Strijd tegen belastingontwijking: grootste slachtoffers niet betrokken
(Bron: DeWereldMorgen)
Begin 2015 willen de twintig grootste economieën beginnen met het automatisch delen van belastingsinformatie. De aangekondigde maatregelen lijken een reactie op de toenemende morele verontwaardiging die is aangewakkerd door grootschalige belastingontwijking door multinationals als Apple, Google en Starbucks.
Zo maakte Starbucks in 2012 bijvoorbeeld 400 miljoen pond winst in Groot-Brittannië, maar betaalde zij geen vennootschapsbelasting in dit land. Starbucks kwam hiermee weg door de royalty’s naar een Nederlandse zusteronderneming te sturen, haar koffiebonen in Zwitserland te kopen en hoge rentes te betalen om zo geld te kunnen lenen uit andere onderdelen van het bedrijf.
“Gemiddelde arbeider Mozambique subsidieert goedbetaalde professional Londen”
Echter zijn niet alleen de G20-staten, maar vooral ontwikkelingslanden de dupe van het falende belastingsysteem. “De gemiddelde arbeider in Mozambique subsidieert binnen het huidige systeem de goedbetaalde professional in Londen”, aldus Tim Jones van de Engelse Jubilee Debt Campaign.
Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) verliezen ontwikkelingslanden drie keer zoveel geld aan belastingparadijzen als het geld dat zij jaarlijks aan ontwikkelingshulp ontvangen. BBC News stelt dat Afrika in de periode 1970-2010 meer dan 600 miljard euro aan belastinggeld is misgelopen.
Slechts enkele ontwikkelingslanden participeren
Tijdens de top in Sint-Petersburg beloofden de G20-leiders ontwikkelingslanden te helpen bij de aanpak van belastingontwijking, door hulp te bieden bij het opsporen van fondsen in belastingparadijzen. Om ontwikkelingslanden te laten participeren aan het nieuwe systeem moeten er volgens de leiders echter nog wat obstakels worden overwonnen.
Zo moeten ontwikkelingslanden vertrouwelijkheid en correct gebruik van informatie kunnen garanderen. Slechts enkele ontwikkelingslanden behoren dan ook tot de vijftig landen die de zogeheten Multilateral Convention on Mutual Administrative Assistance in Tax Matters hebben ondertekend.
Hulporganisaties: maak ontwikkelingslanden volwaardig partner
Dit gegeven leidde tot diverse verontwaardigde reacties bij hulporganisaties die zich inzetten voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Oxfam benadrukt dat juist Afrika het grootste slachtoffer is van een falend mondiaal belastingsysteem. Volgens Emma Seery, woordvoerder van Britse tak van Oxfam, moet “de G20 zich schamen voor het feit dat ze een economisch systeem leidt dat bedrijven toestaat om Afrika in deze mate uit te knijpen”.
Ook ActionAid beaamt dat ontwikkelingslanden volwaardig partners moeten zijn in het internationale plan om belastingontwijking aan te pakken. ActionAid-woordvoerder Chris Jordan: “Gebrekkige belastingregels laten toe dat bedrijven miljarden aan belastingen ontduiken, waardoor overheden van arme landen het nodige geld voor essentiële openbare voorzieningen als scholen en ziekenhuizen mislopen.” Volgens Jordan is het van essentieel belang dat ontwikkelingslanden kunnen meepraten over het nieuwe stelsel, zodat de mondiale belastingregels niet bepaald worden door de grootmachten.
Eric Goeman van het Financieel Actie Netwerk in België is eveneens van mening dat de G20 plannen maakt boven de hoofden van ontwikkelingslanden. “Er wordt vooruitgang geboekt”, stelt Goeman. “Maar zolang de meerderheid van de landen nog niet evenwaardig betrokken is bij het geheel, is dit onvoldoende”. Volgens Goeman zou het initiatief dan ook in handen van de Verenigde Naties moeten komen zodat er een mondiaal plan komt.
Een gevecht tegen de bierkaai
Goeman zegt ook dat terwijl de G20 plannen maakt, er allerlei nieuwe belastingparadijzen als paddenstoelen uit de grond schieten. “Neem bijvoorbeeld Gambia. Onlangs heeft dit land contact gelegd met honderden multinationale ondernemingen.”
Soms gaat het volgens Goeman slechts om steden. Zo is Nairobi volgens het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalisten (tevens verantwoordelijk voor de geruchtmakende Offshore-leaks, waarbij details over ruim honderdduizend offshore rekeningen werden vrijgegeven) momenteel in overleg met de Britse financiële sector over het voornemen om een ‘onafhankelijk financieel centrum’ te worden. “Er is momenteel sprake van een totale belastingcompetitie”, stelt Goeman.
“Al die G20-landen hebben een belastingparadijs in eigen achtertuin”
Een bijkomend probleem is dat veel Afrikaanse landen geen efficiënte belastingdiensten hebben. Zo heeft Nederland één belastingsambtenaar op de 333 inwoners, terwijl Nigeria er één per 28.000 inwoners heeft.
Goeman: “De OESO wil ontwikkelingslanden hierbij helpen, via de zogenaamde Tax Inspectors Without Borders. Op dit moment klinkt dit echter wat hypocriet.”
“Al die G20-landen gedogen immers belastingparadijzen in hun eigen achtertuin, zodat zij een magneet blijven voor kapitaalinvesteringen. Waarom pakt Obama bijvoorbeeld niet Delaware aan? En hoe kan Cameron in het Lagerhuis beweren dat Guernsey geen belastingparadijs is? De grote landen zouden moeten beginnen met zelf het goede voorbeeld geven.”
Radicale hervorming blijft uit
Op de vraag in hoeverre men de plannen van de G20 als oprecht zou moeten beschouwen reageert Goeman dan ook met gemengde gevoelens. “De vergrote aandacht voor belastingontwijking heeft drie grote oorzaken: de Offshore-leaks, de continue druk van actiegroepen als het Tax Justice Network en de crisis. Regeringen zijn op zoek naar geld.”
“Maar juist daar wringt het schoentje. Aan de ene kant willen regeringen wel verandering, maar aan de andere kant willen ze het systeem niet radicaal hervormen”, aldus Goeman. En dit terwijl een radicale hervorming volgens Goeman juist nodig is.
“Een mondiaal belastingsysteem klinkt nu nog heel utopisch. Maar zo lang er geen sprake is van een dergelijk systeem, zullen staten zich blijven beroepen op hun fiscale soevereiniteit en zo de belastingcompetitie in stand houden.”
“Als je niet alle gaten dicht, dan blijft het systeem zo lek als een zeef“, stelt Goeman. Volgens hem ligt de oplossing in een verbod op transfer pricing en een volledige en automatische uitwisseling van alle fiscale gegevens.
“Op deze gevechten moet de sociale beweging blijven inzetten, zonder de greep te verliezen op de G8 en G20. Hierbij moeten we volledige betrokkenheid eisen van alle ontwikkelingslanden. Want wat voor ons een sociaal drama is, is voor hen intussen een tragedie.”
Een werkgroep bestaande uit internationale organisaties (waaronder de VN en de OESO) heeft toegezegd de obstakels die ontwikkelingslanden moeten overwinnen om deel te nemen aan het systeem te inventariseren. Deze werkgroep zal tijdens het volgende G20-overleg in november rapport uitbrengen.