Ga naar de inhoud

Klassenstrijd in gele vestjes

De wegversperringen van Franse burgers tegen de verhoging van brandstofprijzen is een klassenconflict. Al is de vorm ervan niet traditioneel.

6 min leestijd
 
(Door Thomas Decreus, oorspronkelijk verschenen op DeWereldMorgen)

Als het regent in Parijs dan druppelt het in Brussel, zo gaat het spreekwoord. Een treffende illustratie van de blijvende waarheid van dat spreekwoord zien we terugkeren in de manier waarop het protest van de ‘gele vestjes’ zich ook naar ons land verplaatst. Sinds dit weekend worden in Franstalig België blokkades opgeworpen. Vandaag wordt de E19 in Henegouwen versperd, eerder deze week hadden de ‘gele vestjes’ ook de toegangspoort naar de raffinaderij van Wierde nabij Namen geblokkeerd.

Maar de acties in Franstalig België verbleken bij die in Frankrijk. Daar werden zaterdag honderden wegen geblokkeerd en in Parijs werd er opgetrokken richting het Elysée. Zelden raakten manifestanten zo dicht bij het presidentiële paleis. De afgelopen dagen bleven blokkades standhouden al namen ze wel gestaag af. Voor komende zaterdag wordt via sociale media wel opgeroepen om te manifesteren in Parijs. Een oproep die enthousiast gedeeld wordt.

Polemiek

Over de beweging van de “gele vestjes” is reeds heel wat inkt gevloeid. Het is immers een beweging die op het eerste zicht niet valt te classificeren binnen klassieke politieke indelingen. Het protest en de acties zijn het gevolg van burgers die zichzelf georganiseerd hebben via sociale media en elkaar herkenden in hun gezamenlijk afkeer tegenover Macron en zijn beleid. Het protest staat los van vakbonden, partijen of gevestigde instituties en net dat roept veel verwarring op. Een ordewoord is er niet, een eenduidige eis evenmin.

Ook de aanleiding tot het protest zorgt voor hevige polemieken. Dit zijn mensen die immers protesteren tégen een verhoging van de prijs van diesel en voor het gebruik van de auto. En dat in tijden van klimaatopwarming en verslechterende luchtkwaliteit. Is het protest dan niet een triomf van het consumentisme? En van het egoïsme?

Het is verleidelijk om die conclusie te trekken. Maar het is vooral ook te makkelijk.

Klasse

Eén iets staat als een paal boven water. Het protest van de ‘gele vestjes’ is de uiting van een klassenconflict. Het is niet de Parijse elite of de bovenste laag van de middenklasse die aan de barricades heeft postgevat. Wel de werkende mensen voor wie een verhoging van de prijs van diesel een zeer reële impact heeft op hun dagelijks bestaan. Een bestaan dat voor het gros van de Fransen in toenemende mate onleefbaar wordt.

De gevierde Franse auteur Edouard Louis schetst in zijn schitterende Ze hebben mijn vader vermoord een ontluisterend beeld van hoe gewone Fransen lijden onder de draconische sociale, fiscale en economische politiek. Louis beschrijft hoe zijn vader niet meer in staat was om te werken maar hoe hij door hervormingen van Sarkozy opnieuw gedwongen werd om een baan te zoeken. En vooral, wat voor cruciale rol transport daarbij speelde:

“Als je nee zei tegen het werk dat je werd aangeboden, of beter gezegd: dat je werd opgedrongen, zou je je recht op sociale bijstand verliezen. Je kreeg alleen deeltijdbanen aangeboden, uitputtend lichamelijk werk, en in de grote stad op veertig kilometer van ons huis. Het dagelijks pendelen zou je driehonderd euro per maand aan benzine gekost hebben.”

Dat is de realiteit van veel Fransen die in kleine steden en dorpen wonen, in streken waarin de werkloosheid epidemische vormen aanneemt: er moet honderden kilometers per dag gependeld worden om zwaar werk te verrichten dat nauwelijks iets opbrengt. Voor wie in zo’n realiteit leeft is een verhoging van de brandstofprijzen catastrofaal.

En het openbaar vervoer? Wel, de Franse staat bouwt al sinds decennia lokale lijnen af. Wat overblijft zijn de centrale spoorlijnen tussen grote stedelijke centra. Wie daarbuiten valt, is volledig afhankelijk van de auto.

Evolutie van spoorwegennetwerk in Frankrijk

Niet nieuw

Wie de ontwikkelingen in Frankrijk de laatste jaren iets of wat gevolgd heeft, weet dat dit protest niet uit het niks komt. Ook de vorm van het protest is op zich niet nieuw.

De traditionele, linkse partijen en vakbonden zijn, in weerwil van wat velen willen geloven, al jarenlang niet meer de enige trekkende krachten in het sociale protest. In 2013 was er bijvoorbeeld de beweging van de “Bonnets rouges”, evenzeer gericht tegen een verhoging van taksen en van onderuit ontstaan. Maar ook de frequente rebellieën van jongeren in de banlieus zijn leiderloze bewegingen die los van partijen of instituties ontstaan en vorm krijgen.

Hetzelfde kan evengoed gezegd worden van de protesten tegen de loi travail in 2016 en 2017. Die kregen vorm onder scholieren, waarna werd overgegaan tot de bezetting van de Place de la République in Parijs. Vakbondsbetogingen werden gekaapt door duizenden jongeren die zich positioneerden voor het startpunt van de betogingen en die zo kaapten. Die protesten hebben niet alleen geleid tot de volledige implosie van de PS maar toonden evenzeer de tanende macht en invloed van vakbonden aan.

Het protest van de ‘gele vestjes’ moet in deze lijn gelezen worden. Het is opnieuw een uiting van onvrede die van onderuit komt opborrelen, die ongestructureerd is en waardoor er ook geen duidelijk profiel of collectieve identiteit naar voor treedt. Dat is een gevaar, omdat politieke recuperatie dan heel makkelijk wordt. Maar het is evengoed een sterkte die verder moet versterkt worden door progressieve en linkse krachten. Niet door te observeren maar door te participeren.

Ecosocialisme of barbarij

Op een intuïtieve manier vatten de ‘gele vestjes’ wat de zwakke plek is van het hedendaagse kapitalisme. Het is niet zozeer de werkvloer als wel de logistieke netwerken die werkvloeren en plaatsen van consumptie met elkaar verbinden die vandaag de belangrijkste en tegelijk zwakste schakels zijn. Veel efficiënter dan het blokkeren van een fabriekspoort is daarom het blokkeren van snelwegen of andere grote logistieke assen. Tegelijk is dit soort van blokkade het enige en meest democratische machtsmiddel dat minder georganiseerde of ongeorganiseerde werkende mensen hebben.

Maar de ‘gele vestjes’, leren ons nog een andere, veel belangrijkere les. Ze tonen aan dat een ecologisch beleid waarvan de lasten verdeeld worden onder de werkende klassen en de lusten voorbehouden zijn voor de happy few niet zal werken. Het zal revolte oproepen, en terecht. Groen zal sociaal zijn, of zal niet zijn.