Grootste ‘vrijhandelsakkoord’ ooit mogelijk eind 2013 afgerond
Het zogenaamde Trans Pacific Partnership (TPP) groeide uit het Trans-Pacific Strategic Economic Partnership Agreement (TPSEP), een in 2005 afgesloten vrijhandelsakkoord tussen 4 staten rond de Stille Oceaan: Burnei, Chili, Nieuw-Zeeland en Singapore. In februari 2008 werd ook de VS hier bij betrokken, om zo een ruimer trans-Pacifisch vrijhandelsakkoord te bespreken.
Sindsdien breidde de groep onderhandelende landen zich steeds verder uit. Intussen zijn 12 staten bij de onderhandelingen betrokken. Naast de oorspronkelijke vier partners en de VS namen ook Australië, Vietnam en Peru aan de onderhandelingen deel. Maleisië trad toe in oktober 2010, Mexico en Canada deden hetzelfde twee jaar later. Als laatste werd ook Japan in maart 2013 bij de onderhandelingen betrokken, ondanks hevig protest van de Japanse bevolking.
Op dit moment zijn de onderhandelingen over het TPP in een eindfase beland. In 19 formele onderhandelingsrondes tussen maart 2010 en augustus 2013 onderhandelden de administraties van de betrokken staten – buiten parlementaire controle om – met vertegenwoordigers van enkele van ’s werelds machtigste privé-ondernemingen.
Na de 19de formele onderhandelingsronde in Burnei van eind augustus staat geen volgende ronde meer gepland. De inhoud van de onderhandelingen werd vanaf de aanvang strikt geheim gehouden, maar ook de onderhandelingen zelf gaan in uiterste geheimhouding door. President Obama liet eerder weten tegen het einde van dit jaar te willen afronden.
Verbod op GGO-label
Veel meer dan enkele inhoudsloze persberichten werd niet gepubliceerd in het kader van de voorbije 19 onderhandelingsrondes. In de VS wordt de inhoud van de onderhandelingen zelfs voor de Congresleden geheim gehouden, ondanks een grondwettelijke bepaling die de autoriteit over het handelsbeleid exclusief aan het Congres toekent.
Hoewel de inhoud van de TPP-onderhandelingen dus strikt geheim wordt gehouden, laat de weinige informatie die in de loop van de voorbije maanden uitlekte een licht schijnen op de besproken onderwerpen.
De onderhandelde tekst zou onder meer regelgeving inhouden die het labelen van voedingsproducten die GGO’s bevatten niet langer zou toestaan. Het label zou immers een discriminatie met zich meebrengen voor de concurrentiepositie van de GGO-producenten.
In Japan, Nieuw-Zeeland en Australië worden vandaag echter wel voedingslabelwetten toegepast, wat onder het TPP niet langer mogelijk zou zijn.
In april 2013 plaatste Peru zelfs een 10 jaar durend moratorium op GGO-producten. Dit houdt een verbod in op het gebruik van GGO’s in voedselproducten en op het verbouwen van genetisch gemodificeerde gewassen – ter bescherming van de Peruviaanse landbouwdiversiteit. Wat zal er nog overblijven van het moratorium wanneer het TPP van kracht wordt?
Agrolobby zit mee aan tafel
De persoon die de landbouwgerelateerde aspecten van het akkoord onderhandelt in de regering-Obama is Islam Siddiqui, voormalig vicevoorzitter en hoofdlobbyist van CropLife America – een vereniging van agro-industriële bedrijven waaronder Monsanto, Dupont, Dow, Syngenta, Bayer en BASF.
Deze bedrijven nemen dus zelf een centrale plaats in bij de onderhandelingen. Hoewel de bevolking van de betrokken staten niet bij de onderhandelingen wordt betrokken – en bijgevolg ook in het duister tast over de precieze inhoud van de besprekingen – is dit niet het geval voor een selecte elite van vertegenwoordigers van privé-ondernemingen.
Onder meer door de prominente rol die Monsanto inneemt bij de onderhandelingen neemt het verzet tegen het TPP in Vietnam toe. Monsanto, de Noord-Amerikaans onderneming waarvan geschat wordt dat ze de genetische gegevens van 90 procent van de in de wereld gebruikte zaden controleert, heeft namelijk een oorlogsverleden in Vietnam.
Vele Vietnamezen zijn van mening dat de onderneming het recht niet heeft om zaken te doen in een land waar haar product Agent Orange – een codenaam voor het toxische ontbladeringsmiddel dat tijdens de Vietnamoorlog werd gebruikt – naar schatting 400.000 mensen gedood en nog eens 500.000 misvormd heeft. Daar komt nog eens bij dat het product 2 miljoen bijkomende slachtoffers maakte die met diverse aandoeningen te kampen kregen.
Veel meer dan louter een ‘vrijhandelsakkoord’
Het is onzinnig om het voorliggend akkoord als louter een ‘vrijhandelsakkoord’ te omschrijven. Het gaat immers niet enkel om het liberaliseren van handelsmarkten, maar om een systemische liberalisering van de betrokken maatschappijen. Steeds meer sectoren worden als een ‘markt’ beschouwd, waar in veel gevallen een nefaste uitwerking aan verbonden is. Het voorbeeld van de vermarkting van de gezondheidssector is hierbij sprekend.
Niet enkel worden steeds meer sectoren tot een ‘markt’ gereduceerd, ook wordt de democratische rechtsstaat uitgehold door enerzijds het onttrekken van het onderhandelingsproces aan de parlementaire controle en anderzijds het principe van Investor-State Dispute Settlement (ISDS), dat bedrijven toelaat lokale wetgeving naast zich neer te leggen.
Dit laatste aspect houdt in dat ondernemingen die in een bepaalde staat hebben geïnvesteerd de betrokken staat verantwoordelijk kunnen stellen voor het winstverlies dat ze ondervinden door plaatselijke wetgeving. Democratisch tot stand gekomen wetgeving wordt hierbij dus geofferd op het altaar van de bedrijfswinsten.
Een bijkomend gevolg hiervan is dat vele parlementen zich uiterst terughoudend zullen opstellen. Uit schrik voor de schadeclaims van multinationals zal worden nagelaten het risico te nemen om restrictieve wetgeving te stemmen.
Dit neemt niet weg dat ook dit akkoord, vooraleer het in concrete wetgeving gegoten kan worden, eerst geratificeerd moet worden door de parlementen van de betrokken staten. Vermoedelijk zal de regering-Obama immers begin oktober een zogenaamde fast-track handelsautoriteit aanvragen in het Congres.
Indien het Congres hier niet mee instemt, kan het wetgevingsproces ernstig vertraagd worden.
Impact op vrijhandelsakkoord EU/VS
De Amerikaanse overheid is vandaag niet enkel het trans-Pacifische TPP aan het onderhandelen. Tussen 8 en 12 juli 2013 vond in Washington ook de eerste onderhandelingsronde voor het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) tussen de VS en de Europese Unie plaats, nadat de EU-lidstaten daar op 14 juni de toestemming voor hadden verleend aan de Europese Commissie. De tweede onderhandelingsronde zal tussen 7 en 11 oktober plaatshebben in Brussel.
Ook deze onderhandelingen kunnen gauw in een stroomversnelling belanden. Europees commisaris voor Handel Karel De Gucht (Open VLD) liet namelijk weten nog voor het aflopen van zijn mandaat eind 2014 een akkoord te willen bereiken over dit TTIP.
Nochtans is ook dit ‘vrijhandelsakkoord’ niet onomstreden. In een opiniestuk in de krant De Morgen van 17 juli 2013 wees Bart Staes, Europees parlementslid voor de Groene partij, op het gevaar van De Guchts depolitiserende pleidooi dat de dag daarvoor in dezelfde krant verscheen.
Staes drukt daarin zijn bezorgdheid uit over de plannen om ook in het TTIP de investeerders te beschermen met het ISDS-systeem, dat volgens hem de bedrijven in staat stelt om elke overheid of wet aan te klagen die een bedreiging vormt voor hun winsten.
Ook econoom Joseph Stiglitz wees in een opiniestuk op de noodzaak van een maatschappelijk debat over de ‘vrijhandelsakkoorden’ die in de steigers staan. De onderhandelingen zouden reeds bij aanvang gepolitiseerd moeten worden, waardoor de maatschappij betrokken wordt bij de vorming van het akkoord en bijgevolg druk ontstaat om meer transparantie te eisen.
Personen actief in diverse sectoren moeten in het kader van de onderhandeling over het TTIP hun fundamentele uitgangspunten kunnen expliciteren, en daarbij aansluitend hun standpunten politiseren. De lopende discussie tussen Robrecht Vanderbeeken en Bart Caron op DeWereldMorgen.be is hier – wat de cultuursector betreft – alvast een goed voorbeeld van.
Dit kan niet gezegd worden van de politieactie in Antwerpen van zaterdag 25 mei 2013. In veertig landen over de hele wereld werd betoogd tegen Monsanto – zo ook in Antwerpen. Alleen werden de 200 vreedzame betogers op de Groenplaats omsingeld door de politie, waarna 80 mensen een GAS-boete kregen.
Volgens activist Pete Dolack zal ook het TPP vooral vanop de straten gestopt moeten worden en niet zozeer via parlementaire weg. Hij meent dat het onmogelijk is om de ramp te overschatten die zal voortvloeien uit het in wetteksten gieten van het TPP. Arbeids- en milieuwetgeving zal worden omzeild en beschouwd worden als belemmering op het recht van privébedrijven op maximale winsten.
Ook de nationale soevereiniteit zal een relict uit het verleden worden, waarbij kleinere staten de controle dreigen te verliezen over hun natuurlijke rijkdommen die de multinationals komen plunderen. Onder het TPP zou het immers de in wetten omgezette taak van de overheid worden om de bedrijfswinsten te maximaliseren.