Ga naar de inhoud

COVID-19 en de schuldige nalatigheid van de Westerse regeringen

De coronacatastrofe had vermeden kunnen worden. De vele onnodige doden zijn het gevolg van schuldige nalatigheid en incompetentie van Westerse overheden. Dat is het vernietigende verdict in een recent boek van de hoofdredacteur van The Lancet, een van de meest gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften. Een overzicht van enkele belangrijke stellingen van het boek.

11 min leestijd

(Door Floor Peeters, oorspronkelijk verschenen bij De Wereld Morgen)

Van sommige boeken word je vrolijk, van andere kwaad, bijzonder kwaad zelfs. Dat laatste overkwam me bij het lezen van The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again. De auteur, Richard Horton, is niet de eerste de beste. Al 25 jaar is hij hoofdredacteur bij The Lancet, een medisch tijdschrift dat door wetenschappers uit de sector beschouwd wordt als een van de meest toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. 

Het coronavirus is de ernstigste bedreiging voor de volksgezondheid door een ademhalingssysteemvirus sinds de Spaanse griep van 1918. Om de 15 seconden sterft iemand aan COVID-19 en wereldwijd zijn er al bijna 800.000 doden.  

Het is een ware catastrofe die vermeden had kunnen worden. Horton is niet mals voor de aanpak in het Westen. Hij heeft het over “gemiste kansen en ontstellende verkeerde inschattingen die geleid hebben tot de vermijdbare dood van tienduizenden burgers”. De vele onnodige doden ziet hij als het “bewijs van systematisch wangedrag van de overheid, roekeloze nalatigheden die een inbreuk vormen op de plichten van openbare gezagsdragers”.  

De tijdlijn 

Hij onderbouwt zijn striemende aanklacht met de tijdlijn van de ontwikkeling van de pandemie.

Bron: Twitter

30 december: in Wuhan worden stalen genomen van de longen van een patiënt met een mysterieuze longontsteking. Het blijkt om een coronavirus te gaan. Diezelfde dag alarmeert een oogarts zijn directe collega’s over het bestaan van dit nieuwe SARS-virus. 

31 december: De lokale overheden lanceren een gezondheidswaarschuwing. Die maken ze ook over aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

1 januari: De markt van Wuhan, de vermoedelijke bron van besmetting, wordt gesloten. De WHO zet een taskforce op om de lokale uitbraak in Wuhan te onderzoeken. 

4 januari: De WHO waarschuwt de wereld via Twitter over een nieuw coronavirus in Wuhan. 

5 januari: De WHO maakt een meer formele officiële melding van de uitbraak.

10 januari: De WHO werkt technische richtlijnen uit over het opsporen van het virus, het testen en de aanpak van patiënten met symptomen. 

12 januari: Chinese wetenschappers isoleren het virus en brengen het genoom ervan in kaart. Dat maken ze onmiddellijk publiek. Op dat moment gaat men er nog van uit dat het virus enkel van dier tot mens wordt overgedragen en niet van mens tot mens. 

13 januari: De WHO waarschuwt dat er mogelijke besmette patiënten in andere landen kunnen opduiken en vraagt de landen om dit goed in de gaten te houden. 

22-3 januari: De directeur-generaal van de WHO probeert op een spoedbijeenkomst een internationale medische noodsituatie (PHEIC) uit te roepen. De 193 landen die lid zijn van de organisatie raken het niet eens daarover. 

23 januari: Wuhan gaat in quarantaine. 

24 januari: Wetenschappers uit Hong Kong publiceren een onderzoek waaruit blijkt dat het virus kan overgedragen worden van mensen tot mens. De Lancet publiceert zijn eerste artikel over het nieuw virus (2019-nCoV). Op basis van de ervaringen met het SARS-virus staan er aanbevelingen ter preventie. De eerste klinische beschrijving van de ziekte die het virus veroorzaakt – later COVID-19 genoemd – wordt ook gepubliceerd.

29 januari: China publiceert een rapport over de eerste 99 gehospitaliseerde coronapatiënten. Daaruit blijkt dat één derde moet opgenomen worden op Intensive Care en dat de sterftegraad maar liefst 11 procent bedraagt. Daardoor gealarmeerd bouwen de Chinezen in Wuhan in ijltempo nieuwe ziekenhuizen met een capaciteit van 16.000 bedden. In de loop van februari worden die in gebruik genomen. Uit de eerste studies blijkt ook dat vooral ouderen het hoogste risico lopen om zwaar te ziek te worden en te sterven.

30 januari: De WHO kondigt de internationale medische noodtoestand af. 

31 januari: Wetenschappers aan de universiteit van Hong Kong waarschuwen dat het virus een wereldwijde epidemie kan worden als er niets ondernomen wordt. Om een pandemie te vermijden kunnen volgens hen drastische maatregelen nodig zijn die de mobiliteit beperken in besmette gebieden. Indien nodig zal menselijk contact sterk moeten gereduceerd worden: geen massabijeenkomsten, sluiten van scholen en bedrijven, werken van thuis uit , … 

Februari: In het begin van de maand duiken in de Europese landen de eerste coronagevallen op. In België was dat op 3 februari.
In de loop van de maand februari wordt het duidelijk dat Italië af te rekenen heeft met een ongemeen felle uitbraak van het virus. Westerse regeringen beschouwen het coronavirus nog steeds als een ‘griepje’. In België schrijft viroloog Marc Whatelet in een open brief op 28 februari dat België te weinig doet om zich voor te bereiden op een mogelijke corona-pandemie.

Negeren van noodsignalen

De tijdlijn spreekt voor zichzelf. De signalen waren meer dan duidelijk genoeg. De regeringen waren voldoende gewaarschuwd maar legden de vroege waarschuwingen naast zeer neer. Alarmkreten vanuit virologische wereld werden zelfs belachelijk gemaakt. Trump zette Fauci, zowat de meest gerenommeerde immunoloog van de VS, weg als ‘onruststoker’. Minister De Block bestempelde viroloog Marc Whatelet als een ‘dramaqueen’.

Reeds in februari hadden de Westerse regeringen de aanbevelingen vanuit Hong Kong kunnen opvolgen, aldus Horton. Het ging over het aansporen van de bevolking om regelmatig de handen te wassen, richtlijnen en protocollen uitwerken voor de gezondheidswerkers i.v.m. mogelijk infectiegevaar, het aanleggen van strategische voorraden van mondmaskers en ander beschermingsmateriaal, het uitwerken van een deugdelijk systeem van testen, opsporen en isoleren indien nodig. Ze hadden ook, zoals in China, de capaciteit van de Intensive Care kunnen uitbreiden om te vermijden dat die afdelingen volledig zouden benomen worden door coronapatiënten. Gezien het hoge risico voor bejaarde mensen hadden ze extra voorzorgsmaatregelen kunnen treffen voor de woonzorgcentra. Tenslotte hadden ze toeristen die terugkwamen uit gebieden met virushaarden kunnen testen. 

Dat is allemaal niet of nauwelijks gebeurd. Ze negeerden de signalen die Chinese en Italiaanse wetenschappers uitzonden. Ze hadden de tijd en de gelegenheid om te leren uit de ervaringen van andere landen, maar daar deden ze niets mee. Horton toont met heel wat concrete voorbeelden aan dat de meeste Westerse regeringen aanvankelijk met tegenzin maatregelen namen om het zeer besmettelijke virus te bestrijden. 

Kostbare tijd verloren

Daardoor werd volgens hem zeer kostbare tijd verloren. De verspreiding van een virus is exponentieel, hoe vroeger men optreedt hoe minder het de kans krijgt om zich te vermenigvuldigen. In de beginfase van de eerste golf, vóór er maatregelen werden genomen, had het virus amper tien dagen nodig om zichzelf te vermenigvuldigen met tien. Deze fenomenale vermenigvuldigingssnelheid was eind januari al zichtbaar in de publiek gemaakte Chinese statistieken. Dat wil zeggen dat indien de overheden in het Westen tien dagen eerder hadden ingegrepen, het besmettingsniveau tien keer lager was geweest, idem voor het aantal doden achteraf. Voor België betekent dit dat we dan niet zouden spreken van een kleine 10.000 doden, maar van een kleine 1.000. Ook zou er nadien veel minder inspanning nodig zijn geweest om het virus uit te roeien of de curve naar beneden te krijgen. 

Door het getalm werden de Intensive Care-afdelingen overrompeld door COVID-patiënten waardoor dringende ingrepen bij andere patiënten niet konden doorgaan.

Oversterfte

Dat heeft ook slachtoffers veroorzaakt. Daarom moet volgens Horton “voor het werkelijke dodental als gevolg van de pandemie ook diegenen bijgeteld worden die niet de spoedhulp hebben gekregen die ze dringend nodig hadden”. Daarom is de oversterfte een beter cijfer om de dodelijke gevolgen van COVID-19 in te schatten.

Lamentabele aanpak 

Toen de overheden uiteindelijk in actie schoten deden ze het dan vaak nog met mondjesmaat. Door de heel late voorbereiding was er bij het begin van de uitbraak onvoldoende beschermingsmateriaal, in de eerste plaats voor de gezondheidswerkers. Zij waren “schrikbarend onbeschermd” en werden “kwetsbaar in de frontlinie gestuurd”. Nochtans had de WHO “hoge veiligheidsnormen voor het personeel aanbevolen”. 

De crisisaanpak was in veel landen “verward, tegenstrijdig of zelfs misleidend”. Kwetsbare groepen zoals bejaarden in woonzorgcentra, gevangenen of mensen met een zware mentale handicap, vielen buiten de focus van regeringen. “Een van de blijvende erfenissen van COVID-19 zal de stille menselijke vernietiging zijn die het heeft aangericht bij de meest onbeschermde oudere leden van de samenleving. Het gebrek aan daadkracht van de overheid leidde tot de vermijdbare dood van duizenden van die burgers.” Het rapport van de Vlaamse Ombudsdienst over de woonzorgcentra, waar de helft van de coronadoden vielen, is daarvan een pijnlijke illustratie. 

In de Aziatische landen werden extreme maatregelen genomen om het virus zo goed als mogelijk uit te roeien, d.w.z. nul nieuwe gevallen per dag. In het Westen daarentegen was er heel wat terughoudendheid en wou men zo snel mogelijk terug naar ‘de normaliteit’. De Britten waren nog maar drie weken in lockdown of het publieke debat focuste zich al op een exitstrategie. Maar, zo stelt Horton, “zonder een vaccin, of zonder een voldoende deugdelijk systeem van testen, opsporen en isoleren, waren de vooruitzichten voor een vervroegde exit niets meer dan speculatie vermengd met een vleugje fantasie en illusie”. Het feit dat de tweede opflakkering (golf) al heel snel weer de kop opstak bevestigt de stelling van de auteur (hij schrijf zijn boek in de maand mei, minstens anderhalve maand vóór de heropflakkering).

China als bliksemafleider 

“De eerste verantwoordelijkheid van een regering is haar zorgplicht tegenover de burgers.” Daarom is de aanpak van de coronacrisis volgens Horton “het grootste politieke falen van de Westerse democratieën sinds de Tweede Wereldoorlog”. Maar, deze boodschap van grove incompetentie is niet welkom in Westerse politieke, medische of media-kringen. “Het is in strijd met een geopolitiek verhaal dat China bestempelt als een land dat negatieve en destructieve invloed uitoefent op de internationale relaties”. Het is begrijpelijk dat de Westerse landen hun eigen verantwoordelijkheden minimaliseren, daarom gaan ze dan maar op zoek naar een zondebok: China. 

Volgens de auteur kunnen er zeker vragen gesteld worden bij de aanpak van China, maar dat land de schuld geven van de pandemie is de geschiedenis geweld aandoen. “In het geval van COVID-19 hebben de Chinese wetenschappers en artsen vastberaden en verantwoordelijk gehandeld om de gezondheid van het Chinese volk te beschermen in de huidige historische context. Ze waarschuwden hun regering, hun regering waarschuwde de WHO en de WHO waarschuwde de wereld. Westerse democratieën luisterden niet naar die waarschuwingen.” 

In het bestrijden van pandemieën kunnen grootmachten een prominente rol spelen. Die rol nam de VS op zich bij de succesvolle campagne tegen Ebola in 2014. Nu de VS er op dit moment niets meer van bakt en Europa in verdeelde slagorde optreedt, kijkt Horton in de richting van de opkomende Aziatische reus. “China’s wetenschappelijke inzicht, zijn vermogen om te innoveren en de wens om samen te werken – allemaal kwaliteiten die ik in de Chinese geneeskunde en medische wetenschap gedurende twee decennia heb zien groeien – moeten worden verwelkomd en aangewend voor het algemeen belang.”

Er is geen weg terug 

“Het virus dat COVID-19 veroorzaakte, gaat niet weg. Het zal nog heel lang bij ons zijn. Het beste waarop we kunnen hopen is een vreedzaam samenleven.” Het zou wel eens kunnen zijn dat het normale leven van voordien nooit volledig zal terugkeren totdat er een vaccin beschikbaar komt – en misschien zelfs dan ook niet. Horton waarschuwt dat een vaccin geen ‘wondermiddel’ is. Het zal waarschijnlijk niet iedereen beschermen en mogelijk geen blijvende afweer bieden. 

Voor Horton is COVID-19 niet zozeer een gebeurtenis, maar wel het begin van een nieuw tijdperk. Hij citeert Arundhati Roy die het virus beschrijft als “een portaal, een poort tussen de ene wereld en de volgende”. Er is geen weg terug. COVID-19 heeft de kwetsbaarheid van onze beschavingen sterk in de verf gezet. Het idee van vooruitgang zal een nieuwe invulling krijgen. 

Horton denkt dat COVID-19 heel wat zal veranderen. Regering zullen hun leiderschap proberen te verbeteren en zullen meer samenwerken op internationaal en regionaal vlak. De staat zal heruitgevonden worden, idem voor het idee van gemeenschap (community). De volksgezondheid zal versterkt worden en het welzijn van de gezondheidswerkers meer au sérieux genomen worden. Ook de medische wetenschap zal een boost krijgen.   

Door COVID-19 begrijpen we nu “onze buitengewone onderlinge afhankelijkheid en eenheid als soort. Toch is onze wereld georganiseerd en geordend door scheiding, door verdeling. We moeten deze tijd gebruiken voor solidariteit, voor wederzijds respect en wederzijdse zorg.”

Richard Horton, ‘The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again’, Polity Press, 2020, 133 p.

Noten

 (1) COVID is de afkorting van COrona VIrus Disease. Disease is het Engelse woord voor ziekte. 19 slaat op het jaar 2019.

(2) Waar we cijfers hebben voor de oversterfte gebruiken we die, anders gebruiken we de doden die opgegeven zijn als gevolg van COVID-19. Bronnen: John Hopkins Universiteit en Our World in Data.