Ga naar de inhoud

Clara Zetkin (1857-1933): Feministe, Pacifiste, Antifasciste, Revolutionair socialiste

Feminisme als verzamelbegrip voor bewegingen die ijveren voor vrouwenbevrijding mag relatief jong zijn, de onderdrukking van vrouwen bestaat al sinds mensenheugenis. En nog is het niet afgelopen, of je nu naar de westerse wereld of elders kijkt. De strijd gaat voort. Inmiddels is het zover gekomen dat feministes tegen elkaar ten strijde trekken en dat is natuurlijk van de gekke. Het postmodernistisch syndroom – een verzameling van opvattingen die drijven tot fragmentatie – aan het werk, denk ik.

5 min leestijd

(Door Thom Holterman, van zijn website Libertaire Orde)

Zo heb je westerse feministes die de oosterse feministen de standaard van gelijkheid en waardigheid weigeren, die zij voor zichzelf opeisen. Waarom? Omdat die standaard onderdeel is van ‘onze’ cultuur. De hedendaagse Franse feministe Fatiha Agag-Boudjahlat (in Marianne van 30 april – 6 mei 2021, p. 57) wijst dit van de hand omdat zij als universaliste de strijd tegen vrouwenonderdrukking aangaat. En terecht in mijn ogen. Maar universalisme is een scheldwoord voor de postmoderne octopus: alles moet teruggevoerd worden op het individualisme, op de ‘eigen’ cultuur.

Onzin natuurlijk want zo is er altijd wel iets te bedenken dat de ongelijke behandeling legitimeert. Zo kreeg de Duitse feministe, revolutionaire socialiste en antifasciste, Clara Zetkin, ruim een eeuw geleden te horen van socialistische en vakbondszijde, dat de vrouw thuis hoorde, aan het aanrecht. Ze mocht niet aan het arbeidsproces deelnemen om geen concurrent  van de mannelijke arbeiders te zijn. Om Zetkin aan de vergetelheid te onttrekken verscheen onlangs een bundel over haar met een uitgebreide biografie, aangevuld met teksten van en over haar, naast een aantal brieven. De bundel, samengesteld en ingeleid door Florence Hervé, is getiteld: Ik wil vechten overal waar er leven is. [ThH]

Opzet van het boek

De Franse historica en journaliste Florence Hervé opent haar voorwoord in de bundel Ik wil vechten overal waar er leven is met een typering van Clara Zetkin door de Duitse keizer Wilhelm II: ‘de gevaarlijkste heks van het Duitse rijk’. Daarop laat zij de typering van de Franse dichter Louis Aragon volgen. Die keek anders naar haar: ‘De vrouw van morgen…de vrouw van vandaag. De gelijke’. Voor Alice Schwarzer, de icoon van de feministische beweging van West-Duitsland in de jaren 1970, was Zetkin een ‘notoire antifeministe’. Waarom? Clara Zetkin maakte de vrouwenstrijd ondergeschikt aan de klassenstrijd. Zij was ook de initiatiefneemster van de Internationale Dag van de Vrouw, die men volgens Schwarzer zou moeten stoppen te vieren.

Weer een andere vrouw, de Amerikaanse filosofe en activiste, Angele Davis, ziet in Zetkin juist een van de principiële theoretici en stratege van het socialistische feminisme. Zij laat ons, volgens Davis, beter de relatie begrijpen tussen de strijd voor socialisme en de strijd tegen racisme, de gelijkheid van vrouwen en de vrede (geciteerd uit een voorwoord van Angela Davis, opgenomen door Hervé in de bundel, p. 244-245).

Na een ruime biografische inleiding door Florence Hervé over leven, denken, strijd van Clara Zetkin, volgen twee delen met teksten. De eerste van de twee bevat teksten zoals inleidingen, toespraken, artikelen, van Zetkin en brieven van haar aan bekenden en haar twee kinderen. Het tweede deel omvat teksten aan (brieven) en over haar (enkele oude, van Henri Barbusse, 1928, tot de nieuwste van Angela Davis, 2015).

De titel van de bundel heeft Hervé ontleend aan een verklaring van Zetkin in 1919, uitgesproken tijdens een congres van de Onafhankelijke Socialistisch partij (USPD; afsplitsing van de SPD). Daar verklaarde zij de Sociaaldemocratie partij te verlaten, zeggende: ‘Ik heb mij bijna veertig jaar ingezet voor de strijd om het socialistisch ideaal. Ik ben nu op leeftijd en ik heb niet zoveel jaren meer voor mij. Maar voor de tijd die me nog rest dat ik nog kan handelen, wil ik vechten overal waar leven is, en niet waar er alleen maar ontbinding en zwakte is (..)’. Dat was een eeuw geleden. Hoe belabberd staan we er nu voor als je kijkt naar wat ‘links’ wordt genoemd door het journaille…

De strijd

Wie de levensloop van iemand als Clara Zetkin doorneemt, komt tot de ontdekking dat haar strijd nog lang niet gestreden is. De gelijkheid van vrouwen is nog niet gerealiseerd, het patriarchaat heerst als nooit te voren. Het socialisme als opheffing van uitbuiting zit in de verdomhoek. Het fascisme moet nog immer bestreden worden (waarmee Clara Zetkin al in 1923 bezig was). Zij richtte zich ook op de bevrijding van moslimvrouwen, waarvoor, ik wees er al op, iemand als Fatiha Agag-Boudjahlat zich als universalistische feministe heden inzet.

Overigens voerde Zetkin ook een interne strijd, die voor een democratische instelling van de (Russische) communistische partij. Niet alleen was zij eerst in discussie met Lenin (samen met Alexandra Kollontaï bijvoorbeeld en in relatie met het inzicht van Rosa Luxemburg – met beiden was zij bevriend) maar ook met Stalin. Volgens Maria Reese, zo haalt Hervé aan, was ‘Clara Zetkin in Moskou de enige man die het waagde Stalin het hoofd te bieden’!

De bundel is te lezen tegelijk als een ode aan Clara Zetkin en als een aanzet tot bewustwording waar de politieke strijd – in het kader van het feminisme – over hoort te gaan. Al het andere werkt als afleiding en speelt het neoliberalisme als een verdeeldheid zaaiende postmoderne octopus, in de kaart.

Thom Holterman

Clara Zetkin, Je veux me battre partout où il y a de la vie, samengesteld en ingeleid door Florence Hervé, Éditions Hors d’atteinte, Marseille, 2021, 251 blz., prijs 19 euro.