Ga naar de inhoud

Politie in Italie wordt vervolgd voor geweld tijdens Genua 2001

Dit weekend werden 73 hooggeplaatste Italiaanse politiefunctionarissen officieel beschuldigd van geweldpleging, machtsmisbruik, en het vervalsen van bewijzen tijdens de G8-betogingen van Genua.

5 min leestijd
Placeholder image

Na twee jaar en twee maanden onderzoek kregen 73 Italiaanse politieagenten bericht dat het onderzoek is afgerond en ze elk moment kunnen worden opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen. In een paginadik dossier, met op de voorpagina de foto van een zwaargewonde activiste, adviseren de Genuaanse onderzoeksrechters dat “niet de soldaten, maar de generaals” voor de wandaden van Genua moeten worden gestraft.

Kopstukken van de Italiaanse antiterroristencel, van de oproerpolitie en van de Italiaanse BOB krijgen de zwaarste beschuldigingen voorgeschoteld : machtsmisbruik, valsheid in geschriften, laster, aanranding, toebrengen van slagen en verwondingen, verbaal geweld en het onwettig gebruik van hun openbaar ambt. Het dossier legt een bom onder de regering Berlusconi, want die had steeds volgehouden dat het politiegeweld in Genua de verantwoordelijkheid was van ‘enkele rotte appels’ bij de lagere echelons van de Italiaanse politie.

De opdrachtgevers

Volgens het rapport werd de “huiszoeking” in de Diaz school tijdens voorafgaande vergaderingen gepland en werd de opdracht tot de bloedige inval gegeven door:
– Francesco Graterri: hoofd van de anti-terroristencel en beschermeling van Gianni de Gennaro, hoogste chef van de Italiaanse politiediensten;
– Arnaldo La Barbera: ondertussen overleden, maar toen hoofd van de anti-terroristencel;
– Giovanni Luperi: de nummer twee van de antiterroristencel en destijds de rechterhand van Arnaldo La Barbera;
– Lorenzo Murgolo: de rechterhand van Andreassi, de assistent van politiechef Gianni de Gennaro.
Bovenstaande kopstukken hebben volgens het rapport hun positie misbruikt om 93 arrestanten vals te beschuldigen van “oncontroleerbaar verzet tegen de politie” en het “gebruik van oneigenlijke wapens”. Ze gaven hun ondergeschikten de opdracht valse verklaringen af te leggen en maakten zich daarbij schuldig aan misbruik van hun openbaar ambt, laster en valsheid in geschriften.

De uitvoerders

In totaal waren een 200-tal agenten betrokken bij de inval, maar in het dossier worden enkel de ‘opdrachtgevers’ -vaak in burger en dus geïdentificeerd op de videobeelden- beschuldigd. Samen met andere agenten zouden ze herhaaldelijk slagen en verwondingen hebben toegebracht aan weerloze personen die aan dit “buitensporig en onwettig gebruik van geweld” zware verwondingen overhielden : een schedelbreuk, een gebroken arm, een gespleten milt, verwonde testikels. De hoogst geplaatste beschuldigden zijn:
– Vincenzo Canterini: chef van de gespecialiseerde oproerpolitie uit Rome;
– Michelangelo Fournier: rechterhand van Canterini;
– de acht korpsoversten van de aanwezige oproerpolitie.
Voor de inval in de Pascoli school, waarbij -volgens Francesco Gratteri ‘per vergissing’- het mediacentrum kort en klein werd geslagen, worden drie oversten van de mobiele eenheid (Salvatore Gava, Alfredo Fabbroncini en Luigi Fazio) beschuldigd van het vernielen van computers, arbitraire huiszoeking en het verduisteren van een harde schijf met gefilmd bewijsmateriaal.

De fabricanten van valse bewijzen

Kort na de feiten werd door het lokale televisiestation “Primocanale” gefilmd hoe Giovanni Luperi samen met Francesco Graterri en Vincenzo Canterini probeerde om het bloedbad te verantwoorden door 2 molotovcocktails de school binnen te smokkelen. Voor deze feiten worden de kopstukken van de Italiaanse politie beschuldigd van laster en valsheid in geschriften. Ook Pietro Troiani, ondercommissaris van de romeinse oproerpolitie en zijn chauffeur, Michele Burgio, die de molotovcocktails tot bij de Diaz school brachten, worden officieel beschuldigd.
Niet alleen molotovcocktails maar ook een schijngevecht zou moeten gelden als verantwoording voor het bloedige optreden van de politiediensten. Er werd een vals proces verbaal opgemaakt over een scène waarbij een manifestant met een mes in de kledij van agent Massimo Nucera zou hebben gesneden. Zowel Massimo Nucera zelf als inspecteur Maurizio Panzieri, die het valse verhaal van Nucera bevestigde, worden beschuldigd van valsheid in geschriften.

En de rest ?
In totaal worden 30 min of meer hooggeplaatste politiefunctionarissen beschuldigd voor hun aandeel in de feiten in en rond de Diaz en Pascoli school. Een hondertal andere agenten van de lagere echelons werden niet geïdentificeerd en ontsnappen voorlopig aan een proces.
Het hoofdkwartier van de mobiele eenheid van Genua, de kazerne van Bolzaneto, werd tijdens de G8 protesten gebruikt als verzamelplaats voor lukraak aangehouden activisten. Volgens het dossier van de onderzoeksrechters maakten agenten, bewakerspersoneel, en ook de medische staf zich schuldig aan schending van de meest fundamentele mensenrechten.
Hoofdbeschuldigde is Alessandro Perugini, chef van de Genuaanse BOB, die volgens de onderzoeksrechters “toeliet of niet verhinderde dat de arrestanten op een mensonwaardige en vernederende manier werden behandeld”. De arrestanten werden geslagen en verplicht om gedurende lange tijd een vernederende positie aan te nemen. De agent Massimo Luigi Piccozzi wordt ervan beschuldigd de hand van een jongen te hebben gebroken.
Bij hun verplaatsing in de gangen van de kazerne werden de arrestanten geslaan, bespuwd, bespot en bedreigd door een dubbele rij van bewakingspersoneel die hen beledigingen toewierp in verband met hun politieke overtuiging (“communistische honden”, “communistische smeerlappen”, “roep Bertinotti (leider van de Italiaanse communistische partij) nu maar”, “Ik zal u een beetje Che Guevara en Manu Chao geven”, “klootzak Che Guevara”), in verband met hun sexuele voorkeur en in verband met hun geloof (“vuile jood”, “vuile flikker”). De arrestanten werden ook verplicht te luisteren naar fascistische liederen (via gsmdeuntjes) en uitspraken (zoals het refreintje : “een, twee, drie, lang leve Pinochet, vier, vijf, zes, dood aan de joden”).
Niet alleen de wet op de administratieve aanhouding werd oneindige keren met de voeten getreden, ook het recht op verzorging en eerste hulp werd door het medische personeel geschonden. De aanwezige dokters Giacomo Toccafondi en Amoalda Amente worden beschuldigd van nalatigheid.
(Bron: Indymedia België)

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Lize (Indymedia België).)