Washington heeft laatste woord over transparantie in de EU
9 januari 2014 – In 2010 sloot de Europese Unie (EU) een akkoord met de Verenigde Staten (VS) over de uitwisseling van financiële informatie met het oog op terrorismebestrijding. Dit TFTP-akkoord (Terrorist Finance Tracking Program), wordt ook wel ‘SWIFT-akkoord’ genoemd, omdat het de in België gevestigde banktransferfirma SWIFT is die over de gegevens beschikt. Wanneer de VS vragen om financiële gegevens van een EU-ingezetene, moet de Europese politiedienst Europol nagaan of de vraag binnen het TFTP-kader valt en geeft dan opdracht aan SWIFT om de gevraagde informatie door te spelen.
(Bron: website Ander Europa)
Wordt het recht op privacy gewaarborgd ? Daarover waakt alleen een interne dienst van Europol zelf, de joint-supervisory body (JSB). Maar zowel de JSB als de Europese Commissie zeggen zelf dat de meeste gegevens gaan over personen die geen enkele band hebben met het terrorisme. Er worden hele bestanden met gegevens doorgegeven, omdat Europol niet de middelen zou hebben om er het gevraagde uit te halen [1]. Alsof dit nog niet volstaat, bleek uit door Snowden naar buiten gebrachte ‘Wikileaks ‘-documenten dat de de Amerikaanse NSA (National Security Agency) op eigen houtje ging snuffelen in de SWIFT-databanken.
Dit ging zelfs een aantal Europarlementsleden te ver, en de Europese Commissie werd verzocht het samenwerkingsakkoord TFTP met de Amerikanen op te schorten, wat de Commissie weigerde. Ondertussen werd ook duidelijk dat de concrete handelwijze van Europol berust op een geheim akkoord tussen de Europese Commissie en de VS, vastgelegd in een werkdocument met ‘technische modaliteiten’ opgesteld door Europol’s JSB. Toen de Nederlandse europarlementariër Sophie In’t Veld (D66) dit document opvroeg, werd het geweigerd. Reden ? Het bevat voor de Amerikanen gevoelige informatie, en deze stellen daarom hun veto op het inkijken van het document. De Europese ombudsvrouw Emily O’Reilly ging er zich nu mee bemoeien, maar inzage werd ook haar geweigerd (april 2014).
Gisteren (8 januari) was er een discussie in de LIBE-commissie (Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken) van het Europees parlement over de kwestie, met deelname van de Europes ombudsvrouw en de Europese Commissie. In haar uiteenzetting wees O’Reilly erop dat dus op gezag van een vreemde mogendheid aan EU-instanties inzage wordt geweigerd in een document dat door een EU-instantie (JSB) werd opgesteld. Let wel, men vraagt niet eens publicatie van het document, alleen inzage door de ombudsdienst, waaruit moet blijken dat Europol handelde volgens de afgesproken regels. “Voor de eerste keer in twintig jaar wordt aan de Europese ombudsdienst het wettelijk voorziene recht tot inzage van een EU-document geweigerd, zelfs onder de voorwaarde tot volledige geheimhouding”, aldus O’Reilly.
Nog geen twee maanden geleden verklaarde de nieuwe Commissievoorzitter Juncker:
“Wij kunnen geweldig werk leveren, maar dat is niets waard als wij er niet in slagen de steun en het vertrouwen te winnen van de burgers waar wij voor werken. Laten wij dus transparanter te werk gaan, aangezien wij niets te verbergen hebben.”
Dit leek een hele opluchting, want dezelfde Juncker zei nog in 2011, toen voorzitter van de eurogroep, dat hij “voorstander is van geheim overleg” en “bereid is aangevallen te worden wegens onvoldoende democratische ingesteldheid“.
Transparantie, openheid, democratie, voor de EU-leiders zijn het slechts slogans waarmee ze proberen vliegen te vangen. Maar de vliegen kennen stilaan de trucs. Nu hopelijk nog wat meer wanneer de Commissie het opnieuw heeft over haar enorme transparantie in de onderhandelingen met de Amerikanen over het TTIP-vrijhandelsverdrag. (hm)