Ga naar de inhoud

Over ‘Ontwikkelingsbank FMO en waarom die beter kan sluiten

Op zaterdag 15 januari werd in Den Haag door de Haagse Mug een kleine bijeenkomst georganiseerd, met aansluitend een soort actie, over de mysterieuze ‘ontwikkelingtsbank’ FMO. Hierbij een kort overzicht van de bij de presentatie gegeven informatie en links naar meer over de bank. Het is hier en daar wat telegramachtig. In de toekomst zal een deel van de genoemde stukken over FMO verder vertaald worden.

17 min leestijd

(Website Haagse Mug)

De tekst van de uitnodiging:

De Haagse ´ontwikkelingsbank´ FMO is een merkwaardige instelling. In 1970 werd ze opgericht om ontwikkelingsprojecten te financieren met geld van Nederlandse ministeries. Vanaf het begin was er een duidelijke gerichtheid op het stimuleren van particuliere investeringen in ondernemingen in wat toen nog genoemd werd de ontwikkelingslanden. Het idee was toen, en nu, dat de bewoners van arme landen erop vooruit zouden gaan als de particuliere sector in hun land zou floreren.

“om de ontwikkelingsimpact van particuliere investeringen te maximaliseren. Het heeft een vergunning als bank en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank. “ (wikipedia)
De bank werd in de jaren 1990 verzelfstandigd (de Nederlandse staat behield 51% van de aandelen) en is ook geregistreerd als “gewone” bank met alle mogelijkheden van dien. Het haalt daarmee ook kapitaal van derden op om projecten mee te financieren. Door de merkwaardige band met de overheid kan de ´bank´ garanties geven voor investeerders die particuliere financiële instellingen niet kunnen geven. Ook kunnen de investeerders vervolgens risico´s lopen die ze elders niet snel zullen aangaan.

De Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden grossiert in het ondersteunen van megaprojecten in het mondiale zuiden. Maar die projecten pakken vaak zeer nadelig uit voor de lokale bevolking en voor het milieu en klimaat. zoals Feronia/Unilever in Congo DRC, de Barro Blanco-stuwdam in Panama en de FICOHSA-bank in Honduras.

De FMO kan daarom beter stoppen met haar projecten – maar eerst nog herstelbetalingen doen voor de aangerichte schade!
Aansluitend aan de presentatie zal er per fiets of tram een tocht naar het kantoor van FMO gehouden worden, om de

plek te markeren waar dit soort beleid gemaakt wordt. In de hoop dat er acties zullen volgen, tot de ‘bank’ herstelbetalingen doet en wordt gesloten.

CICC

Aanleiding voor deze aandacht voor de FMO, was de ‘rechtszaak’ die eind oktober werd georganiseerd in het kunstencentrum Framer Framed in Amsterdam, de CICC (Court for Intergenerational Climate Crimes)

Daar werden drie Nederlandse multinationals en de Staat der Nederlanden ‘berecht’ en de FMO kwam meermaals opduiken. Vooral in het geval van de voormalige plantages van Unilever in Congo DRC, die met hulp van FMO overgingen naar een Canadese investeringsmaatschappij, in plaats van dat ze ten goede kwamen aan de lokale bewoners. De toestand daar is een soort permanente noodtoestand en er vallen regelmatig doden. 

Op een van de plantages (Yalingimba) was een staking gaande ten tijde van onze presentatie om achterstallig loon van arbeiders op de plantage en vandaar dat we hun strijd een hart onder de riem wilden steken door een foto voor het gebouw van de FMO te maken (daarover verderop meer).

De rechtbank van de CICC was opgetuigd met afbeeldingen van uitgestorven diersoorten, die daar de aanklacht kwamen onderstrepen. Als navolging hadden we een grote foto van een tijger meegenomen, nog niet uitgestorven maar wel zwaar bedreigd, net als de overige bewoners van de planeet, door de activiteiten van FMO en consorten.

Maar wat is die FMO nu?

Het Financieele Dagblad publiceerde in december een veelzeggend stuk over de FMO onder de titel
Foute klanten, toezichtmisère en sceptische ngo’s: een groene bank in existentiële crisis
Ht stuk schetst veel problemen, en NGO’s die er kritiek op leveren. In de online versie  wordt ook een samenvatting van de kritiek gegeven:

In het kort  

  • Ontwikkelingsbank FMO financierde bedrijf waarvan de topman werd veroordeeld voor moord op een mensenrechtenactiviste in Honduras.
  • De zaak legt bloot hoe het interne controleapparaat van de ideële bank niet functioneert.
  • FMO, dat wil meedoen met grote banken, heeft te weinig mensen voor klantonderzoek en risicobeheersing.
  • NGO’s vragen zich af wat projecten opleveren voor kwetsbare, lokale gemeenschappen.
  • Groene bank schuwt omgang met brievenbusfirma’s niet.

Ook gebruikt de instelling kennelijk belastingparadijzen:

Kaaimaneilanden
Ook de investeringsconstructies die FMO optuigt via belastingparadijzen als Mauritius en de Kaaimaneilanden kunnen rekenen op steeds meer weerstand. ‘FMO werkt zo mee aan het eroderen van de belastinggrondslag in bijvoorbeeld Afrikaanse landen, waarvan ze beweren dat ze goed willen doen’, zegt belastingexpert Maarten Hietland van Stichting Somo.

Lees hier het volledige artikel. Er volgde een soort discussie in de krant, waarbij iemand, die vroeger adviseur public relations bij de instelling was, de gang van zaken van het bedrijf probeert te verdedigen.
Advokaten voor de in Honduras vermoorde Berta Caceres stellen voor dat de naam ‘ontwrichtingsbank’ beter geschikt is voor FMO.

Foto: screenshot van de website van FMO

Screenshot fmo indonesie

Wat ook minder vaak onder de aandacht komt, is dat FMO zich tot taak stelt om het Nederlandse bedrijfsleven aan opdrachten en projecten te helpen. Het is de aloude ‘koopmansgeest’ die vermengd zou kunnen worden met de liefdadigheid. En ontwikkelingshulp kan zo een lucratieve business worden. Zoals FMO het beschrijft in haar presentatie bij de Nederlandse handelsmissie naar Indonesie: Through our approach, we aim to demonstrate to other investors that strong financial returns and positive impact in developing countries and emerging markets can go hand-in-hand. (Met onze aanpak willen wij andere beleggers laten zien dat sterke financiële rendementen en een positieve impact in ontwikkelingslanden en opkomende markten hand in hand kunnen gaan.) Op de website van FMO blijkt waar het toe voert: ze financieren een terminal van Vopak. 

Los van het FD en Trouw zijn er enkele ngo’s die de projecten van FMO kritisch volgen, met name Stichting Somo, Oxfam Novib, milieudefensie  en Both Ends.

—————–

Drie projecten als voorbeeld:  

Feronia/PHC in DRC Congo:

Volgens FMO op haar eigen website:

In 2015, FMO provided a long long-term loan facility to Plantations et Huileries du Congo S.A (PHC), a palm oil business operating in the Democratic Republic of the Congo (the DRC).
PHC produces crude palm oil and palm kernel oil for domestic consumption. PHC is owned by Feronia Inc, a Canadian agribusiness.
The business currently consists of three palm oil plantations in Boteka (circa 4,000 Ha), Yaligimba (circa 8,000 Ha) and Lokutu (circa 8,000 Ha) which are all in remote areas of the Congo. The business supports the livelihoods of over 100,000 people (through the multiplier effect of direct and indirect jobs and the hospitals and schools that the company provides).
It employs over 8,000 people (permanent as well as seasonal) and is the largest private sector agribusiness employer in the country. The agriculture sector, given its ability to create large numbers of jobs outside the main cities, is a key priority area for the Congolese government.

Wat ze er niet bij vertellen: Unilever is daar begonnen in 1911, had concessie gekregen van de Belgische koning en de boel en pas weer verlaten nadat alles naar de knoppen was (2009) en het lucratiever was om palmolie  op de wereldmarkt in te kopen.

Lokale bewoners wilden hun grond terug, maar in plaats daarvan wordt een doorstart gefinancierd dat wordt opgehangen aan een Canadees bedrijf waarvan allerlei corrupte zakenmannen en de voormalige ambassadeur in London van Kabila betrokken zijn. Dit gaat in 2020 ook weer failliet en wordt dan overgekocht door een constructie die op Mauritius zit.

Zie ook eerder stuk op globalinfo: Palmolie met minachting van mensenrechten.

Zie bijvoorbeeld een stuk op de website farmlandgrab Development finance as agro-colonialism

vertaling: Tot voor kort waren de PHC-activiteiten eigendom van een Canadese financiële onderneming, Feronia Inc. die het bedrijf in 2009 van Unilever had gekocht. In juni 2020 ging Feronia Inc. failliet, ondanks het feit dat het sinds 2013 voor meer dan 150 miljoen US$ aan financieringssteun had ontvangen van Europese ontwikkelingsbanken. Op het moment van het faillissement van Feronia waren de ontwikkelingsbanken eigenaar van Feronia-PHC. Zij bezaten de meerderheid van de aandelen in Feronia Inc., hetzij rechtstreeks (CDC Group uit het VK), hetzij via een investering in een fonds (Proparco uit Frankrijk, AECID uit Spanje en DFC uit de VS), en hebben voor tientallen miljoenen dollars aan leningen uitstaan (CDC – VK, DEG – Duitsland, FMO – Nederland, BIO-België en anderen via de EAIF).

Toen Feronia Inc. ineenstortte, hadden de ontwikkelingsbanken een grote kans om de bezetting van gemeenschapsgronden door PHC, die teruggaat tot de Europese koloniale bezetting van Congo, goed te maken. Zij hadden kunnen onderzoeken hoe zij de concessierechten of participaties in PHC aan de gemeenschappen hadden kunnen overdragen, maar zij waren niet geïnteresseerd. In plaats daarvan hebben de ontwikkelingsbanken de PHC-activa overgedragen aan een op Mauritius gevestigde particuliere participatiemaatschappij, Straight KKM, en hebben zij ingestemd met een massale afschrijving van hun schuld ten gunste van de nieuwe particuliere participatiemaatschappij. Net als Feronia Inc. heeft Straight KKM geen enkele gerapporteerde ervaring met de exploitatie van oliepalmplantages vóór haar betrokkenheid bij PHC.

Lokale bevolking is onder andere georganiseerd in Réseau d’Information et d’Appui aux ONG nationales (Support and Information Network for National Organisations – RIAO-RDC) lang verhaal van verzet en repressie, bijna elke week zijn er incidenten.  bijvoorbeeld deze.
Laatste nieuws: (DRC: politie en leger vuren met scherp op stakende PHC-werknemers in Boteka-plantage)

Met name dagblad Trouw heeft vaker over deze zaak geschreven.  Uit een van de stukken het volgende citaat:

Trouw: Hun inkomen is verzevenvoudigd
(…) Van Oijen (van Milieudefensie, GI) verwijst naar diverse gemeenschappen in Congo die 300 hectare plantage zelf in gebruik namen. “Hun inkomen is verzevenvoudigd en ze zijn eigen baas.” Ze blijft zich erover verbazen dat ontwikkelingsbanken die onderontwikkelde economieën moeten helpen met krediet eerder voor private investeerders kiezen dan voor de mensen waar het omgaat. “Waarom steekt FMO geen geld in lokale Congolese boerencoöperaties om hen uit de armoede te helpen?”, vraag Van Oijen zich af.

Meer dan honderd jaar geschillen

Op de palmolieplantages is volgens het rapport Development Finance as Agro-Colonialism van de elf ngo’s, sprake van misbruik van mensenrechten, ondermijning van arbeidsrechten en geweld tegen lokale gemeenschappen. Bovendien bestaan er al meer dan honderd jaar geschillen over de landrechten. In 1911 verkocht de Belgische koning Leopold de landrechten van de plantages Yaligimba, Lokutu en Boteka aan de voorloper van Unilever. Dit bedrijf verkocht de 25.000 hectare in 2009 aan Feronia.

Voor meer info: https://www.farmlandgrab.org/
world rainforest movement https://wrm.org.uy/
———————-

2e voorbeeld

Barro Blanco Dam in Panama

Beschrijviong op wikipedia:
There is a long-standing conflict between the Ngäbe people and the government concerning mining and the construction of dams for hydropower generation in or near their territory.[6] The Ngäbe-Buglé Comarca was created in 1997 for the use of the Ngäbe and Buglé indigenous communities.[7] Despite this during the 1970s the Panamanian government proposed to dam the Tabasara with a 220MW hydroelectric project designed to supply energy to the proposed Colorado Copper Mines. This project was cancelled following widespread protests.[8] They had won the first battle of the Tabasara dams, however, during the 1990s another project was proposed – this time a 48MW dam, they again successfully defeated this proposal.[9] This thereafter resulted in the Panamanian government changing national law in order to repeal requirements related to participation from indigenous communities.[10]
This long history of conflict regarding their traditional and spiritual lands has resulted in the prolonged social mobilisation of the Ngäbe-Buglé communities.

Zie bij Both Ends
 en Somo:

Achtergrond

In 2011 besloot FMO de bouw van de grote Barro Blanco-stuwdam in de Tabasará-rivier in Panama te financieren. Het project was vanaf het begin zeer controversieel omdat de dam gebouwd werd zonder toestemming van de Ngäbe-Bugle bevolking, terwijl deze – en vooral het grote stuwmeer dat zou ontstaan – enorme gevolgen zou hebben voor de plaatselijke gemeenschappen. In 2011 begonnen de Ngäbe-Bugle daarom, onder leiding van M10, de lokale beweging die opkomt voor de rechten van de getroffen gemeenschap, met hun vreedzame protesten. Het leger sloeg al in 2012 hard terug (er vielen twee doden en 40 gewonden en er werden meer dan 100 mensen opgepakt). In Nederland wees Both ENDS de FMO er vanaf toen al op dat het Barro Blanco-project gepaard ging met grove mensenrechtenschendingen. M10 diende met hulp van Both ENDS en SOMO in 2014 een klacht in bij het klachtenmechanisme van FMO, die in datzelfde jaar in behandeling werd genomen. FMO trok de financiering echter niet terug. In 2016 sprak een delegatie van FMO wel met de Panamese regering over de toekomst van het project, maar dat mocht niet baten. De dam kwam er toch en de gemeenschappen werden niet gehoord. In 2016 werd het reservoir van de dam gevuld en was het stuwmeer een feit.

In april 2021 kondigde de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO aan dat zij niet meer betrokken is bij het Barro Blanco-project, een omstreden stuwdam in Panama. GENISA, het Panamese bedrijf dat de dam bouwde, betaalde de miljoenenlening – onverwacht – vervroegd af. De vraag is in hoeverre FMO, nu de bank zich uit het project heeft teruggetrokken , nog verantwoordelijkheid neemt om de schade en het leed dat is veroorzaakt met de financiering, op te lossen.

De lokale inheemse bevolking is ondertussen uit het gebied verdreven door het wassende water en kan veelal dakloos in naburige steden en dorpen aangetroffen worden.
———–

Ficohsa Honduras

Uit een rapport van Both Ends:

“De meest pikante beschuldiging is dat Ficohsa volgens de ngo’s betrokken was bij de financiering van DESA, een Hondurees bedrijf dat een waterkrachtcentrale wilde bouwen die ook door FMO werd gefinancierd. Tijdens het verzet van de lokale bevolking tegen de bouw van die centrale werd in 2016 de prominente activiste Berta Cáceres vermoord. Dat veroorzaakte een storm van internationale kritiek op de mensenrechtensituatie in het Midden-Amerikaanse land. Toen duidelijk werd dat DESA-medewerkers betrokken waren bij de moord, trok FMO zich terug uit het Agua Zarca-project.

Zie ook op de website van Copinh

Financiering FMO voor Agua Zarca project mogelijk gelinkt aan malafide praktijken

De miljoenenlening die de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO verstrekte aan Hondurese projectontwikkelaars van het bedrijf DESA voor de uitvoering van het omstreden Agua Zarca damproject in Honduras, houdt mogelijk verband met grove corruptie en geldverduistering. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd artikel in het Financieel Dagblad op basis van informatie verstrekt door COPINH, de inheemse organisatie die zich al jaren verzet tegen de bouw van de dam. Meerdere leden van de organisatie, onder andere haar leider Berta Cáceres, werden vermoord. Inmiddels is David Castillo, de directeur van DESA, veroordeeld voor betrokkenheid bij de moord op Berta Cáceres in 2016.

En in FD (Lees hier het volledige artikel)

Waterkrachtcentrale Honduras

Al in oktober 2013 – toen FMO op het punt stond om de Agua Zarca-waterkrachtcentrale in Río Blanco, Honduras te financieren – schreven Berta Cáceres en haar inheemse mensenrechtenorganisatie Copinh een persoonlijke brief aan FMO. Hierin waarschuwde Cáceres dringend voor de zakenlui waarmee de bank op het punt stond in zee te gaan. Andere ngo’s volgden Cáceres’ voorbeeld, maar FMO hield voet bij stuk: het project moest doorgaan.
Tweeënhalf jaar later, toen meerdere bewoners al waren vermoord vanwege hun protest, werd ook Cáceres doodgeschoten, in haar eigen huis. In juli 2021, nadat diverse medewerkers van de waterkrachtcentrale waren veroordeeld tot jarenlange straffen, werd ook ceo David Castillo – waarmee FMO een langdurige klantenrelatie onderhield – schuldig bevonden aan de moord op Cáceres. Voor FMO was dit reden om toch maar openbaar excuses aan de nabestaanden van Cáceres te maken, die al jaren strijden voor gerechtigheid met gevaar voor eigen leven. Zonder hun vastberadenheid was Castillo nooit berecht en zou FMO nu nog zakendoen met de moordenaars van Cáceres.

=============

Klimaatfondsen

Arbaro

twee omstreden fondsen waar FMO nu aan meewerkt hebben te maken met klimaatbeleid. Daar komen nu immers massale subsidies voor vrij en het wordt dan vooral in het mondiale zuiden ingezet om daar bijvoorbeeld monocultuur in bomenaanplant te stichten. Deze zijn voor lokale bevolking vaak desastreus en lijden tot verdrijvingen en het inpikken van hun landbouwgrond.

Het managementteam van Arbaro heeft 4 miljoen US-dollar uit eigen middelen in het fonds geïnvesteerd. Zij verzekerden zich ook van toezeggingen voor 196 miljoen US-dollar van fondsen en banken, waaronder de Europese Investeringsbank, instellingen voor ontwikkelingsfinanciering (zoals FMO uit Nederland en GIZ uit Duitsland), enkele particuliere investeerders, en het Groene Klimaatfonds.
Net als Arbaro is Miro gefinancierd met grote bedragen aan overheidsgeld, voornamelijk van Europese ontwikkelingsbanken, waaronder FinFund uit Finland, CDC uit het VK en FMO uit Nederland. (zie voor meer info bericht op website World Rainforest Movement).

New Forest Company

Een ander voorbeeld is de New Forest Company dat investeert in plantages in Oost Africa.
World Rainforest Movement heeft alarmerende berichten over hun werkwijze in Uganda

Vertaald citaat: NFC profiteert momenteel ook van een nieuw project dat wordt gesteund door het Nederlands Fonds voor Klimaat en Ontwikkeling (Dutch Fund for Climate and Development DFCD); een fonds van 160 miljoen euro (meer dan 185 miljoen dollar) van de Nederlandse overheid dat tot doel heeft financiering uit de particuliere sector te mobiliseren voor koolstofprojecten. Het DFCD wordt beheerd door investeringsmanager Climate Fund Managers (CFM), ngo Wereldnatuurfonds Nederland (WWF-NL) en ngo SNV, en het staat onder leiding van de Nederlandse Ontwikkelingsbank, FMO.

================

Conclusies

Conclusies: FMO kan zich beter opheffen want er profiteren vooral Nederlandse bedrijven van, los van wat elite in het Mondiale Zuiden. Maar ze hebben met de door hen gesteunde projecten veel schade aangericht en hebben nog veel geld dat als schadevergoeding zou moeten worden benut.

triodos Screenshot 2022 01 15 08 59 12

Ondertussen koesteren ze hun image van ‘ontwikkelingsfonds’ en weldoener, wat er onder andere toe lijdt dat een relatief ideele bank als Triodos met ze samenwerkt en er geld in steekt.

Toen we met welgeteld vijf mensen na de bijeenkomst een foto wilden maken bij het gebouw van FMO, in de schadum van station Laan van NOI, werden we al snel lastiggevallen en geintimideerd door politie, die duidelijk al klaarstond. Ze wilden dat we allemaal onze identiteitsgegevens zouden overhandigen en foto’s van ons zouden laten maken. Toen we dat weigerden (een van ons had toen al haar ID afgegeven) gingen ze versterking oproepen en zijn we maar snel weggelopen, zonder dat we de foto’s met de groep konden maken. Ook in Nederland is de vrijheid en democratie kennelijk niet meer wat het geweest is…

fmo4

===========

(Bijlage)

Vgl Handelsmissie Indonesië

(Uit de brochure van de handelsmissie die minister Kaag samen met VNO NCW organiseerde naar Indonesië)

FMO FMO is the Dutch entrepreneurial development bank. We invest in over 85 countries, supporting jobs and income generation to improve people’s lives in the parts of the world where we can make the biggest difference. Our role extends beyond financing, as we help businesses to operate and grow transparently in an environmentally and socially responsible manner.

FMO focusses on financing the private sector active in Energy, Agriculture and Finance. With our clients serving millions of customers, their adoption of good practices will have a broad positive impact on local development. They create jobs, provide people with an income, generate taxes and contribute to a healthy private sector. This makes it possible to build a local economy that offers opportunities for people today without compromising the opportunities of future generations. Through our approach, we aim to demonstrate to other investors that strong financial returns and positive impact in developing countries and emerging markets can go hand-in-hand. Our success in higher-risk markets provides them with the confidence to get on board, allowing us to mobilize more funding for our clients.

To stay relevant for the Dutch market, a new department NL Business was created to contribute to reducing the financing gap of Dutch companies exporting to and/or investing in developing countries and to create an increase of business volume with Dutch companies. The NL Business activities currently are twofold: Partnerships for project development and Export and investment solutions. Partnerships for project development identifies and initiates high impact projects with unique Dutch content and to develop solutions for the Dutch private sector with unmet (early stage) Project Financing. Export and investment solutions contributes to the financing of exports of capital goods and services by Dutch companies to customers in emerging markets and investments of Dutch companies in emerging market