Ga naar de inhoud

De Kunst Van Het Strijden Tegen De Gevestigde Maatschappij

Guy Debord (1931-1994), Internationale Situationist. De Kunst Van Het Strijden Tegen De Gevestigde Maatschappij In 1953 schreef een jongeman op een muur in een straat in Parijs met grote letters: WERK NOOIT!. Guy Debord heeft nooit gewerkt, maar wel veel rond gesjouwd in de straten van Parijs, en in andere steden van Europa. Hij heeft gedacht en geschreven. Doel was het overhoop halen van de maatschappij. Zijn instelling was antikapitalistisch.

5 min leestijd
Placeholder image

(Oorspronkelijk verschenen op Libertaire orde)

Zijn teksten en films waren theoretische wapens voor een concessieloze kritiek op de moderne samenleving. Over diens werk en  manifesteren loopt nu in de Franse Nationale Bibliotheek (BnF) te Paris een expositie tot 13 juli 2013 (Grote zaal van BnF vestiging ‘François-Mitterand). Over deze tentoonstelling is een prachtige overzichtsbundel uitgekomen, waarvan hier de omslag

DebordOmslag

Strategie

Debord nam, samen met enkele anderen, het initiatief tot de oprichting van avant-garde bewegingen het Internationale lettrisme (1952-1957) en het Internationale situationisme (1957-1972). Deze bewegingen vormden de kernen van de georganiseerde strijd tegen alles dat het ‘werkelijke’ leven in de boeien hield. Guy Debord ontwierp als dichter, kunstenaar, revolutionaire marxist, hoofdredacteur van I.S. en filmer bovenal de strategie van een strijdbeweging tegen alle schone schijn van onze maatschappij, waarvan hij al heel vroeg en erg nauwkeurig het perverse mechanisme blootlegde in zijn De spektakelmaatschappij (1967; in het Nederlands vertaald, 1971), zo leest men bij de introductie van de tentoonstelling.

Het is onder deze strategische invalshoek dat het parkoers van Guy Debord en zijn medestrijdmakkers in de expositie in kaart wordt gebracht. Zijn werk, zijn kijk op de dingen en zijn praktijk staan steeds in het centrum van hetgeen wordt gepresenteerd. Periode na periode wordt duidelijk gemaakt welk collectief werk er werd verricht en welke personen van welke huize zich verenigden om een maatschappij te laten verschijnen, die in hun ogen minder absurd zou zijn dan die beheerst door het systeem van een kapitalistische markt economie.

In de overzichtsbundel van de tentoonstelling komt men deze periodes tegen. Telkens is er per periode een inleiding en vervolgens treft men veel beeldmateriaal aan. Tevens is opgenomen een nawoord van de weduwe van Debord, Alice Debord, en een ongepubliceerde tekst van Debord zelf.

Paradox?

Over ziet men het leven en drijven van Guy Debord dan zit er een merkwaardige paradox in het feit dat hij en zijn werk nu op een bepaalde manier zijn gecanoniseerd. Iemand die met heel zijn ziel en zaligheid zich druk heeft gemaakt om de maatschappij binnenste buiten te keren, is gebombardeerd tot ‘nationaal bezit’. Zijn archief zou, zo waren de plannen, gekocht worden door een de bibliotheek van een Amerikaanse universiteit. De Franse autoriteiten staken daar een stokje voor en er werd een rijke geldschieter gevonden die het mogelijk maakte dat de BnF het archief kon aanschaffen (in 2011). Is er echter wel sprake van een paradox?

Wie redeneert vanuit Debord zijn Commentaires sur la société du spectacle (1988), zoals de Emmanuel Guy en Laurence Le Bras in hun inleiding in de overzichtsbundel doen, zal die vraag ontkennend beantwoorden. Dat maken zij als volgt duidelijk. Debord betoogt in Commentaires (Commentaren) uit 1988 dat de twee aan elkaar tegengestelde politieke systemen reeds vanaf het begin van de Koude Oorlog voorbestemd waren voor een algehele versmelting van die systemen ten behoeve van de onderdrukking van de massa’s.

Vive

Het concept van het integrale spektakel dat hij daarvoor introduceert, omvat de kapitalistische en communistische bureaucratieën. Voor de hedendaagse lezer vormt deze tekst een opzienbarende aankondiging van de versmelting van de voormalige landen van de Sovjet Unie met het systeem van de markteconomie. Nadat Debord al een van de zeldzame critici is geweest van de ideologie van de ‘Trente Glorieuses’ (bedoeld wordt de periode 1945-1975, waarin er van een sterke economische groei sprake was), brengt hij in zijn Commentaires de drogreden aan het licht, die vooraf zal gaan aan de confrontatie van de twee politieke systemen, maar waarvan we zullen zien, zo kondigt hij aan, dat ze met een verbazingwekkend gemak een verbond zullen sluiten.

Hij nodigt uit om de hele geschiedenis van de tweede helft van de twintigste eeuw en de structuur van de officiële discussies te herlezen, dit in het licht van de analyses waarvan de actualiteit de lezer continu zal verbazen. Zijn Commentaires gaan evenwel nog verder, zo betogen Guy en Le Bras: met het concept van het integrale spektakel bestaat er niets meer buiten het spektakel, ontsnappen is niet meer mogelijk, er is niets anders dan spektakel, overal.

Deze constatering rechtvaardigt in de ogen van Guy en Le Bras voor een deel wat op een paradox lijkt: het opgenomen worden van Debord in de catalogus van de grote Parijse uitgeverij Gallimard, het uitzenden van zijn laatste film op de tv-zender Canal+ en, misschien verder en verder, zijn inzegening als vijand van het spektakel.

Toch is het ironisch, aldus Guy en Le Bras, dat de auteur die zich de vijand van de staat verklaarde, nu een grote tentoonstelling over zijn denken en werk in de Nationale bibliotheek krijgt. Ik zal dat niet ontkennen, maar ik hoor ook een klok tikken: generaties na ons gaan hun inspiratie mede uit dit werk opdoen voor een ‘Europese lente’!

Thom Holterman

Guy Debord: Un art de la guerre, onder redactie van Laurence Le Bras en Emmanual Guy, Éditions BnF en Gallimard, Paris, 2013, 223 blz., prijs 39 euro.

Aantekening

Informatie over de expositie in de ‘Bibliothèque nationale de France’ (BnF) (Parijs), klik HIER. Op die site is een twee en half uur durende video te vinden over de expositie, klik HIER. Voor informatie over Guy Debord en het situationisme op deze site, klik HIER.