Ga naar de inhoud

Aardbewoner, Verzoen Je Met Je Natuur!

Het mag geen verrassing heten dat er de laatste tijd veel boeken verschijnen die de crisis waarin onze huidige wereld zich bevindt tot onderwerp hebben. De crisis in de breedste zin van het woord, welteverstaan, want naast de corona crisis hebben we ook nog te maken met  een ecologische crisis, een geestelijke crisis en een democratische crisis, om ons tot de meest essentiële te beperken die uiteraard alle met elkaar verband houden. Met name Frankrijk is qua publicaties over deze verschillende crisis rijkelijk bedeeld.

11 min leestijd

(Door Thom Holterman en Mir Haskovic, overgenomen van de website Libertaire Orde)

Daar verscheen in de afgelopen maanden een groot aantal bijzondere analyses, zoals van Mathieu Laine’s Infantilisation: cet État nounou qui nous veut du bien (Infantilisering: de betuttelende staat die voor ons goed wil zijn). Het gaat over de verstikkende rol van de staat die alles in ons leven tot op het bot wil controleren. Verder vindt men het uitstekende Ci-git l’amer – Guérir du ressentiment (Hier het bittere – genezing van wrok) van Cynthia Fleury over de verbittering die binnen alle geledingen van onze samenleving geslopen lijkt te zijn.

De belangrijkste, meest urgente discussie die nu evenwel gevoerd dient te worden is toch echt de klimaatdiscussie, oppert Mir Haskovic. De ecologische crisis waarin we ons momenteel bevinden kan alleen maar als een regelrechte ramp bestempeld worden en het is dan ook hoog tijd om tot actie over te gaan. Actie, het enige medicijn tegen apathie en verbittering, twee virussen die minstens zo hard circuleren als dat andere virus waar de planeet al een jaar van in de ban is. Mir Haskovic schrijft in haar artikel over deze problematiek. Zij concentreert zich hier op twee auteurs, Latour en Cyrulnik. Zij zal vaker van zich laten horen op deze site. Mir, welkom in ons midden. [ThH]

‘Verzetten’

Twee recent verschenen boeken, een van Bruno Latour en het andere van Boris Cyrulnik, respectievelijk een filosoof en een neuro-psychiater, behandelen allebei onze relatie tot de aarde en mogen als een onmiskenbaar tegengif voor deze crisistijd beschouwd worden.

In zijn Où suis-je? – Leçons du confinement à l’usage des terrestres (Waar ben ik? – Lockdown lessen ter gebruik van de mens op aarde) pleit Bruno Latour ervoor dat de mens zichzelf nou eindelijk eens goed in de spiegel aankijkt en zich de vraag durft te stellen ‘waar ben ik?’. En nee, Latour heeft geen GPS nodig zoals sommige lolbroeken op internet opmerkten. We zijn op aarde, zegt de filosoof, we zijn dus des terrestres en dat impliceert dat we gebonden zijn aan ons aardse bestaan. Als we realistisch kijken naar onze situatie, dan moeten we toegeven dat we in een soort permanente lockdown zitten. De mooie blauwe planeet waarop we vertoeven lijkt oneindig, maar in feite is zij begrensd. Er is geen schijn van kans dat we in een nabije toekomst haar vertrouwde atmosfeer zullen kunnen verlaten om ergens anders in de kosmos koloniën te gaan stichten. Eerlijk gezegd is het te hopen voor al die potentieel bewoonbare planeten dat de mens niet hun ongerepte natuur zal komen vervuilen zoals hij dat op aarde heeft gedaan.

De huidige corona crisis drukt ons met de neus op het harde feit dat er inderdaad geen planeet B is en dat we ons maar beter kunnen verzoenen met het leven van hier en nu. De crisis roept tevens een reeks andere vragen op, zoals elke crisis dat pleegt te doen. En wat zou het toch zonde zijn om daar geen lering uit te trekken, vindt Latour. Vandaar de gepaste ondertitel van zijn boek: ‘Lockdown lessen ter gebruik van de mens op aarde’.

Om te illustreren waartoe we door de corona crisis verworden zijn, maakt hij gebruik van Kafka’s De gedaanteverwisseling. Daarin blijkt een man, Gregor Samsa geheten, op een dag bij het wakker worden veranderd te zijn in een gigantisch insect. De mens van nu doet Latour denken aan een gigantisch insect, want hij moet een mondkapje op, is bang voor aanraking, mag niet vrij bewegen en trekt zich uit angst terug in zijn skelet. In een recente tv-uitzending deed Latour, die humor in zijn filosofie niet schuwt, de mens-insect overigens perfect na. Willen we niet voor altijd als dit getransformeerde wezen leven, dat nergens meer lijkt op de mens zoals die ooit was, dan moet echt alles op de schop. Economie? Weg ermee, totaal overbodig. Politiek? Dat kunnen we allemaal beter organiseren. Ravauder is zijn magische motto, wat zoveel betekent als ‘verzetten’. Verzet de zinnen, verzet de systemen waarin we vastzitten. We moeten fundamenteel veranderen, wil deze crisis waarin we verzeild zijn geraakt niet in een catastrofe uitmonden, en catastrofes, zo waarschuwt Latour, zijn onomkeerbaar.

Gregor Samsa pleegt dan ook uiteindelijk zelfmoord, wanneer hij beseft zijn familie in zijn huidige gedaante alleen maar tot last te zijn. Voor ons is het nog net niet te laat, zegt Latour, want een radicale breuk met de absurde fictie waarin de mens is gaan geloven met al die valse waarden die ons zijn opgedrongen, zal een andere, positieve gedaanteverwisseling tot resultaat hebben. Een transformatie die onontbeerlijk is, willen we niet allemaal als Gregor Samsa eindigen. Où suis-je? – Leçons du confinement à l’usage des terrestres vormt samen met Où atterrir? (Waar te landen?) (2017) en Face à Gaïa (Tegenover Gaïa) (2015) Het slotstuk van een volwaardige trilogie waarin Latour zijn denkbeelden over de ecologie uitwerkt, een onderwerp dat steeds meer centraal is komen te staan in zijn filosofie. 

Veerkracht

Waar Latour vanuit een filosofisch-politiek oogpunt onze situatie analyseert, toont Boris Cyrulnik ons vanuit een psychologisch/psychiatrisch standpunt met concrete voorbeelden hoezeer de mens gebonden is aan de aarde en in welke mate hij door haar wordt gevormd. Cyrulnik is wellicht de meest gevierde neuro-psychiater van Frankrijk. Van Joodse komaf, ontsnapte hij ternauwernood aan de nazi-vervolging. Als vijfjarig jongetje vluchtte hij van boerderij naar boerderij, op de hielen gezeten door de Duitsers. Die ervaringen hebben ertoe geleid dat hij andere mensen wilde genezen van hun trauma’s en zo ontwikkelde hij een theorie rond het begrip résilience (veerkracht), waarmee hij grote bekendheid verwierf. Mensen kunnen door hun aanpassingsvermogen en veerkracht herstellen van een trauma, mits hun omgeving ze daarin steunt. Het vermogen tot résilience is in feite eigen aan de soort mens en meer dan ooit zouden we ons dan ook op haar moeten beroepen om de crisis waarin we gevangen zitten te boven te komen.

We hebben invloed op onze omgeving en op haar beurt heeft de omgeving invloed op ons. Dat hebben we lang ontkend, omdat we de aarde als een onuitputtelijk bron van grondstoffen zagen die alleen maar geschapen leek om ons te dienen. Het is hoog tijd om dat absurde denken los te laten, vindt ook Cyrulnik. In zijn onlangs verschenen boek Des âmes et des saisons – Psycho-écologie (Over zielen en seizoenen – Psycho-ecologie), inmiddels een bestseller in Frankrijk, vertelt hij hoe onze hersenen al na vier uur een verandering ondergaan als we verstoken blijven van elk menselijk contact. Daarom is er is volgens hem momenteel een ware ‘slijtage van de ziel’ gaande na al die lockdowns die de mensheid het afgelopen jaar voor zijn kiezen heeft gehad.

Zijn  helder geschreven boek weet op een fraaie manier wetenschappelijk onderzoek te koppelen aan beschouwingen over de plaats van de mens in de natuur en de wereld. Zo geeft hij een prachtig voorbeeld van volkeren uit de Himalaya. Heel hoog gevestigd nabij de toppen van de Mount Everest, houden zij er andere gebruiken en feesten op na dan de volkeren die lager wonen. Door een lager zuurstofgehalte baren de vrouwen er kleinere baby’s dan de vrouwen uit de lager gelegen gebieden. Een ander, meer verontrustend voorbeeld, betreft het overmatige gebruik van microplastic. Onderzoekers weten sinds kort dat  deeltjes daarvan zelfs tot de toppen van de hoogste bergen kunnen reiken, waardoor het milieu wordt aangetast en veranderingen ondergaat. Er is zelfs microplastic in de placenta’s van zwangere vrouwen aangetroffen en het is vooralsnog onzeker wat voor effect dat zal hebben op de pasgeborenen, maar dat het invloed zal hebben is zeker.

En zo zijn er nog talloze andere voorbeelden, want alles wat we doen, zo laat Cyrulnik weten, zelfs de kleinste veranderingen die we aanbrengen, hebben een ingrijpende invloed op onze omgeving en bijgevolg ook op onszelf. Hiermee maakt hij in feite korte metten met een neoliberale ideologie die ons wijsmaakt dat de mens alleen als individu bestaat en geen onderdeel uitmaakt van een gemeenschap, laat staan dat hij door de natuur gevormd wordt. We hebben een maatschappij gecreëerd, zo stelt hij, waarin onoverbrugbare verschillen zijn ontstaan in levenskwaliteit en ontwikkeling. Zwangere vrouwen die in armoede leven, zo laat Cyrulnik zien, produceren stresshormonen die de hersenen van hun baby’s aantasten. Ook meisjes die in een kansarme omgeving opgroeien, slecht voedsel nuttigen, niet over voldoende  ruimte beschikken, opgesloten dat ze zijn in te kleine woningen met te veel mensen, die bovendien slachtoffer zijn van spanningen en agressie thuis – wat eigen is aan dergelijke omstandigheden – menstrueren een paar jaar eerder dan dochters van welgestelde ouders.

Cyrulniks boek laat er evenmin twijfel over bestaan dat de huidige crisisbestrijding volkomen verkeerd is. Hoe komen we erbij onze kinderen en jongeren aan zulke strenge maatregelen te onderwerpen waardoor ze in een regelrecht isolement beland zijn en zich niet verder kunnen ontwikkelen? Tot zulke maatregelen overgaan is een ontkenning van alles wat we zijn en alles wat we nodig hebben om verder te komen: namelijk elkaar. Dat collectieve principe vormt de kern van zijn betoog. Wij zijn afhankelijk van de ander om onszelf te worden en wie we worden is niet alleen afhankelijk van onze cultuur en ons sociale verkeer maar ook van onze directe plaats op aarde. In een wereld waarin we geteisterd worden door één en dezelfde ideologie, het neoliberalisme, met als gevolg een rits van maatregelen tegen corona die vrijwel overal identiek zijn – lockdown, avondklok, afzondering – is het het geluid van Cyrulnik niet alleen heel verfrissend, maar ook absoluut noodzakelijk.

Bewijzen zijn er in overvloed dat er een wisselwerking is tussen onszelf en ons milieu, in de breedste zin van het woord. Maar op dit moment voelt het alsof wij als een verzameling domkoppen met z’n allen op een muur afsnellen, terwijl de wijzen aan de zijlijn luid roepen om hard op de rem te trappen. We kunnen veranderen, zegt Cyrulnik, want onze grootste kracht is onze veerkracht en aanpassingsvermogen dat we moeten aanwenden om de natuur die ons elke dag weer vormt zodanig te behandelen dat we haar en onszelf geen schade meer toebrengen.

Waar veel andere neuro-wetenschappers vaak uitkomen bij een platslaand determinisme – onze hersenen zijn zus en zo en daarom doen we dit en dat – gaat Cyrulnik een  diametraal tegenovergestelde kant op. In zijn visie zijn wij actoren die niet hoeven te lijden onder ons bestaan maar haar vorm kunnen geven. Hij pleit voor het loslaten van vooroordelen, het binaire denken en andere achterhaalde opvattingen over de mens en de natuur, voorwaarden om ons vrij te maken. die ons alleen maar vrijer kunnen maken. 

Zones om te verdedigen

De ideeën van zowel Latour als die van Cyrulnik hebben hun voedingsbodem in het verleden. Zo haalt Bruno Latour veelvuldig de Gaia-hypothese aan, een theorie die in 1969 door James Lovelock werd geformuleerd en die uitgaat van het idee dat al het leven op aarde in feite als één groot organisme functioneert. Er is, wellicht ingegeven door de toenemende zorg om het milieu, momenteel overduidelijk een grote behoefte aan een discours waarin onze relatie tot de natuur centraal komt te staan, getuige de populariteit van de twee hierboven besproken boeken.

Maar wat is eigenlijk die natuur? Zij lijkt op haar best de ruimte waarin het goed vertoeven is om bijvoorbeeld een zondagswandeling te maken en op haar slechtst iets wat we moeten verslaan of bedwingen, willen we onze foute doelstellingen kunnen realiseren. Evenwel, in geen van deze twee scenario’s lijken we te beseffen dat we zelf onderdeel van haar zijn. Wij zijn de natuur en zij is ons. Waar een verzoening toe zal leiden is geen achteruitgang, geen passieve houding waarin we slechts haar wetten dienen te gehoorzamen. Integendeel, zij is de voorwaarde voor ons voortbestaan. In de praktijk kan dat betekenen dat er meer initiatieven in de trant van de ZAD – Zône à défendre – ontstaan, zones waarin de natuur met alle macht en collectief verdedigd wordt tegen verdere uitbuiting of vernietiging door de mens. Het zal het ontstaan van kleinere gemeenschappen bespoedigen, omdat in kleinschalige gemeenschappen – zo laat bijvoorbeeld de bezetting van de Notre Dame des Landes door de zadisten zien – de mens per definitie dichter bij de natuur staat. Initiatieven zoals ecodorpen of duurzame woongroepen laten eenzelfde scenario zien. Kortom, wie de wereld echt wil veranderen, kan niet om de natuur heen, en wie de natuur koestert, wil een andere vorm van samenleven. 

Mir Haskovic