedurfde bewering: ‘De wereld van de Communards is in feite veel dichter bij ons dan de wereld van onze ouders’. Ze presenteert ons een Commune die ‘los’ is van de ‘geslachten en narratieve structuren’ waaraan ze in het verleden gebonden was, vooral door de ‘officiële communistische historiografie’, aldus Jasper Bernes (zie Online).

Haar boek is onlangs in een Franse vertaling verschenen, getiteld LA FORME-COMMUNE, La lutte comme manière d’habiter. Ernest London heeft op de site Bibliothèque Fahrenheit 451 een uitgebreide bespreking daarvan gepubliceerd, die ik vertaalde. Zie hieronder. [ThH]

Zodra de staat zich terugtrekt, bloeit wat Kristin Ross noemt de ‘forme-commune’: ‘mensen die anders leven en die hun eigen situatie veranderen door te werken in de omstandigheden van het heden’. Dat was zoals ze het in 1789 in Parijs deden, in dat geval met de zestig districten als gevolg van de volksbewegingen. In 1871 voor  twee maanden en in Nantes in 1968 voor een paar dagen was het niet anders, evenals in de ZAD van Notre-Dame des Landes en met de bezetting van pijpleidingen in Noord-Amerika. ‘De ruimte-tijd van de vorm-Commune is verankerd in de kunst en organisatie van het dagelijks leven en in een collectieve en individuele zorg voor de bestaansmiddelen. Het veronderstelt dus een bij uitstek pragmatische ingreep in het hier en nu en een commitment om te werken met de ingrediënten van het huidige moment.’

Kristin Ross vertelt over de enigszins vergeten gebeurtenissen die in mei en juni 1968 in Nantes plaatsvonden: ‘De oprichting van een soort parallel bestuur om anders en heel concreet in de basisbehoeften van de stad te voorzien’ als reactie op de ineenstorting van de openbare diensten tijdens de algemene staking. Een ‘Centraal Stakingscomité’, een soort volksregering, werd geïnstalleerd op het stadhuis en hielp bij het coördineren van bevoorrading en andere operaties.Elders namen de leden van de ‘Black Panther Party for Self-Defense’ in de straten van Detroit, Oakland en andere grote Amerikaanse steden het beheer van zwarte buurten over door gemeenschapsstructuren op te zetten. ‘De revolutie was geworteld in het dagelijks leven.’

Het zijn niet de arbeiders van de Franse horlogefabriek Lip in staking in de jaren 1970, die vandaag een strijdmodel belichamen, maar de boeren van Larzac (in Frans departement Aveyron), die een boerenactiviteit verdedigen gebaseerd op ‘subsistance’, geanalyseerd door de twee sociologen en feministes Maria Mies en Veronica Bennholdt -Thomsen. Kristin Ross is van mening dat ‘het agrarische leven de basis is van elke alternatieve economie, van elke alternatieve samenleving’ en dat de boeren ‘de mogelijkheid van een nieuwe politieke toekomst’ vertegenwoordigen. Het bestaan ​​van de ZAD van Notre-Dame-des-Landes maakte deze zoektocht naar de wortels zichtbaar en leidde ook tot een figuur als de boerenzoon Bernard Lambert (1931-1984). Die speelde een hoofdrol in de boerenverzetsbeweging ‘Nieuwe linkse boeren’.

Ze blikt terug op deze strijd die tegelijk begon met die tegen de luchthaven van Narita, aan de rand van Tokio, eind jaren zestig (waarvoor uiteindelijk maar één landingsbaan werd aangelegd en die een logistieke mislukking vormt); in het verlengde daarvan wijst zij op de strijd tegen de luchthaven Mirabel, nabij Montreal (afgebroken in 2014 wegens onrendabelheid). Voor haar is ‘de echte oorlog van het kapitaal die tegen het levensonderhoud’, tegen de boeren over de hele wereld. ‘Het levensonderhoud is gericht op de intrinsieke waarde en het belang van kleine producenten, ambachtslieden en boeren. Het leidt tot de geleidelijke vorming van een structuur van geleefde solidariteit en een sociaal leven dat gebaseerd is op uitwisseling van diensten, informele coöperaties, samenwerking en associatie.’

Vervolgens identificeert de auteure een aantal ‘niet-accumulerende praktijken […] gebaseerd op intimiteit met het land en geassocieerd met levensonderhoud en de figuur van de boer’:

om terrein te winnen in de strijd tegen de omheining (enclosure), moet je terrein winnen, ergens je voet zetten en dit ergens verdedigen. Dat kan zijn een rotonde (Gele hesjes) of een te verdedigen gebied (ZAD), een ruimte die een waarde krijgt volgens een maat die niet die van de markt is. Dit is wat Eugène Potier en andere kunstenaars en ambachtslieden in april 1871 ‘gemeenschappelijke luxe’ noemden: men vraagt ​​niet om zijn eerlijke deel binnen het kader van het bestaande delen van de taart, maar om zijn deel van het beste. ‘Het verdedigen van het grondgebied in een langdurige oorlog komt neer op het verdedigen van het collectieve levensproject dat daar tijdens de verdediging vorm kreeg. We maken onze gemeenschap door haar te verdedigen.’

Toe-eigening is het hoogtepunt van een proces van onthechting, van herovering van de ‘volheid van het dagelijks leven’, getheoretiseerd door de socioloog en filosoof Henri Lefebvre (1901-1991) vanuit de figuur van de ‘totale mens’ van Marx. ‘Vervreemding voor Lefebvre verhindert ons de manieren te zien waarop we onze waardigheid, ons sociale leven, onze tijd, het gevoel van meesterschap over ons leven, de schoonheid en gezondheid van onze geleefde omgeving en de mogelijkheid om samen te werken om onze toekomst collectief uit te vinden. Door de toe-eigening van ruimte kunnen andere manieren van produceren ontstaan, van alternatieve gebruiken die ontsnappen aan de logica van het bezit. ‘Sociale transformatie komt niet zozeer voort uit een grotere beheersing van ons professionele leven als wel uit de metamorfose van werk of de ontwikkeling van het niet-professionele leven door de ethiek van accumulatie te verwerpen.’

In welke samenstelling gaat zich dit voordoen? ‘Een geweldige zaak als de vorm-Commune berust op de ‘productie’ van ruimte, zoals Lefebvre schrijft: het construeren van ruimtes en plaatsen in de meest letterlijke, pragmatische zin van het woord, en zorgen voor hun dagelijkse werking.’ De kracht van de ZAD-beweging komt voort uit de complementariteit van methoden, haar kracht in een zekere overdaad ‘die erin bestaat iets te creëren dat meer is dan de som van onszelf’.‘Samenstelling is het kenmerk van een enorme investering in de organisatie van het gemeenschappelijke leven zonder de uitsluitingen in naam van ideeën, identiteiten of ideologieën die men zo vaak tegenkomt in radicale kringen […], het is het weven van een nieuw type solidariteit , waarbij de eenheid van ervaring belangrijker is dan het verschil van mening’, op voorwaarde dat er een duidelijk omschreven gemeenschappelijke vijand is en dat de solidariteit alle componenten ten goede komt.

Wat krijg je terug? De kwestie van de centralisatie van grond krijgt vandaag de dag een grote urgentie. Meer dan hun eigendom is het een kwestie van hun toegang, hun medegebruik en hun gezamenlijk onderhoud. Volgens Lefebvre kan ‘de erosie van de eigendomsideologie worden bevorderd door politieke educatie, en vooral nu de cultuur en verspreiding van niet-cumulatieve praktijken […] gemeengoed worden’. ‘Restitutie’ (teruggave) suggereert een symbiotische relatie tussen het land en degenen die het bewerken, een historische relatie.

Concluderend keert Kristin Ross terug naar de beweging van ‘Opstanden van de aarde’, geboren uit de ervaring van de ZAD, die ecologische strijd en bijzondere vormen van boerenstrijd met elkaar verbindt en versterkt. Zo voert men landbezettingen uit met het doel deze terug te geven of te verdedigen, en legt men blokkades bij industrieën die zich bezighouden met verschillende vormen van winning.

Met dit korte en duidelijke essay biedt Kristin Ross een conceptueel en praktisch kader dat helpt om ‘te werken in de omstandigheden van het heden’ door ‘de oude wereld die het beste reageert op de toekomst’ nieuw leven in te blazen.Bijzonder inspirerend!

Ernest London (Vertaling Thom Holterman; de bespreking is integraal in het Frans te lezen op de site Bibliothèque Fahrenheit 451, zie Online.)

Ross, Kristin, LA FORME-COMMUNE, La lutte comme manière d’habiter, La Fabrique Éditions, Paris, 2023, 162 blz., prijs 14 euro [Dit boek verscheen eerder in het Engels onder de titel Communal Luxury: The Political Imaginary of the Paris Commune (2015).]