Ga naar de inhoud

De haat tegen het Westen

“Al meer dan vijfhonderd jaar wordt de aarde overheerst door de westerlingen. En de blanken vormen vandaag de dag nog maar nauwelijks 12,8 procent van de wereldbevolking. In het verleden is dat nooit meer dan 24 procent geweest. Een minderheidsheerschappij dus, maar een meedogenloze – en uitermate planmatige heerschappij.” (p. 84)

4 min leestijd
ziegler

 

(Deze recensie van Walter Lotens verscheen oorpsronkelijk in het decembernummer van Uitpers)

Dat is een citaat uit ‘De haat tegen het Westen’ waarin Jean Ziegler zijn betrokkenheid met de landen van het zuiden, ook al is hij dan speciaal gezant voor de Verenigde Naties, niet onder stoelen of banken steekt. Deze Zwitserse socioloog (°1934) en voormalig parlementslid voegt met ‘De haat tegen het Westen’ een zoveelste boek toe aan een stilaan indrukwekkende wordende stapel publicaties waarin La Suisse lave plus blanc (1990), Le bonheur d’être Suisse (1994), La Suisse, l’or et les morts (1977), Les seigneurs du crime : les nouvelles mafias contre la démocratie (1998), Le Livre noir du capitalisme (1998) en La faim dans le monde expliquée à mon fils (1999) mee van de meest bekende zijn.

Twee soorten haat
Voor een omschrijving van het Westen hanteert Ziegler de definitie van de Franse historicus Fernand Braudel die de kapitalistische productiewijze het essentiële kenmerk van het Westen noemt. Dat doet hij in deel één onder de titel ‘De oorsprong van de haat’. Verder baseert hij zich ook op het werk van Immanuel Wallerstein die de verschillende manieren waarop de veroveringzucht en de universalistische pretenties van het Westen zich manifesteren beschrijft. Deze pretentie wekt haat op tegen het Westen. Ziegler onderscheidt twee zeer uiteenlopende soorten van haat. Het kan de uitdrukking zijn van een radicale verwerping van een mondiaal overheersingssysteem en dat kan de brandstof zijn van een radicale ethische opstand zijn van volkeren uit het Zuiden. Daarnaast onderscheidt hij ook een ziekelijke haat die hij aantreft bij Al-Qaida en salafistische splintergroepjes uit de Maghreb en de jihadisten uit het Midden-Oosten. In zijn woorden: “Lichtjaren scheiden Abdelaziz al-Mourkine, hoofd van Al-Qaida voor het Arabisch schiereiland, van een Evo Morales of een Wole Soyinka.” (p. 26) Volgens Ziegler is het gekwetste collectieve geheugen van de voorheen gekoloniseerde volkeren vandaag een sterke historische kracht geworden.

Zuid-Amerika als lichtpunt
In deel twee ‘De weerzinwekkende afstamming’ geeft Ziegler enkele voorbeelden van die Westerse arrogantie. Als speciaal UNO-gezant is hij goed geplaatst en geïnformeerd om dat te doen. Hij illustreert het geweld dat het Westen hanteert zeer goed aan de hand van de manier waarop de Europese Unie aan de 76 ACP-landen een nieuw economisch associatieverdrag oplegde, de zogenaamde EPA’s. In de delen vier en vijf beschrijft hij aan de hand van twee case studies – Nigeria en Bolivia – hoe er in sommige landen van het Zuiden weerwerk geboden wordt aan die Westerse dominantie. Vooral het lange hoofdstuk over Bolivia onder Evo Morales, een land dat hij blijkbaar van nabij heeft gevolgd is een mooie illustratie van de vlam ‘die misschien binnenkort de wereld in lichterlaaie zal zetten’ en die hij voornamelijk situeert in Zuid-Amerika en het Caribische gebied.

‘De haat tegen het Westen’ bestaat uit een mix van algemene beschouwingen en eigen ervaringen ter plaatse. Door zijn functie heeft Ziegler de gelegenheid gehad om zowel mee aan te zitten aan de rijke conferentietafels van het Westen als rond te kijken in de broeierige heksenketel van het Zuiden. Dat doet hij met een grote bevlogenheid, die bij momenten zo veralgemenend geformuleerd wordt dat de tekst soms wat ongenuanceerd overkomt. Ziegler vind ik op zijn sterkst als hij voorbeelden geeft en die kan hij blijkbaar moeiteloos uit zijn mouw schudden. Die komen voor mij overtuigender over dan de breed ideologische frases waarin hij over ‘de volken van het Zuiden’ spreekt. Storend vond ik ook de vertaling uit het Frans waarin behoorlijk wat onnauwkeurigheden en fouten tegen het Nederlands zijn blijven staan. Het geheel ademt een beetje haastwerk uit en dat heeft niet alleen met de vertaling te maken, maar ook met de auteur die de tekst misschien te snel naar zijn uitgever heeft gestuurd.

(Uitpers nr. 126, 12de jg., december 2010)

———–

Jean Ziegler, De haat tegen het Westen, Het verhaal van de economische oorlog tussen arme en rijke landen, Balans, Amsterdam, 2010, 266 blz. ISBN 9789460032868