2 + 2 = 5: Raoul Peck over Orwell
De gerenommeerde filmmaker Raoul Peck verblijdt de bioscopen momenteel met een lange poëtische documentaire over het denken van George Orwell.
Orwell ligt met zijn kritiek tegen autoritaire politiek – waarbij hij bepaald geen uitzondering maakte voor het ‘ reëel bestaande communisme’ – nogal moeilijk bij marxisten. Ik was dan ook benieuwd welk beeld Raoul Peck, die eerder een film over (de jonge) Marx had gemaakt, van de schrijver had gemaakt.
De documentaire stelt bepaald niet teleur, en/maar laat de kijker na twee uur beelden en tekst in lichte verwarring achter. Dat zal deels de bedoeling van de maker geweest zijn: je moet vooral zelf conclusies trekken. Propaganda is immers het probleem. Raoul Peck zal met dat probleem geworsteld hebben. Hoe maak je een film over het misbruik van dergelijke boodschappen door politieke machthebbers, zonder zelf tot propaganda te vervallen.
De filmmaker heeft dat opgelost door geen coherent lineair verhaal neer te zetten, maar associatief en poëtisch de beelden en de teksten elkaar te laten opvolgen en aanvullen. Dat vergt wel wat van de kijker. We krijgen bijvoorbeeld allerminst een chronologisch, biografisch epistel. En ook de boeken van de man die centraal staat, komen nooit centraal te staan en worden niet uitgelegd.
De film gaat vooral over Orwell’ s ideeën en bevindingen, en dan met name die over macht en propaganda. En daarin is Raoul Peck dan weer zeer politiek en ondogmatisch. Net als Orwell zelf, die in het begin van de film geciteerd wordt als hij stelt dat hij in zijn werk altijd partij kiest om een of andere onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen. (My starting point is always a feeling of partisanship, a sense of injustice).
Peck, zelf afkomstig uit Haïti, het eiland dat een gruwelijke geschiedenis heeft met Frans en Amerikaans/westers imperialisme, maakte eerder indrukwekkende films over racisme en zwarte denkers als James Baldwin (I Am Not Your Negro) en over Kolonialisme (Exterminate All The Brutes) en begint de film ook met bevindingen van Orwell over zijn eigen ervaringen met imperialistische overheersing. Orwell was in zijn beginjaren als politie-agent werkzaam in Birma en heeft daar dermate schokkende ervaringen opgedaan, dat dat hem voor de rest van zijn leven heeft veranderd. Een van de gevolgen daarvan is dat hij naar Spanje ging toen daar de burgeroorlog tegen de fascisten van Franco uitbrak. Daar maakt hij nieuwe verschrikkingen mee, onder andere doordat hij zag hoe de stalinisten met steun van Moskou huis hielden onder links en anarchisten.
Orwell kreeg er onder andere een hekel door aan politiek op zich. Hij vond dat mensen zich zoveel mogelijk moesten ontworstelen aan beheerst te worden en prima in staat waren hun eigen boontjes te doppen. Hij had in Spanje trouwens gezien hoe ze ook in staat zijn voor een revolutie te strijden.
Daar krijg je in de film niet veel van mee. Peck zal gedacht hebben dat de kijkers dat nu wel weten, en laat vooral Orwell zelf aan het woord. Dat wil zeggen, nauwelijks met beelden, maar vooral met stukken tekst, voorgelezen door acteur Damien Lewis.
We volgen Orwell tussendoor ook zelf, met beelden van zijn laatste verblijf, op het eiland Jura, onderdeel van de Schotse Hebriden. Orwell heeft longaandoeningen en is nauwelijks in staat om te werken. Maar hij voltooit ternauwernood het beroemde 1984 en dat werk en de ideeën die hij er mee probeert duidelijk te maken – naast Animal Farm – vormt de hoofdmoot van de film.
Raoul Peck mengt flarden uit de boeken met beelden van bestaande politieke macht en machtsvertoon dat soms moeilijk aan te zien is vanwege de intensiteit. De montage is vaak van grote kracht en schoonheid. Trump als Big Brother lag natuurlijk voor de hand (maar Poetin zit er ook tussen, en Stalin) maar de scenes met zijn gelovige achterban zijn zeer sterk. Orwell heeft er voor gewaarschuwd, en Peck doet dat met deze film nog eens. Ze gaan oorlog als vrede verkopen, en andersom, en onwetendheid en slavernij tot deugd verheffen. En dat gebeurt niet alleen met pure overmacht, maar ook met technologische macht. Een van de interessante aspecten aan de film is de aandacht voor AI en autoritaire politiek.
Hoewel deprimerend als je bedenkt hoeveel daarvan nu aan de winnende hand is, waagt Peck zich toch aan wat optimistische voorspellingen over hoe we van onderop terug kunnen strijden. De proles uit 1984, waarvan meerdere oude filmversies voorbij komen, zijn de enige verdedigingslinie tegen fascisme en autoritarisme.
De film maakt vooral, en dat zal ook het doel zijn geweest, nieuwsgierig naar het werk van de auteur zelf. Gelukkig is dat allemaal – al dan niet vertaald – nog steeds goed beschikbaar. De vier delen gebundelde essays bij Penguin bijvoorbeeld (Collected Essays 1920-1950) geven een prachtig overzicht van de schrikbarend jong gestorven consequente antifascist (en antimilitarist) waar Peck nu precies op het goede moment een monument voor heeft opgericht.