Ga naar de inhoud

Dwarsliggers in Appelscha

Boek over veenstakers, armoede, dienstweigeraars en sociale verheffing

10 min leestijd

“De wet noodzaakt alzoo uwe zonen om in het leger te dienen; want hun die geld hebben geeft zij de gelegenheid zich vrij te koopen, de wet eischt van u de meeste belastingen, en dat zonder u eenige rechten toe te kennen. Zij berooft u dus van uwe rechten en van uw geld. Een roover vraagt nog: uw beurs òf uw leven, de Nederlandsche Staat eischt: uw beurs òf uw leven, en dat zonder uwe toestemming of goedkeuring”.(1)

In een boekhandel in Leeuwarden viel mijn oog op een prachtig, rijk geïllustreerd boek over Appelscha. Auteur Marianne Kootstra. Titel: Dwarsliggers in Appelscha. (2) Over veenstakers, armoede, dienstweigeraars en sociale verheffing. Met op de omslag tevens nog de aanduiding 100 jaar 5 generaties 40 familieverhalen.

(Domela Nieuwenhuis in Appelscha, ten huize van K. Zwart op zaterdag 30 maart 1889)

In het veen

Voor wie het nog niet wist. Appelscha is een dorp in de provincie Friesland op de grens met Drenthe. Het ligt aan de rand van het Nationaal Park het Drents-Friese Wold, ten zuidoosten van Drachten en maakt deel uit van de gemeente Oosterwolde. We lezen dat Appelscha tot de opkomst van de veenafgravingen een klein boerendorp was met zo’n 150 inwoners. De veenexploitatie begon, nadat de Compagnonsvaart in 1827 was doorgetrokken tot het dorp.

De erop volgende halve eeuw heeft Appelscha sociaal, politiek en economisch getekend met het werken in het veen en de strijd van de arbeid(st)ers voor een beter bestaan. De veenarbeiders werden daarbij gesteund door de charismatische ex-lutherse predikant Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Tot aan de dag van vandaag hangt het portret van Us Verlosser in huiskamers in deze streek. Appelscha telt tegenwoordig een kleine vijfduizend inwoners, in de zomer aangevuld met veel vakantiegangers. Ik kwam er voor het eerst in 1968 op een fietstocht langs de jeugdherbergen in ons land. Us Blau Hiem is me bij gebleven, omdat de jeugdherbergvader een jonge, brutale gast na een ruzies ’s avonds laat de deur wees. Of het daaraan lag weet ik niet, maar vervolgens duurde het zo’n halve eeuw, voordat ik Appelscha opnieuw bezocht. Op het spoor gezet door mijn activistische dochter.

camping appelscha
Op de camping.
Foto – Harry Peer

De anarchistische camping

Inmiddels ben ik een trouw bezoeker geworden van de anarchistische camping, voluit het Vrij-socialistische, antimilitaristische, drugs- en alcoholvrije terrein tot Vrijheidsbezinning. De regelmatige bezoeker van de camping die met het openbaar vervoer komt, kan de route wel dromen: drie kwartier met de bus vanaf station Assen, uitstappen bij café Hulst aan de vaart, een historische plek; voorheen heette het café Zwart en was het de locatie waar Domela honderden mensen toesprak. Vandaar is het nog een half uur lopen naar de camping.

In één van de verhalen gaat Marianne Kootstra in op de geschiedenis van de Vrije Socialisten. Dit is het jaar van de eeuwviering. In juni 1924 organiseerden zij de eerste Revolutionaire Antimilitaristische Landdag in de Duinen van Appelscha. Nadat de boswachter van Staatsbosbeheer in 1933 weigerde het terrein nog langer te verhuren, kocht de beweging een eigen plek aan de rand van Appelscha. Dit kampeerterrein is befaamd geworden door de jaarlijkse Pinksterlanddagen, bezocht door honderden mensen, ook uit omringende landen. Vanzelfsprekend trok het ook veel bezoekers uit de directe omgeving, oudere familieleden van Marianne. Zijzelf kwam er voor het eerst op haar twaalfde begin jaren zeventig, nieuwsgierig naar wat Provo Roel van Duin te vertellen had. Uit eigen ervaring weet ik dat het er plezierig toeven is, niet alleen vanwege de mooie bosrijke omgeving en de goede gesprekken, maar ook door het grote ontmoetingscentrum met een keuken, een schat aan boeken en een goed bijgehouden archief over de geschiedenis van het anarchisme. Samenhangend met de politieke overtuiging is de dienstweigering. Dat betekende jarenlange gevangenisstraf voor meerdere ooms van de auteur.

Roel Jacobs de Jong

Aan de hand van vijf generaties uit haar familie – met inbegrip van haarzelf – heeft Marianne Kootstra een stuk sociale geschiedenis van Appelscha opgetekend. We noemen de namen van de hoofdpersonen. Uit de eerste generatie betovergrootvader Roel Jacobs de Jong (1841-1918). Werkte al vanaf zijn twaalfde in het veen, zwaar werk, turf afsteken, in ringen leggen om te drogen, omleggen, veel gebukt werken. Nam deel aan de succesvolle staking in 1888 voor verhoging van de lonen en afschaffing van de gedwongen winkelnering. Hij was lid, later secretaris van de bij de Sociaal Democratische Bond aangesloten “Eendracht”, de vakbond voor veenarbeiders in Appelscha die direct na de staking van 1888 werd opgericht. De anti-kerksheid typeert de familie.

Roel Jacobs staat als eerste genoemd op een lijst van 75 namen die zich eind 1906 demonstratief uit de kerk liet uitschrijven. De doopsgezinde kerk had zich al van de arbeiders afgekeerd door bij de grote veenstakingen in 1888 een regiment soldaten in de kerk en in de pastorie te huisvesten en bij het broodoproer van 1892 hongerige arbeiders bij de deur af te schepen. De kerkbelasting werd de arbeiders teveel. Op 2 juli 1918 – kort voor zijn overlijden – mocht Roel Jacobs 78 jaar oud voor het eerst van zijn leven stemmen.

Baukje Pool

Uit de tweede generatie maken we kennis met voormoeder Baukje Pool (1870-1952). Een stoere vrouw, sportief, hardrijdster. Zij was één van de veenarbeidsters die in mei 1890 in opstand kwam, de vrouwen legden het werk neer en vroegen 50 procent loonsverhoging. Marianne schrijft daarover: De veenbazen gingen ’s avonds alle huizen bijlangs en dreigden de mannen met ontslag als ze hun vrouwen en dochters niet tot de orde riepen. Maar de mannen waren solidair en legden ook allemaal het werk neer. Meer dan 200 vrouwen en 400 mannen staakten drie weken lang. De vrouwen hadden hun eigen vereniging, de “Vooruit”, een afdeling van de bond in Appelscha.

De veenbazen mochten de staking hebben gewonnen, de vrouwen waren niet klein te krijgen. De auteur: Een jaar later in ’91, liep Baukje met de vrouwen van Vooruit in een demonstratieve optocht naar het gemeentehuis in Oosterwolde. Zwaaiend met rode vaandels en luidkeels strijdliederen zingend. Het Mariannelied was favoriet: “Ga, ga Marianne, verlos de maatschappij Van de Tirannen en maak ons vrij! (….) zal hij als man mij toebehoren, die ’t moedigst aan mijn zijde staat. Baukje kreeg de man die bij haar paste: Jacob de Jong (1866-1952), de zoon van de genoemde Roel Jacobs de Jong. Jacob was een felle socialist en drankbestrijder.

Domela Nieuwenhuis

Voor een toespraak van Domela Nieuwenhuis liepen hij en Baukje eens samen op klompen naar Heerenveen, een afstand van zeven uur lopen. Baukje, Jacob en (schoon)vader Roel zijn eveneens aanwezig geweest bij de openbare rede die Domela Nieuwenhuis op zaterdag 30 maart 1889 hield in café Zwart in Appelscha. Uit de tekst maak ik op dat Domela zelfs onderdak bij hen heeft gekregen. Niet alleen de aanhang van Domela was massaal opgekomen om naar hem te luisteren; aanwezig waren ook notabelen uit het dorp. Eén van hen was burgemeester Van der Loeff. Op zijn verzoek heeft meester Rijpkema, hoofd van de school in Oosterwolde een uitgebreid verslag gemaakt van de bijeenkomst.

Dit rapport is naar de Commissaris van de Koning gestuurd. Het is een bijzondere bron van informatie. Een uniek document, te uitgebreid om hier te behandelen. Maar we weten bijna letterlijk wat Domela vertelde en bovendien welke vragen na afloop aan hem werden gesteld. (3).
We maken een stap in de tijd. Baukje was 52 jaar toen zij bij de landelijke verkiezingen van 5 juli 1922 mocht stemmen. Het waren de eerste verkiezingen waaraan vrouwen konden deelnemen.

Sara de Jong en Jaap Kootstra

De derde generatie wordt vertegenwoordigd door Sara de Jong, de derde dochter van Jacob en Baukje. Zij komt in het onderwijs terecht, als handwerkjuffrouw in Appelscha-Boven, wat later wordt ze dienstbode in Heemstede. Bijna 24 jaar oud, trouwde ze op 5 november 1926 met Oebele Kootstra. Tot 1938 was hij lid van de CPN en gaf zijn lidmaatschap op toen hem werd gevraagd te spionneren voor de Russen. Mogelijk heeft hem dat het lot bespaard van achterneef Auke Kootstra, een actieve communist en verzetsman die door de Duitsers werd opgepakt en in Dachau overleed.

onkwetsbaar blijft de geest
Oorlogsmonument op de anarchistische camping in Appelscha.
Foto – Harry Peer

Van de vierde generatie leren we Jaap Kootstra kennen, de vader van de auteur van het boek. Marianne introduceert vader Jaap en grootvader Oebele: Vanaf zijn dertiende werkte mijn vader Jaap mee op het boerenbedrijf van zijn vader. Koeien melken, vee verweiden, stal uitmesten, de beesten voeren, aardappels poten en rooien, onkruid trekken, ploegen, eggen, graan zaaien, maaien, dorsen, hooien, al doende kreeg hij het vak in de vingers. Het is de omgeving waarin Marianne opgroeit.

Marianne Kootstra

De auteur Marianne Kootstra (1958) vormt de vijfde generatie. Zij is de eerste in de familie die naar de universiteit gaat. Ze studeerde sociologie in Groningen en werkte in de gehandicaptenzorg, psychiatrie en het welzijnsonderwijs.
Het is beslist boeiend om over haar jeugdjaren te lezen. Achter in het boek is een lijst van geraadpleegde boeken en tijdschriften opgenomen. Voor de geïnteresseerde lezer kan het interessant zijn om ook eens te grasduinen in de vermelde websites. Met alles wat al geschreven is over Appelscha en omgeving is Dwarsliggers in Appelscha een originele, plezierig leesbare aanvulling. Het geschetste dagelijkse leven zal zeker voor de oudere lezer herkenning oproepen. De geselecteerde foto’s verrijken het beeld van de geschiedenis. Drie springen er voor mij uit. De over anderhalve bladzijde opgenomen afbeelding van zeven in het veld schaftende arbeiders met hun karakteristieke koppen die je indringend aankijken. Lang kijk ik ook naar de schoolklas van juffrouw Wijnterp. Ik heb het gevoel alsof ik er tussen zit. Waar de arbeiders gelouterd zijn door het leven, kijken deze kinderen nieuwsgierig, verwachtingsvol, sommigen met een glimlach de kijker aan. Een ontroerend beeld.

Op bladzijde 162 staat een afbeelding van Marianne Kootstra, terwijl ze een toespraak houdt op Internationale Vrouwendag PSP op 8 maart 1978. Met rechtsboven in beeld op een vel met grote letters geschreven We vechten voor recht. Recht om te werken. Passende arbeid voor elke meid. We vechten voor vrouwen. Bevrijding van de vrouw is onze wens. Treffender kan het niet.
Voor mij bewijst het dat ze op de schouders van haar voorouders staat. Verzet zit in het dna van de familie. Dwarsliggers zijn nodig om een betere wereld te bereiken. In het boek passeren veel meer mensen de revue dan de vijf hoofdpersonen van wie de portretten voorin zijn opgenomen. Wat al die mensen met elkaar gemeen hebben, is dat ze onconventioneel zijn, hardwerkend, zich inzetten voor de goede zaak, soms in andere beroepen terecht komen dan de oudere generatie. Een toenemende welvaart en hoger onderwijs maken sociale mobiliteit mogelijk. Marianne schrijft met warmte over hen.

In het laatste verhaal wordt duidelijk dat Appelscha is veranderd. Kapitaalkrachtige forenzen en pensionado’s zijn er neergestreken. Waar het dorp vroeger bekend stond om de felle sociale strijd en de grote rode aanhang promoot het zichzelf nu als Het Walhalla voor Buitensport. De schrijfster koestert het linkse levensgevoel door de generaties heen en is trots op haar voorouders en arbeiders- en boerenachtergrond.

boeken domela nieuwenhuis
Ferdinand Domela Nieuwenhuis in drievoud

Bestel ‘Dwarsliggers in Appelscha’ nu met korting


(1) Opgenomen in: Ferdinand Domela Nieuwenhuis. De apostel van de Friese arbeiders (red. J. Frieswijk, J.J. Kalma, Y. Kuiper), Domela Nieuwenhuis spreekt in Appelscha, pp. 162-170. Het verslag van Domela’s voordracht is door schoolhoofd Rijpkema in opdracht gemaakt van burgemeester Van der Loeff die het naar de Commissaris van de Koning toestuurde. Het is een uniek document. Zie ook de interessante aantekeningen bij deze rede van Yme Kuiper, Gij moet uw eigen verlosser zijn!, pp. 150-161. Friese Pers Boekerij BV, Drachten 1988.
(2) Marianne Kootstra, Dwarsliggers in Appelscha. Over veenstakers, armoede, dienstweigeraars en sociale verheffing. Uitgave Afûk, Leeuwarden 2023. 180 pp.
(3) Zie noot 1.
Voor de grote betekenis van Domela, zie: * Jan Willem Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantische revolutionair. Houtekiet/Amsab Antwerpen/Gent en Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam 2012. * Jan & Annie Romein, Ferdinand Domela Nieuwenhuis, 1846-1919. De apostel der arbeiders, pp. 795- 816, in: Erflaters van onze beschaving. Querido, Amsterdam 1977. * Domela heeft zijn leven op papier gezet. F. Domela Nieuwenhuis, Van christen tot anarchist. Van Holkema & Warendorp, Amsterdam z.j.