De predatie afschaffen | Weer mens worden
Oproep tot het wereldwijd oprichten van collectieven
die strijden voor een vrij en authentiek menselijk leven.
De predatie afschaffen | Weer mens worden (Abolir la Prédation Redevenir Humain) Uitgeverij Grévis verschijningsdatum november 2024 beeldmateriaal: Fusil brisé, Garance. Vertaling door Geert Carpels
Achterflap: In dit snedig essai spoort Raoul Vaneigem zijn tijdgenoten aan de krachten van het authentieke leven te gebruiken om de kettingen die dit leven belemmeren af te werpen. Deze tekst is een oproep om de bevrijdingsbewegingen krachtdadig te steunen en om zich over te geven aan de begeerte om te leven. “Het is tijd de loop van onze bestemming weer op te nemen. Het is tijd de wereld te veranderen en te worden wat we willen zijn: niet de eigenaars van een steriel universum maar de bewoners van een Aarde waarvan we vrij en in volle genot de overvloed kunnen cultiveren.”
We hebben van de Mens de schande van de mensheid gemaakt.
Geen enkele maatschappij, van de vroegste tijden tot vandaag, haalde ooit de graad van onwaardigheid en verloedering tentoongespreid door de landbouw- en handelsbeschaving die, sinds tienduizend jaar, doorgaat voor de Beschaving bij uitstek.
Het valt niet te weerleggen dat we, als mensachtigen, een instinct van predatie en een instinct van wederzijdse hulp en samenwerking erfden. Het gaat om onze residuele dierlijkheid. Terwijl het bewustzijn van een fusionele solidariteit onze voortschrijdende menswording in de hand werkte, ontwikkelde de agressiviteit van de predator een neiging tot zelfvernietiging. Is dit zo moeilijk te begrijpen ? De opkomst van een economie die het leven opoffert aan het werk, de Macht, het Profijt, betekende een breuk met het egalitarisme en de symbiotische evolutie van de pre-agrarische beschavingen. Landbouw en veeteelt hebben het predatorinstinct bevoordeeld ten nadele van de levensdrift die nooit heeft opgegeven de geüsurpeerde soevereiniteit te herstellen. De toe-eigening, de competitie, de concurrentie verheerlijken zelfgenoegzaam de « beschaafde wilde » die de gevolgen ervan met zijn spirituele sublimatie rechtvaardigt. In de vorm van een embleem, geeft de leeuw aan dat het natuurlijk is hem te bejagen en de dieren te onderdrukken. Eigenlijk wordt de ontaarding van de mens op die manier een verplichting. Vergeefs zoek je onder de meest onverbiddelijke roofdieren de opzettelijke wreedheid, de meedogenloze vindingrijkheid die worden uitgeoefend door het Gerecht, de Godsdienst, de Ideologie, het Rijk, de Staat, de Bureaucratie. Zie de grijnzende wapenhandelaars wanneer hun getarifeerde producten vrouwen, kinderen, mannen, dieren, wouden en landschappen verscheuren. « In de oorlog is alles toegelaten », nietwaar? Het Profijt hanteert het cynisme van het voldongen feit. Het verstopt niets van de harteloze restaurants [verwijzing naar de Restos du coeur van Coluche] waar die dames en heren zich volzwelgen terwijl hun luxe schoeisel druipt van bloed en stront. Waarom ook zou men zich terughoudend opstellen zolang de voorgevormde publieke opinie partij kiest voor de ene of de andere oorlogvoerende, alsof het een voetbalmatch betreft tussen Rusland, Oekraïne, Israël, Palestina ? De weddenschappen zijn geopend en het gejuich van de toeschouwers overstemt het geschreeuw van de afgeslachte menigten. Genoegen nemen met het vervloeken van een smerige beschaving zal er haar niet van weerhouden te bestaan zolang we de wetten van de financiële graaizucht toelaten onze ontaarding te dirigeren, onze apathie ritme te geven, onze frustraties in de verf te zetten door uitbarstingen van blind moordende haat te ontketenen. Het verwijt bovenop de fout stapelen ? Waarom dan ! Het enige resultaat is het bevestigen van het persoonlijke schuldgevoel dat wordt verdreven door anderen te beschuldigen. Weer vaart de predatorreflex er wel bij. Het aansporen van zoveel mogelijk mensen heeft twee nadelen : enerzijds brengen de ordewoorden en het militante opruien de oude motor van de Macht weer op gang waardoor het radicalisme snel de radicaliteit van de geleefde ervaring beperkt ; anderzijds lost wat op het podium van de algemeenheden wordt verspreid makkelijk op in het allegaartje van ideeën die van het leven zijn afgesneden.
Behalve wanneer een lezer of lezeres er de kans in ziet een intieme dialoog met zichzelf op te starten. Met andere woorden, wanneer ze zich laven aan de bron van hun menselijke bewustzijn.
Ik verkies dus, eerder dan me te richten tot de meerderheid, het autonome individu aan te spreken. Omdat dit individu weet dat ik geen andere bedoeling heb dan mijn manier van zien uit te leggen, in een broederlijk debat dat het niet nodig heeft mekaar te kennen om mekaar te herkennen.
Is er een betere garantie voor het ontwaken van het bewustzijn dan samenwerking en wederzijdse hulp ? Het is geen toeval dat het bewustzijn spontaan heropleeft wanneer de predatie haar autofagie en het rentabiliseren van haar zelfvernietiging niet langer kan verbergen.
Het bankroet van het hebben verspreidt een verveling erger dan de dood waarvan het spectrum ons voortdurend wordt voorgehouden. En zie, de levensadem herstelt het zijn, het wezen. Het sujet, het individu emancipeert zich van het object, het bevrijdt zich van het ding waar het toe werd herleid door de reïficatie. Is dit niet wat wordt bedoeld met het gezegde « de man en de vrouw zijn geen koopwaar » ? Het deel vrouwelijkheid dat de man opeist en het deel mannelijkheid dat de vrouw opeist, veranderen hier niets aan. Zodra we het kind de verwoestingen van de predatoropvoeding besparen, kunnen we het aan zijn spontane radicaliteit overlaten om het te wekken voor zijn bestemming als menselijk wezen.
Er is geen behoefte aan profeten om aan te voelen wat te komen staat : of de triomf van de idioot met een voorhamer als enige gedachte, of de uitbarsting van leven dat het bewustzijn van oppermacht terugvindt dat door de menselijkheid dient te worden uitgeoefend. Het gerieflijke aan het fascisme en aan het antifascisme is dat ze de ware eindstrijd verdoezelen, de onafscheidelijk existentiële en sociale strijd die de uitroeiing van de predatie behelst, het verdwijnen van de hiërarchische Macht, het einde van de bevelenblaffers.
Het cynisme en de winstgevende absurditeit van oorlogen, aangewakkerd door de maffias van staat en wereld, worden zelfs de meest bekrompen aanhangers teveel. De opeenvolging van conflicten die als het ware inwisselbaar zijn, sporen de « publieke » opinie aan het schaakbord van het geopolitieke gesjoemel te verlaten.
Hier en nu openen Mei 1968, de Zapatisten, de Gele hesjes, de vrouwen en mannen strijders voor Rojava, een weg voor het leven en het bewustzijn van het leven, die door de historische ontsporing van de Landbouw- en Handelsbeschaving werd versperd en naar de dood omgeleid.
Geen hoop koesteren wil niet zeggen over alles wanhopen. Terugkeren naar het leven is een gewelddadige, natuurlijke en spontane reactie. De verwoestijning van de aarde, die het laatste profijt zal opleveren, kan door die terugkeer worden tegengegaan. De terugkeer naar het leven, naar haar authenticiteit, naar haar bewustzijn is onze echte immunitaire zelfverdediging. Vermits de natuur wordt ontaard door de beperkingen die het Profijt haar oplegt, waarom dan niet inzetten op de natuur die in en rondom ons aanwezig is om een einde te maken aan een haatdragende beschaving ? Hoe ? Die vraag moet je mij niet stellen, die moet je jezelf stellen, jij, elk ogenblik zwalpend tussen lijdzaamheid en opstand !
Overal vermengen en vermeerderen zich de signalen van nood en van vreugde. Vergis je niet ! Het woedend weigeren van een oorlog die tegen een bepaald land wordt gevoerd – Palestina, in dit geval – gaat verder dan een eenmalige afkeuring. Die weigering drukt de steeds duidelijker wordende afschuw uit voor een oorlog die niet slechts wordt gevoerd tegen een bevolking van een gebied maar tegen het volk van alle gewesten van de Aarde. Dit volk heeft begrepen dat voor de totalitaire hebzucht, leven een misdaad is. Vandaar dat de nieuwe wereldwijde opstanden een zelfverdediging van het leven zijn. Ze zijn de belichaming van zowel de wil om een einde te maken aan een wereld van psychopaten die de dood rentabiliseren, als om een nieuw verbond aan te gaan met de voedsternatuur.
Het was de oorlog teveel, de druppel die de emmer deed overlopen. Niet voor de nationale en internationale lobbies van de bewapening, niet voor de producenten van narco-neuroleptica, maar wel voor wie niet vroegtijdig wil sterven bij het overlopen naar de partij van de vrijwillige onderdanigheid en het viva la muerte !
Het grootste probleem is de twijfel, de wanhoop, de teleurstellingen die de aanhangers van het leven generatie na generatie oplopen.
Is het niet gewoon onzin om wat dan ook te verwachten van overheidsinstanties die voor ons beslissen en ons achtervolgen met hun decreten, het ene nog belachelijker en leugenachtiger dan het andere ?
In het hart van deze sombere tijden hebben we minstens het plezier de Goden voor onze ogen te zien verschrompelen. De bedriegers die gedurende tienduizend jaar de mogelijkheid om te creëren en zichzelf te creëren hebben geüsurpeerd, alhoewel het leven in al haar uitbundige vruchtbaarheid eigen is aan de menselijke soort.
Het is tijd de loop van onze bestemming weer op te nemen. Het is tijd de wereld te veranderen en te worden wat we willen zijn : niet de eigenaars van een steriel universum maar de bewoners van een Aarde waarvan we vrij en in volle genot de overvloed kunnen cultiveren. Het moet gedaan zijn met deze omgekeerde wereld waar het profijt verpaupert omdat het zijn grondstoffen verpaupert ! Moge het verdwijnen van de schadelijke energieën het water, de lucht, de grond, de aarde saneren en onze creatieve vindingrijkheid zelfs de herinnering uitwissen van de ongelukkige omleiding van onze evolutie !
In de intensiteit van een begeerte ontwaakt het heden voor de aanwezigheid van een leven dat zich totaal geen zorgen maakt om te worden gemeten noch geprogrammeerd. De levensvreugde is een inwijding in de kunst van de zelfharmonisatie omdat ze de specifiek menselijke mogelijkheid in zich heeft te creëren en zichzelf te creëren.
De veeteelt en de toe-eigening van de grond hebben de kuddegeest in de zeden verankerd zodat het individu zijn intelligentie gekrompen zag tot die van het vee dat moest worden verzorgd. Vandaag zien we een vaag omlijnde heropleving van het autonome individu dat zich bevrijdt van zijn individualisme en van zijn gealiëneerde bewustzijn.
We bevinden ons op een keerpunt van de geschiedenis, de ontwikkeling van een levensstijl zal het overleven vervangen, dat veroordeeld was tot werken, tot een bestaan voorbestemd tot het comfort van palliatieve zorgen.
De bewustwording afkomstig uit onze levensdriften verklaart het voortdurende conflict tussen een levensperspectief en een perspectief van de dood, tussen de aantrekkingskracht van onze begeerten die worden opgehelderd, bijgelicht door onze gevoelige intelligentie, en de greep die de intellectuele intelligentie erop uitoefent. Want de verstopping, de blokkering van gevoelens, door wat Wilhelm Reich het karakteriële pantser noemde, volgt de eisen van mechanische doeltreffendheid waaraan het werkende lichaam is gebonden. Het is duidelijk dat, gezien het genot afkomstig van de kosteloosheid van het leven geen plaats heeft in de totalitaire hebzucht, het herstel van de levensvreugde, de ontwikkeling van de feestelijke strijdvaardigheid, het versterken van de onschuld van wat leeft, van al wat geen notie heeft van meesters noch slaven, wapens zijn die van nature de ondergang van het Profijt versnellen.
We zitten midden in het gewoel van een spannende strijd die duidt op de renaissance van ons menselijk bewustzijn. Hier komt het opnieuw opwellen tot uiting van een waardigheid die zich altijd al in het hart bevond van onze pogingen tot bevrijding, onder meer in het proletarische project van een klassenloze maatschappij. We hebben gezien hoe het proletariaat werd beroofd van haar eigen project door diegenen die er de verdedigers van waren. Men zou er beter aan doen na te denken over het van meet af aan uitroeien van elke vorm van macht – of het nu gaat om die van de burgemeester die staatsambtenaar is, dan wel om die van de militant, ambtenaar van de ideologie en de bureaucratie van het protest.
Bij de zelfverklaarde woordvoerders van het volk is het makkelijk onderscheiden wie het gezag van de Staat wil vervangen door het zijne.
Is het geen heilzaam voornemen om alles te begeren en niets te verwachten ? Daarmee bedoel ik, zich overgeven aan onze levensdriften, niet uit fataliteit maar als een scheppende aanwezigheid die we vrij kunnen uitproberen door de opkropping te voorkomen en de dodelijke omkering te vermijden die de emotionele pest veroorzaken. We hebben het belang onderschat van de loutering, de verfijning van de woede om de valstrik van de urgentie, van de haast en spoed te ontlopen, om ons niet te laten meeslepen op het terrein van de vijand, om niet te vallen voor de militarisering van het militantisme. Maar vooral, de afstand vereist voor de loutering van de gevoelens is bevorderlijk voor het rijpen van de creativiteit. Het werkt een guerilla in de hand die het niet nodig heeft terug te vallen op andere wapens dan niet-letale en onuitputtelijke.
Over enkele eeuwen zal men merken dat het ontwaken van het bewustzijn de strijd nieuw leven heeft ingeblazen, dat de nieuwe wederzijdse hulp en samenwerking langzaam de nevels van verwarring doen optrekken.
De toekomstige generaties zullen het onvoorstelbaar vinden dat het ons zoveel tijd heeft gekost om te merken dat het leven de man en de vrouw het buitengewone vermogen heeft verleend – enige vereiste ook – om het stadium van de dierlijkheid te overstijgen. In haar experimentele verblinding heeft het leven ons het voorrecht geschonken onszelf te maken en onze wereld opnieuw te maken.
De pre-agraire samenlevingen evolueerden in symbiose met de omgeving waaruit ze hun levensonderhoud puurden. De opkomst van de Handelsbeschaving en haar Stadstaten leidde tot een breuk met de natuur die van levend sujet een uit te buiten object werd. Een authoritair regeersysteem legde zich toe op het verhullen van de creatieve wederzijdse hulp en samenwerking die « van Lucy tot Lascaux » een evolutie had geleid die de aanhangers van de handelsbeschaving vandaag met de grootste terughoudendheid ontdekken.
Het begrip Lot kreeg de overhand. Het verspreidde een geest van onderwerping, een ontologie van de vervloeking, de mythe van een onvermijdelijke Val, waarbij men zich diende neer te leggen, op dezelfde manier als men gevolg geeft aan de willekeur van een verafgoodde meester.
Wat nu weer boven komt bij wie nog smacht naar het leven, is het gevoel bedonderd te zijn. Naarmate de instorting van het patriarchaat de Goden bedelft in de latrines van het verleden, leren we een fundamenteel verschil kennen tussen Lot en bestemming. Geprogrammeerd door de handelsbeschaving heeft het misprijzen voor het leven, achter de benaming Lot, het actieve principe verstopt dat ik bestemming noem en dat niets anders is dan de mogelijkheid zichzelf te maken en weer de wereld te maken.
Het Lot valt onder de Voorzienigheid, daar valt niet over te discussiëren, ze beroept zich op de Fataliteit die de dienstbaarheid en de onderdanigheid een aanzienlijk comfort verschaffen.
Men ondergaat het Lot, de bestemming wordt opgebouwd. Dit heeft niets metafysisch. De afschuwelijke barbarij van onze geschiedenis is er nooit in geslaagd de diepgewortelde strijd te doven die, van generatie op generatie, een uiting was van de wil tot emancipatie, tijdloos en toch aangepast aan, gemoduleerd door de economische, politieke, psychologische en sociale schommelingen.
« Lot » en « bestemming » zijn een probleem omdat men er synoniemen van maakte. Dat is ook de reden waarom ik, voor alle duidelijkheid, hun franse oorsprong wens te bewaren. [Lot (of noodlot) en bestemming zijn de Nederlandse woorden voor respectievelijk het Franse destin en destinée.]
De radicaliteit van de strijd voor het leven wil dat de menselijke bestemming het Lot, het Toeval, de Voorzienigheid vervangt. Ze bloeit op in het midden van een niemandsland waar een incontinente beschaving haar existentiële substantie loost terwijl een nieuwe beschaving worstelt in de kwellingen van de barensnood.
In het haperende begin van de autonomie onthult de scheppende kracht van de vrouw en van de man – hoe aftastend ook – plots dat we in staat zijn ons te ontwikkelen zonder meesters, zonder goeroes, zonder voogdij. Indien we de kans hebben gehad om te begrijpen dat niets met meer zekerheid de tegenslag aantrekt dan de gewoonte zich erin te wentelen, dan moeten we andersom toegeven dat genieten van het geluk van het leven ook besmettelijk is, en veel aangenamer.
De onwrikbare vastberadenheid om in één beweging zowel ons eigen leven te ontwikkelen, als de tuin die onze voedsteraarde is, betekent een onstuitbare hulp tegen de angst, het schuldgevoel, de opoffering, het puritanisme, het werk, de macht, het geld. Ze voedt de strijd tegen de handelsgeest die overal de promotie voert van de antifysische, de natuurvijandige waarden.
Het verlangen naar individuele autonomie is zowel enkelvoudig als meervoudig in haar strijd voor zelfontwikkeling. Gezondheid, evenwicht, immuniteit, vriendschap, liefde, genot, creativiteit bevinden zich in het hart van de emancipatie van de aarde zoals aangetoond door de nieuwe wereldwijde opstanden. De inzet is dezelfde : de vrijheid van begeerten bereiken door een samenleving te ontwikkelen die erover waakt die begeerten te harmoniseren.
In mijn dagelijkse leven staat de geleefde authenticiteit op natuurlijke wijze garant voor mijn begeerten. Hun vrijheid sluit de handelsvrijheden uit – de vrijheid om uit te buiten, te onderdrukken, te doden.
De vrijheid en de authenticiteit vormen bij het individu op zoek naar autonomie de paradox van een openlijk opgeëiste clandestiniteit.
Het prediken van goede bedoelingen was nooit zo ondraaglijk als in deze 21ste eeuw, nu het gealiëneerde bewustzijn geen fluwelen handschoenen meer draagt om de woorden aan het werk te zetten. Zo wijzen terrorist, moordenaar, psychopaat, bandiet op een toestand van onmenselijkheid die door de bezetenheid van het Profijt op korte termijn worden verergerd en versneld op het ritme van de grote rendabele en nutteloze werken.
Ik heb altijd het principe verdedigd : absolute vrijheid voor alle meningen, absoluut verbod voor elke onmenselijkheid. Volgens mij is dat de enige manier om het probleem van de godsdiensten en van de ideologieën aan te pakken. Het bespaart ons de humanitaire hypocrisie waarmee zoveel ideeën en geloofsovertuigingen zich tooien. En het hoeft ook niet tot vervelens toe te worden herhaald dat de vrijheid van mening nooit meer was dan een handelsvrijheid.
Wij willen geen onmenselijkheid berechten, we willen ze veroordelen en verbannen. We willen geen uitleg, geen rechtvaardigingen, geen verzachtende omstandigheden. Of ze nu uit de betere wijken dan wel uit de voorsteden komt, uit het conservatisme of uit het progressisme, GEEN ENKELE ONMENSELIJKHEID IS TOEGELATEN. Dit moet ondubbelzinnig klaar en duidelijk zijn !
We zullen alles in het werk stellen om de neiging tot doden, kwetsen, verkrachten, mishandelen, te verbannen uit onze zeden en gewoonten, ongeacht de aangehaalde redenen voor het verklaren van hun opwellingen en wederopwellingen. Gedaan met die universele rechtszaal waarin afwegen, berechten, verontschuldigen, veroordelen, straffen, vrijspreken het stampvoeten van de machteloze verontwaardiging vereeuwigt. En machteloos zal de rechtvaardige woede blijven zolang in ieder van ons het « uit de weg, dit is mijn plaats ! » verankerd blijft, de veroordeling tot de sociale jungle en de predatorreflex.
Genoeg van die wereldwijd door het narco-amerikaanse evangelisme gevulgariseerde karikatuur van het bestaan ! De selfmade man maakt en verspreidt niets anders dan zijn eigen dood. Het is de premie op zijn hoofd, fier tentoongespreid !
Is het niet in het autonome individu dat het genot zich bevestigt aan niemand rekenschap te moeten afleggen, alleen te zijn om te ontwarren, te argumenteren, en vroeg of laat, als een alchemist, een transmutatie uit te voeren van de grondstof – veroordeeld tot rotting – in het volwaardig en heel leven waar we als menselijk wezen altijd al naar smachtten ? De kunst van het leven leert het sterven af. Dat is het enige onderricht waar ik me wil aan houden.
Genieten van mijn geleefde authenticiteit, hoe slordig ook, bevrijdt uit de verplichting een rol op te houden opgelegd door het individualisme en de kudde die erdoor wordt geleid. De authenticiteit maakt bewust van de belachelijke en pathetische plicht van de schone schijn, ze verlost van de dictatuur van het uiterlijk, van het spectakel en van de angst voortdurend te worden gewogen en berecht. Ligt het ware geluk niet in het terugvinden van de onschuld zichzelf te zijn, zich niet te hoeven rechtvaardigen, begeren uit het hart zonder iets te verwachten van de geest ?
We zijn langzaam op weg naar een nieuwe Renaissance, een heropleving van de Verlichting. Onze zijsprong wordt die van een openlijk opgeëiste clandestiniteit. De vuist van het profijt raakt ons vanuit alle hoeken, wij hakken het overal in stukken !
De clandestiniteit begint in onze « donkere kamer » waar we alleen kunnen overleggen over wat we niet willen en over wat we eindeloos hartstochtelijk begeren. Ze wekt ons voor het bewustzijn van onze levensdriften, van het genot dat het bewustzijn aanwakkert, van de tegenslagen die haar omkeren en naar doodsdriften leiden.
De paradox van een openlijk opgeëiste clandestiniteit wordt even goed aangetoond door de anonimiteit van de Gele hesjes, als door de anonimiteit die iedereen opeist wanneer hij zich terugtrekt in de donkere kamer van zijn geheime begeerten. Daar waar hij alleen beslist of hij het systeem van de predatie en de egoïstische berekening van het individualisme vervoegt dan wel ervoor kiest zich te wijden aan de transmutatie van zijn overleven in een vol en heel leven.
De toneelschrijver Lope de Vega heeft het in zijn stuk « Fuente Ovejuna » over de inwoners van een dorp die de begane wreedheden van de onrechtvaardige gouverneur beu zijn en hem vermoorden. Rechters en beulen die de schuldige moeten opsporen, krijgen van de vrouwen en mannen van het dorp, ook onder marteling, geen ander antwoord dan de naam van het dorp, Fuente Ovejuna. Moegestreden kondigt de overheid een algemene amnestie af.
De anonimiteit opgeëist door de individuen die strijden voor hun solidaire autonomie is een voorbeeld van een wapen van het leven. Het verenigt het verzet tegen de onderdrukking. Net zoals de vastberadenheid van de Gele hesjes die hesjes niet meer nodig heeft om zich te verspreiden, zijn we getuige van de groeiende aanwezigheid van een leven dat vrij wil zijn en zich niet belast, noch met godsdiensten, noch met ideologieën, noch met politiek, noch met hiërarchische structuren van staat of wereld. Het leven voor alles is het gebroken geweer dat de reïficatie, de verdinging doorbreekt, en de transformatie van zijn in hebben leert saboteren. Het radicaliseert het militante reformisme door het ervan te overtuigen zich niet te laten inpalmen door de Macht die het voorwendt te bestrijden.
Wat leeft draagt de vruchtbaarheid van de begeerte in zich. Geen enkele woestijn zal weerstaan aan haar voortplantingsvermogen. Het is in onze intimiteit dat we de beslissing vorm geven om afstand te nemen van het ogenblik dat behoort tot de tijd van de slijtage, van het werk, van de dood, en om voorkeur te geven aan het moment en de begeerte van het leven die tot uiting komen in het plezier van de geleefde authenticiteit. Wil je het bewijs a contrario ? Kijk, terwijl ik schrijf, hoe de geweldige golf van zelfvernietigend nihilisme de samenlevingen overspoelt, aangevreten door de kanker van de rentabiliteit.
Ik hecht minder belang aan de omvang van de aanhang dan aan de intelligentie van autonome individuen die, dank zij haar wil tot authenticiteit, het tegengif is voor het intellectuele elitisme.
Traag maar onafwendbaar verlicht de ommekeer van perspectief zowel de vernieuwing als waar de hereniging van het existentiële en het sociale zich voltrekt. De individuele strijd en de strijd voor een authentiek menselijke samenleving zijn een en dezelfde.
Het leven heeft volstrekt geen nood aan een meester, noch aan een cultus, noch aan een partij.
Het genot is het vreedzame geweld van wat leeft en vermeerdert in ons en rondom ons. Het genot is de kosteloosheid die ons werd toegekend door een bewustzijn dat in staat is dit genot menselijk te maken. We zijn vastberaden het te proberen.
We bouwen de aarde weer op, we maken oasen van onze gemeenten, van onze wijken, van onze regio’s, onoverwinnelijk gemaakt door wat leeft !
RV januari 2024.
Vertaling GC juni 2024.