Ga naar de inhoud

Griekenland in de uitverkoop – alles moet weg

Waarom is dit belangrijk? Ten eerste omdat het volstrekt zinloos is om waardevolle eigendommen te verkopen temidden van de meest ernstige depressie in 70 jaar tijd.

4 min leestijd

(Bron: Open Democracy)

Ik heb net een blik kunnen werpen op het nieuwste plan voor privatiseringen in Griekenland. Het is uitgevaardigd door iets dat de naam Hellenic republic Asset Development Fund heeft

het vehikel dat door de Europese instellingen wordt gecontroleerd en dat de taak heeft gekregen om een smakelijke 50 miljard euro van Griekenlands ‘waardevolle eigendommen’ te verkopen.

Het fonds was nogal een heikel thema omdat de Europese instellingen er op stonden dat het naar Luxemburg zou worden verhuisd, waar ze er beter oog op konden houden. Hoe dan ook, het zit nog in Athene, en dit document dat gedateerd is op 30 juli, brengt de lekkernijen in kaart die ter verkoop voorgelegd worden aan internationale investeerders die zin hebben om wat van het land over te nemen.

We hebben de lijst aan ons blog bijgevoegd om een vleugje te laten proeven van wat er momenteel te grabbel ligt. Veertien regionale vliegvelden, die verbinden met toeristenknooppunten, zijn al naar een Duits bedrijf gegaan. Maar geen paniek want een aandeel in het vliegveld van Athene ligt nog steeds op tafel, evenals het oude vliegveld van Athene. Waar je een concessie voor 99 jaar voor kunt krijgen om te herontwikkelen als zaken- en toerismecentrum.

De havens van Piraeus en Tessaloniki zijn te koop – de laatste zaak heeft ertoe bijgedragen dat de hoofdbewindsman ontslag nam en stakingen zijn afgekondigd. Een systeem voor gasverdeling wordt waarschijnlijk opgekocht door de regering van Azerbeidjan, maar er zijn nog een elektriciteitsbedrijv, de posterijen, een transportinstelling voor het vervoer per bus en trein, het belangrijkste telecommunicatiebedrijf van het land, een snelweg van 648 kilometers, en een belangrijk aandeel in de grootste olieraffinaderij, die ongeveer twee derde van de rafinagecapaciteit van het land verzorgt.

Portefeuilles aandelen van zowel het waterbedrijf van Thessaloniki als Athene zijn te koop – hoewel publieke protesten ervoor gezorgd hebben dat de helft plus 1 aandeel in staatshanden mag blijven. Desondanks zal de verkoop betekenen dat de logica van de markt de toekomst zal bepalen van deze monopolies in water en afwatering/riolering. En ten slotte zijn er stukken land, waaronder ontwikkelingsprojecten voor toerisme en sport in heel Griekenland.

Een tweede document, dat ook is toegevoegd,  gaat gedetailleerd in op het korte termijn werkprogramma van verschillende ministeries en geeft minutieus aan welke acties ondernomen moeten worden om waarde toe te voegen aan het (staats)bezit. Dit omvat het instellen van tolhuisjes met slagbomen op wegen, tot het uitvaardigen van rechten voor casino’s en instellen van plekken die van archaeologisch belang zijn. Het document roept de vraag op waarom er zelfs nog maar ministers nodig zouden zijn, aangezien het veel makkelijk zou zijn om ze in z’n geheel weg te laten en de EU-instellingen rechtstreeks aan het roer van het land te zetten.

Waarom is dit belangrijk? Ten eerste omdat het onzin is om waardevolle eigendommen te verkopen temidden van Europa’s meest ernstige depressie in zeventig jaar tijd. Die bedrijven zouden inkomsten kunnen genereren om de Griekse regering te helpen om de economie weer op te bouwen. In feite zal het grootste deel van de middelen die hiermee opgehaald worden, teruggaan naar de schuldeisers in de vorm van aflossing van schulden, en naar de herkapitalisatie van Griekse banken.

De privatiseringen hebben dus niets van doen met het helpen van Griekenland. Degenen die ervan profiteren zijn bedrijven uit de hele wereld, hoewel de wenkbrauwen gefronst worden vanwege het grote aantal Europese bedrijven – van Duitse uitbaters van vliegvelden en telefoonbedrijven tot Franse spoorwegen – die hun vingers nu in de Griekse economie krijgen. Om maar te zwijgen over de Europese Investeringsbanken en advokatenkantoren die er wat snel geld mee kunnen binnenslepen. Het eigenbelang van de Europese regeringen in het opleggen van dit beleid op Griekenland, laat een bijzonder vies smaakje achter.

Het belangrijkste is de ongelijkheid waarmee dit de Griekse maatschappij voor de komende decennia zal opzadelen. Natuurlijk is het feit dat de staat momenteel deze eigendommen bezit, geen garantie voor democratie. Clientelisme is nogal wijdverspreid in Griekenland. Maar het antwoord is transparantie en democratie, net als momenteel Duitse burgers proberen hun energiebedrijven terug te krijgen in collectief eigendom omdat ze dat zien al een voorwaarde voor eerlijk prijsbeleid en het ondersteunen van duurzame energie.

Wat zeker niet zal helpen is monopolies te grabbel gooien aan particuliere bedrijven die geen enkele belangstelling hebben voor de Griekse bevolking. Arbeiders zullen ontslagen worden of hun arbeidsomstandigheden zien verslechteren, terwijl de elite van Europa er garen bij spint. De regering van Griekenland zal dan ook zijn vermogen verloren hebben om de maatschappij te laten functioneren in het belang van gewone mensen.

Maar dat zal, denk ik, wel de bedoeling zijn geweest.

——————

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op globaljustice.org.uk