Ga naar de inhoud

Bookchin over een duurzame en libertaire samenleving

Het is zonder meer de grote verdienste van de samenstellers van ‘Sociale ecologie en politiek’ dat zij via Murray Bookchin een link hebben gelegd tussen het anarchistisch gedachtegoed uit de 19de-eeuw en de renouveau ervan in het begin van deze 21ste eeuw. Bovendien is een figuur als Murray Bookchin iemand die de broodnodige link legt tussen (radicaal) groen en (libertair) rood en daaruit kan een beweging die op zoek is naar een nieuwe grammatica voor links alleen maar zijn voordeel doen.

7 min leestijd

(Door Walter Lotens, oorspronkelijk verschenen op uitpers.be)

Sommige theoretische werken komen op hun tijd en sluiten wonderwel aan bij nieuwe tendensen in de maatschappij. Dat gaat zeker ook op voor het recente ‘Sociale ecologie en politiek’ van en over Murray Bookchin. Wat bedoel ik daarmee? Rond de millenniumwissel werden bewegingen van onderuit nieuw leven ingeblazen. Er is wereldwijd sprake van een fameuze opbloei van breed verspreide, vaak spontane en zeer diverse bottom-up-initiatieven, die zich mee in een nieuw maatschappelijk middenveld installeren. Het zijn Un million de révolutions tranquilles, zoals de Franse journaliste Bénédicte Manier die beweging in haar gelijknamige boek noemt of van die ‘Kleine revoluties’, titel van een van de boeken van de Gentse antropoloog Rik Pinxten, die aanspoort om na te denken en te ontdekken hoeveel initiatieven al op die weg zitten, vaak heel kleinschalig en lokaal.

De Occupy-beweging en de indignados in Spanje en op andere plaatsen in de wereld maken deel uit van die opwaartse beweging vanuit de straten en de wijken, die zich na de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Spanje vertaald heeft in de opkomst van ‘rebelse steden’. ‘Squatter le pouvoir’ noemt Mediapart-journalist Ludovic Lamant het in zijn gelijknamige boek over die rebelse steden: het kraken van de macht dus.

Municipalisme

Het is Lamant die ook uitdrukkelijk verwijst naar wat hij het nieuwe municipalisme noemt en daarmee zitten we heel dicht bij de 19de-eeuwse anarchistische traditie à la Proudhon, Saint-Simon, Fourier, Bakoenin en Kropotkin die associatieve en (con)federatieve verbanden promootten… en bij het onderwerp van ‘Sociale ecologie en politiek’ van Murray Bookchin. Deze bij ons minder bekende Amerikaanse anarchistisch geïnspireerde denker die in 2006 overleed, liet een indrukwekkende politiek-theoretisch werk na over een duurzame en libertaire samenleving.

Bookchin werkte een vernieuwend anarchistisch model uit van maatschappelijke en politieke organisatie, waarin de participatie van gewone burgers en gemeentelijk zelfbestuur centraal staan. Hij zag hierin een essentiële rol weggelegd voor buurtcomités, wijkraden en een systeem van overkoepelende federale en confederale instellingen. Deze laatste instituties waren bedoeld voor het regelen van al die aangelegenheden die de grenzen van een bepaalde gemeente of provincie te boven gaan.

Oude theorie, nieuwe praktijk

Dat en nog veel meer van zijn denken wordt nu in deze Bookchin-bundel ook voor een Nederlandstalig publiek ontsloten. ‘Sociale ecologie en politiek’ bestaat uit acht uit het Engels vertaalde artikelen die een mooi beeld geven van zijn denken over sociale ecologie, over radicale landbouw, over confederalisme, libertair municipalisme en over zijn communalistisch project. Deze begrippen en de evolutie van Bookchins denken worden toegelicht in een uitstekende inleiding van Marius De Geus. De teksten van Bookchin dateren van de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw (de laatste van rond de eeuwwisseling), maar zijn nog steeds zeer actueel, vooral dan zijn radicaal groene en libertaire rode benaderingswijze die in de Spaanse rebelse steden in de praktijk van het dagelijks bestuur haar vuurdoop beleeft.

De vuurdoop van de Koerden

Die vuurdoop is zeer letterlijk aanwezig in Turks en Syrisch Koerdistan waarover Roger Jacobs een wel zeer actuele bijdrage schrijft. Hij behandelt achtereenvolgens het democratisch confederalisme in het Turkse Bakur, waar Koerdische activisten, geïnspireerd door Abdullah Öcalan, de door de Turken gevangen genomen leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), in drie oostelijke provincies van Bakur een bottom up administratief systeem met als basiseenheid de ‘volksvergadering’ lanceerden.

De Syrische Koerden en hun medestanders hebben tijdens het oorlogsgeweld van de voorbije jaren een eigen autonome federatie opgericht in het noorden van het land. Ze noemden het Rojava, wat West-Koerdistan betekent in het Koerdisch. De Democratische Unie Partij (PYD), de grootste partij in de Koerdische regio’s, maakte van het ontstane machtsvacuüm gebruik om daar een nieuw maatschappijmodel te introduceren, dat ook gebaseerd is op het gedachtegoed van Abdullah Öcalan. Rojava kon zo uitgroeien tot een basisdemocratisch alternatief in de Syrische oorlog.

Öcalan spreekt over het ‘democratisch confederalisme’ als alternatief voor de kapitalistische natiestaat. ‘Öcalan stelt niet langer te streven naar de creatie van een afzonderlijke Koerdische natiestaat, maar naar autonome en geconfedereerde, basisdemocratische gemeenschappen,’ schrijft Kristel Cuvelier van het Koerdisch instituut in Brussel.

Deze regio is trouwens actueler dan ooit. Sinds 20 januari voert het Turkse leger in samenwerking met de rebellengroep ‘Vrije Syrische Leger’ (FSA) een offensief tegen de Syrisch-Koerdische enclave Afrin in het noordwesten van Syrië. Volgens de Syrische Koerden zijn er 150 burgers gedood sinds het begin van de Turkse invasie en vielen er daarbij 300 burgergewonden. Turkije zegt dat er 900 Syrische Koerden gedood zijn, maar geen van die cijfers is bevestigd.

Koerden en … Zapatisten

Roger Jacobs merkt zeer terecht op dat zich in die regio ‘een stalinistische rups zich ontpopt heeft tot een libertaire vlinder’. Dat is een evolutie die hij zowel aantreft in het denken van de Amerikaanse politieke filosoof als van de Koerdische guerrillaleider. Beiden kwamen tot de conclusie dat het autoritaire en dogmatische van het marxisme-leninisme niet in staat is hedendaagse problemen op een creatieve wijze te benaderen.

Ook de parallellie in politieke evolutie tussen het zapatistische EZLN en de Koerdische PYD is opmerkelijk: beide bewegingen ondergingen een paradigmashift van marxistisch-leninistische guerrillastrijd naar een vorm van democratisch confederalisme. In Rojava werden talloze basisdemocratische ‘communes’ opgericht die geconfedereerd samenwerken voor gemeenschappelijke besluitvorming. Zo’n commune, min of meer te vergelijken met de caracoles bij de Zapatistas, kan bestaan uit een heel dorp tot een straat of een wijk in een grotere stad met 40 tot soms wel 350 gezinnen. Vertegenwoordigers van de verschillende communes in een bepaalde regio komen vervolgens samen in een lokale volksraad, die op haar beurt weer vertegenwoordigers levert aan een grote, stedelijke assemblee. Belangrijk hierbij is dat elke raad wordt voorgezeten door twee co-voorzitters, één man en één vrouw. In Rojava wordt dus niet alleen de positie van de vrouw versterkt, maar neemt men ook afstand van het staatsdenken en van een eng Koerdisch nationalisme.

Link tussen groen en rood

In Chiapas, in Rojava, in de rebelse steden maar ook in al die ‘un million de révolutions tranquilles’ worden elementen uit het denken van Murray Bookchin met vallen en opstaan vertaald naar de nieuwe politieke praktijk van onderuit. De Amerikaanse sociaalgeograaf David Harvey noemt Bookchins voorstellen ‘veruit de meest genuanceerde en radicale plannen voor het creëren van en het verantwoordelijke collectieve gebruik van de zogenaamde commons (alle natuurlijke hulpbronnen die we gezamenlijk bezitten) in een brede waaier van mogelijkheden.’ In zijn ‘Rebel Cities’, legt hij echter, naar mijn aanvoelen meer dan Bookchin die vanuit sociaal ecologisch standpunt een gevaar ziet in de toenemende trend naar megasteden, de nadruk op de emancipatorische kracht die hij op elke straathoek ziet opduiken, ook van grootstedelijke milieus.
Ik vermoed dat er bij vele nieuwe wrikkers in de marge niet dadelijk een belletje gaat rinkelen bij de naam Murray Bookchin – dat hoeft ook niet per se – maar het is zonder meer de grote verdienste van de samenstellers van ‘Sociale ecologie en politiek’ dat zij via Murray Bookchin een link hebben gelegd tussen het anarchistisch gedachtegoed uit de 19de-eeuw en de renouveau ervan in het begin van deze 21ste eeuw. Bovendien is een figuur als Murray Bookchin iemand die de broodnodige link legt tussen (radicaal) groen en (libertair) rood en daaruit kan een beweging die op zoek is naar een nieuwe grammatica voor links alleen maar zijn voordeel doen.

—————

Sociale ecologie en politiek
Murray Bookchin
Kelderuitgeverij, Utrecht
2018
219, € 15
978-79395354