Ga naar de inhoud

Portugal: Stroom is nu Chinees

LISSABON – Net voor het eind van het jaar is het duidelijk: het staatsbelang in het energiebedrijf EDP is verkocht aan een Chinees bedrijf. De verkoop vormt de aftrap van een reeks privatiseringen die zijn weerga niet kent in de geschiedenis van het land.

3 min leestijd
Placeholder image

(Het origineel bij deWereldMorgen)

De firma China’s Three Gorges Corp troefde Duitse en Braziliaanse concurrenten af met 2,7 miljard euro. Het verwerft daarmee 21 procent en wordt de grootste aandeelhouder. De staat behoudt 4 procent. Het is de Chinezen niet alleen te doen om de Portugese stroom. Volgens de Chinese gigant opent dit de deur naar meer investeringen.

Eisenpakket

De privatisering van het energiebedrijf vormt de eerste stap van het eisenpakket waar Portugal voor heeft getekend voor het verkrijgen van de noodlening van 78 miljard euro in mei. Ook andere diensten moeten worden geprivatiseerd, zoals de lucratieve nationale luchthaven, de nationale luchtvaartmaatschappij en de postdienst CTT. De aandelen die de staat bezit in het nationale oliebedrijf en het bedrijf dat het elektriciteitsnet beheert, mogen later worden verkocht, wanneer de markt aantrekt.

Maar deze en andere privatiseringen zijn niet de enige eis van de “trojka” van crediteuren, het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Unie en de Europese Centrale Bank. Ook moet de arbeidsmarkt worden hervormd, het ontslagrecht versoepeld, pensioenen en lonen bevroren, uitkeringen verlaagd, belastingen verhoogd en de uitgaven beperkt. Portugezen hebben nu recht op 25 vakantiedagen en vakantiegeld ter hoogte van twee maandsalarissen. Dat moet allemaal minder worden.

Bezet

Het lijkt of het land bezet is door vreemde mogendheden, zei de voorman van de centrale vakbond CGTP, Manuel Carvalho da Silva. “Dat laat zien dat de regering niet meer regeert voor de burgers, maar voor de economische en financiële groepen.” Dit is “sociaal terrorisme”, zei hij.

Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van het Franse maandblad Le Monde Diplomatique, schreef dat het kapitalisme alleen in de EU nog werd verzacht door sociale maatregelen. Helaas, “de markten tolereren dat niet langer en willen het vernietigen. […] Dat is de strategische missie van de technocraten die de teugels van de regering hebben overgenomen.”

Volgens sommigen is dit een herhaling van Chili in de jaren zeventig en tachtig, waar generaal Augusto Pinochet de vrije hand kreeg om de economie te modelleren volgens de neoliberale opvattingen van economen uit de Chicago School, zoals Milton Friedman.

José Cademartori, de minister van Economische Zaken onder Pinochets linkse voorganger, Salvador Allende (1970-1973), deelt de analyse van Ramonet. “De Europese elite wil de voordelen van de welvaartsstaat uit de weg ruimen of tot een minimum beperken”, zegt hij desgevraagd. “Ze zijn terecht bang dat ze invloed verliezen aan China en andere landen met lage arbeidskosten.” Daarom kiezen ze nu voor een “neoliberalisme in de stijl van het Chileense dictatorschap, zelfs als dat betekent dat de armen en de middenklasse jaren moeten lijden. Ze begrijpen dat dit het goede moment is om het snel te doen, nu het protest verzwakt of verdeeld is. Er staat hier heel veel op het spel.”