Ga naar de inhoud

De Kern Van Het Anarchisme In Tien Items

De staat is een tijdje uit beeld geweest. Hoewel, de politici en de functionarissen bleven er (alsmede politie, belasting, leger). Zij handelden echter niet namens de staat. Hun acties vonden legitimatie in de verwijzing naar neoliberale leerstukken (markt, concurrentie, winst) of het vage ‘Europa’ – vaag van wege zijn oncontroleerbaarheid voor ons als gewone mensen. Ook voor doorgeleerde economen trouwens, ik moet dan denken aan mensen als de spraakmakende Griekse econoom Yanis Varoufakis. Die moest erkennen dat de macht die in deze ‘vaagheid’ gelegen ligt, oncontroleerbaar is.

9 min leestijd

(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen op Libertaire orde)

En nu heeft de coronavirus, een niet-levend wezen van minder dan een duizendste millimeter, daar verandering in gebracht. Nadat om redenen van het maken van winst de publieke functie ‘Zorg’ tot op het bot was afgebroken, werden we geconfronteerd met corona (COVID-19). Het is de staat die de controle daarover moet zien te verwerven. Daarvoor werd dan ook onmiddellijk de ‘sanitaire uitzonderingsstaat’ ingesteld. De staat is weer helemaal in beeld. De vraag is hoeveel van de staatsaanwezigheid er zal blijven hangen nadat wel COVID-19 onder controle is, maar nog niet de mens. Want waar eenmaal liberticide (knevelen van vrijheid) is uitgepakt, krijgt men het moeilijk weer in de doos terug.

Onvermijdelijk zal het anarchisme, naast bijvoorbeeld de Liga voor de rechten van de mens, meer van zich laten horen in zijn verzet tegen liberticide. Dit verzet staat in een breder spectrum dan alleen maar verzet tegen vrijheidsknevelarij. Dat bredere spectrum komt aan de orde in inleidingen over het anarchisme, zoals het boek Anarchisme, Een introductie (uitgave Vrije Bond, Amsterdam, 2018), of in mijn eigen boekje Anarchisme in de lage landen (Kelderuitgeverij, Utrecht, 2017). Onlangs kwam er opnieuw een inleidende tekst uit, nu in Frankrijk, getiteld Dix questions sur l’anarchism (2020) geschreven door de Franse historicus Guillaume Davranche. Op de site Bibliothèque Fahrenheit 451 verscheen er een samenvatting van, die ik vertaalde (zie hieronder). Het boek werd ook uitvoerig besproken op de site van het maandblad Le Monde libertaire. Aan het eind van de samenvatting informeer ik daarover onder de kop ‘Discussie’. [ThH]

De libertaire activist en historicus Guillaume Davranche presenteert het anarchisme als een gestructureerde politieke stroming, met een alternatief voor het kapitalisme en een globale visie op de transformatie van de samenleving. Hij beschrijft de ideologische fundamenten ervan en verwijst tegelijkertijd naar bestaande anarchistische praktijken. Hij doet dat aan de hand van tien items.

De oorsprong.

Hij koos voor een historische benadering, waarbij hij de jaren 1870 neemt als geboorte van een beweging waarin een handvol ex-communards [oud deelnemers aan de Commune van Parijs], Zwitserse arbeiders, Russische revolutionairen in ballingschap en Italiaanse verzetsstrijders zijn samenbracht. Zij streefden het communisme na en verwierpen tegelijkertijd de parlementaire weg om dat te bereiken. Davranche keert terug naar (a) de grondslagen die door Proudhon zijn gelegd van een niet-statelijk, federalistisch en zelf-bestuurd socialisme, (b) naar de door Bakoenin geïnitieerde splitsing in verzet tegen Marx, vervolgens (c) naar de splitsing van de AIT. Verder behandelt hij de congressen van de Jurafederatie rond Kropotkin en Élisée Reclus, de korte periode van ‘propaganda door het feit’ en tenslotte de aanvaarding van de algemene werkstaking met de geboorte van het revolutionaire syndicalisme.

Het economische project.

De afschaffing van het kapitalisme, de markt en de egalitaire verdeling van de rijkdom zijn een conditio sine qua non voor de ontwikkeling van een democratisch en ecologisch systeem. Vitale infrastructuren voor productie en ruil mogen niet in beslag worden genomen door een kapitalistische aandeelhoudersklasse of een staatsbureaucratie, maar moeten rechtens toebehoren aan de hele maatschappij, dat wil zeggen sociaal eigendom worden. Elke bedrijf of productie-eenheid voert haar eigen werk uit en het democratisch debat bepaalt de keuzes op het gebied van voedsel, energie, stad, onderwijs, vervoer, in plaats van te worden bepaald door de markt of kapitalistische lobby’s binnen het staatsapparaat. Iedereen werkt vrij en consumeert zonder beperking. ‘Het te bereiken evenwicht is het evenwicht tussen de behoeften van de bevolking, de productiecapaciteiten en de capaciteiten van de biosfeer. Het kapitalisme zal dit nooit toestaan: daar ligt de uitdaging van het libertaire communisme’.

Het democratische project.

Het anarchisme pleit niet alleen voor de vernietiging van de staat, maar ook voor de vervanging ervan door een systeem van federaal zelfbestuur, gestructureerd ‘van onderop en van de periferie naar het centrum’, om een Bakoeninistische formule te gebruiken. Daarmee wordt de uitoefening van de authentieke volksmacht afgebakend. Elk echelon beheert de zaken die het direct aangaat, zonder inmenging van het hogere echelon. Alle belangrijke maatschappelijke keuzes zijn onderworpen aan de directe wetgeving van de bevolking; de gekozen vertegenwoordigers zijn ‘de uitvoerders van de volksmacht’; het mandaat van de vertegenwoordigers is gebonden, herroepbaar en hun herverkiezing beperkt.

De ecologische benadering.

Guillaume Davranche

Of we de economie nu socialiseren door haar radicaal te heroriënteren voordat de situatie onomkeerbaar is, of dat we dat niet doen voordat ze ineenstort en een revolutionair tijdperk begint, in beide gevallen biedt het anarchisme antwoorden. Murray Bookchin hielp de ecologie te introduceren in het anarchisme. Hij hamerde erop dat, meer dan ‘de mensheid’ of ‘de industriële samenleving’, de sociale verhoudingen die door het kapitalisme worden veroorzaakt de biosfeer bedreigen [in feite wordt hier mede geopponeerd tegen de onzin dat we geologisch in het antropoceen zijn terecht gekomen; thh]. Het zijn met name de verhoudingen van de overheersing die doorwegen, omdat zij de legitimatie vormen voor de overheersing van de natuur door de mens.

Het anarchisme pleit voor een collectieve, democratische en beredeneerde matiging (décroissance). Een collectieve, in tegenstelling tot individuele benaderingen die geen effect hebben op het kapitalisme; een democratische, in plaats van een ‘ecofascisme’ dat de meerderheid van de bevolking zou rantsoeneren zodat een kleine bevoorrechte klasse haar levensstandaard zou kunnen behouden; een beredeneerde: met een gedifferentieerde afname naar gelang de regio’s. [Zie voor het thema matiging de AS 205; de bio-regionalisatie is in kringen van anarchisten naast Bookchin ingebracht door Kirkpatrick Sale; zie diens boek Dwellers in the Land: The Bioregional Vision (1985); het gaat over een wereld die is opgebouwd rond ecologische en culturele diversiteit, in plaats van nationale en politieke parameters; thh].

De feministische aanpak.

De libertaire beweging verzette zich tegen het kiesrecht. Aan de andere kant stond zij in de voorste gelederen, waar het ging om kwesties van: seksuele vrijheid, anticonceptie en vrij samenwonen. 1968 gaf de aanzet tot de ‘tweede feministische golf’: de revolutionaire beweging als geheel integreerde het feminisme als een volwaardig front in de strijd tegen het systeem van politieke en economische overheersing, dat gebaseerd is op de genderspecifieke arbeidsverdeling: het patriarchaat.

Internationalistische politiek.

Tegenover de ambivalentie van de ‘nationale bevrijdingsstrijd’, die zowel een progressief als een reactionair potentieel heeft, strijden anarchisten tegen de nationalistische ideologie, het patriottisme, ‘het instrument van de staat om afwijkende meningen te muilkorven’. Zij pleiten voor ‘de vrije federatie van individuen in de gemeenten, van de gemeenten in de provincies’ (Bakoenin), etc., en voor een productieve autonomie van elke regio van de wereld.

Religie.

Het anarchisme roept op tot de afschaffing van religies als instrumenten van collectieve vervreemding, maar verzet zich tegen alle vormen van vervolging van gelovigen en pleit voor een seculiere samenleving die de vrijheid van godsdienst en geweten garandeert.

Organisatie.

Guillaume Davranche presenteert vervolgens nog de belangrijkste soorten niet-exclusieve strategieën die binnen het anarchisme naast elkaar bestaan:

  • Het oproer dat de vonk wil veroorzaken die voldoende is om een opstand te beginnen, en vervolgens een revolutionaire omwenteling zal opleveren.
  • Het (anarcho-)syndicalisme, dat arbeiders van alle gezindten in beweging wil brengen, in de hoop in hen een antikapitalistisch bewustzijn te wekken. De revolutionaire breuk zou zich voordoen na een grote algemene staking.
  • De libertaire pedagogie om het bewustzijn te verhogen door middel van het volksonderwijs en de voorbeeldfunctie van ‘alternatieven in actie’.

Op dezelfde manier ontwikkelt het anarchisme de verschillende soorten organisaties waarmee geëxperimenteerd is: informele, in netwerken georganiseerde, ‘actieve minderheden’ volgens de Bakoeninistische opvatting, alsmede die zich vormen in specifieke anarcho-syndicalistisch, platform-achtige organisaties. Vervolgens herinnert hij aan de rol van de anarchisten in de Spaanse, Russische, Mexicaanse en Macedonische revoluties en in de Shinmin Commune, waarbij hij op summiere wijze een twintigtal van de belangrijkste figuren presenteert. Tot zover de samenvatting in Biliothèque Fahrenheit.

Discussie

De libertaire historicus René Berthier heeft het boek op de site van het maandblad Le Monde libertaire besproken. De auteur, Guillaume Davranche, reageerde daarop. René Berthier opent zijn bespreking als volgt: “Guillaume Davranche heeft zojuist een 115 pagina’s tellend boek gepubliceerd waarin tien kwesties over anarchisme worden behandeld. Dit boek is voor een zeer aantrekkelijke prijs – 5 euro – een interessant instrument voor popularisatie. Het geeft antwoord op vragen die men zou kunnen stellen over anarchisme. Het gaat, zoals het voorwoord zegt, ‘tot de kern van de zaak’. Het vormt een nuttige aanvulling op andere kleine teksten waarin het anarchisme van de Franse Anarchistische Federatie al dan niet wordt gepresenteerd. Het omvat, zo lijkt me, zowat alle vragen die men zich zou kunnen stellen, op een duidelijke en pedagogische manier: het economische en politieke project, de ecologische benadering, het feminisme, het internationalisme, de religie, de manier van organiseren, enz.”. Daarna behandelt Berthier verschillende in zijn ogen onjuistheden en zaken waarmee hij het niet eens. Voor diens uitvoerige bespreking, klik HIER.

De reactie van Guillaume Davranche daarop, eveneens in Le Monde libertaire, begint met: “Dank je voor je lange en nauwgezette beoordeling. Het nodigt uit tot een debat! Ik hoop dat deze de lezers zal interesseren, dus ik zal je een beredeneerd antwoord geven. Een aantal van je opmerkingen raken hun doel en ik zal er rekening mee houden om het boek in een eventuele volgende editie te corrigeren. Andere zijn betwistbaar. Sommige kunnen uit een misverstand voortkomen. Enkele, ten slotte, weerspiegelen echte verschillen in analyse”. Voor zijn uitvoerige reactie, klik HIER. [thh]

[De samenvatting van het boek van Guillaume Davranche, Dix questions sur l’anarchisme, Éditions Libertalia, Montreuil, 2020, 122 blz., prijs 5 euro, is te vinden op de site Bibliothèque Fahrenheit 451. De vertaling en bewerking is van Thom Holterman.]