Ga naar de inhoud

Griekenland: eerste barst in de Europese monoliet

Terwijl in Brussel de ministers van financiën van de Eurozone bijeenkomen, wordt op deze zesentwintigste januari 2015 in Athene een regering geïnstalleerd die het wil opnemen tegen het Europees bewind. De reacties wereldwijd liegen er niet om: alhoewel de meeste afwijzend zijn, ziet iedereen in dat het hier om een historische gebeurtenis gaat.

8 min leestijd

(Bron: Website Ander Europa foto: telesur.tv)

Twee logica’s botsen, één die het heeft over euro’s, procenten en profijten, een andere die het opneemt voor de menselijke waardigheid. De eerste beschikt over het hele Europese machtsapparaat, het zwaard van de financiële markten en de bliksem van de Europese Centrale Bank, de tweede slechts over het democratisch mandaat van een bevolking aan een regering om het leven terug leefbaar te maken. Voor de linkse krachten komt het er nu op aan al het mogelijke te doen om deze ongelijke strijd, tegen alle waarschijnlijkheid in, te doen kantelen, en een ommekeer van het beleid te bewerkstelligen in Griekenland en in heel Europa. Dat is de inzet van de historische gebeurtenissen in Athene. Als we dit voor ogen houden, kan het ons behoeden voor al te vlugge desillusie in het politieke spel dat nu zal moeten gespeeld worden.

De regering Tsipras

Dat politieke spel begon vandaag reeds. SYRIZA kwam gisteren twee zetels tekort voor een absolute meerderheid, al moet er aan toegevoegd worden dat zowat de helft van de zetels bekomen met ‘slechts’ 36,34% van de stemmen het gevolg is van de Griekse verkiezingswetgeving, die een bonus van 50 zetels toekent aan de partij met de meeste stemmen. Dat deze ondemocratische bepaling, die er jarenlang voor zorgde dat het christendemocratische ND (Nea Demokratia) en het sociaal-democratische PASOK de macht onder elkaar konden verdelen, nu in het voordeel speelde van hun aartsvijand, kan als een grappige speling van het lot beschouwd worden. Hoe dan ook, met 149 van de 300 zetels (zie diagram [i]) moest SYRIZA dus voor minstens één coalitiepartner zorgen.

Grparl

De keuze van ANEL (‘Onafhankelijke Grieken’, 4,75% en 13 zetels) is op zijn minst merkwaardig. ANEL is een rechts-nationalistische partij, afscheuring van ND, die op het gebied van vreemdelingen en de scheiding Kerk en Staat weinig uitstaans heeft met SYRIZA. Anderzijds was ANEL steevast tegen het Europese besparingsbeleid en de door de Trojka opgelegde memoranda [ii]. Dit leidde uiteindelijk snel tot dit ‘monsterverbond’. Een paar opmerkingen zijn nochtans op hun plaats. Vooreerst houdt SYRIZA hiermee haar verkiezingsbelofte om niet scheep te gaan met een van de memorandumpartijen, ND en PASOK. De alternatieven lagen dan niet voor het grijpen. De derde grootste partij (na ND, met 27.8% van de stemmen) is het fascistische Gouden Dageraad (XA in het diagram) met 6,28% en 17 zetels; vanzelfsprekend geen coalitiepartner. De vierde partij met eveneens 17 zetels is To Potami, een sociaal-liberale partij opgericht in 2014, en benaderd zowel door de Europese sociaal-democraten (S&D) als liberalen (ALDE); To Potami is tegen elke confrontatie met de Europese Unie en daardoor eveneens uitgesloten als coalitiepartner. De natuurlijke bondgenoot voor SYRIZA zou eigenlijk de Griekse communistische partij KKE moeten zijn (5,47% en 15 zetels), maar deze stalinistische sektariërs weigeren samenwerking met het ‘reformistische’ SYRIZA. Een van hun recente artikels vat hun standpunt goed samen: SYRIZA: “the left reserve force” of capitalism. Elke poging het lot van de Grieken te verbeteren, en en passant een antiliberale dynamiek in Europa op gang te brengen, wordt dus afgeschoten omdat ook niet meteen het kapitalisme wordt afgeschaft… Alle andere partijen haalden niet de kiesdrempel.

Het werd dus een monsterverbond met ANEL, een partij die in haar retoriek hamert op de bezetting van Griekenland door vreemde machten, wat niet alleen de Trojka omvat maar ook illegale buitenlanders; ANEL beschouwt ook de Grieks Orthodoxe Kerk als essentieel onderdeel van het vaderlandse patrimonium. Toch wijst een ceremonieel detail erop dat SYRIZA op dit vlak geen kniebuiging zal maken voor de patriottische partner. In een gebaar dat als een historische breuk met de geplogenheden wordt beschouwd, weigerde Tsipras door de aartsbisschop als premier ingezworen te worden. Wat het beleid tegenover vreemdelingen en illegalen betreft, heeft SYRIZA nooit toegegeven aan racistisch-xenofobe standpunten [iii]. Gezien ook de numerieke krachtsverhoudingen tussen de twee coalitiepartners, en – mogen we het hopen – de steun in de praktijk van de KKE, is het te vroeg om te besluiten dat SYRIZA gegijzeld zal worden door ANEL.

De verdeling van de ministerportefeuilles is momenteel nog niet bekend. Het zou een beperkt kabinet worden, met reorganisatie van een aantal departementen.

Reacties

In Griekenland zelf werd overwinning van SYRIZA uitbundig en vaak met veel emotie gevierd. De mensen voelden het: het gaat hier over meer dan een verkiezingszege, het is het bevrijdend gevoel van een verzetsdaad na jarenlange opsluiting in Europa’s soberheidskamp. Zelfs de organisatie van Griekse kmo’s (GSEVEE) hoopt dat met het nieuwe regime er nu ook opnieuw wat leven komt in de economische activiteit.
Bij de afgestrafte vroegere beleidspartijen was de reactie het spiegelbeeld van wat zich op straat afspeelde. Uittredend premier Samaras verscheen zelfs niet ten tonele bij de machtsoverdracht aan de nieuwe premier Tsipras. Samaras’ Nea Demokratia blijft dan nog goed op de kaart staan met 27,8% van de stemmen en 76 zetels. De klap is groter voor PASOK, dat in 2009 nog bijna 44% van de stemmen haalde, en nu terugvalt op één tiende (!) daarvan. Papandreous afscheuring haalt zelfs niet de kiesdrempel van 3%. In een vlaag van zinsverbijstering reageerde Stanishev, voorzitter van de Europese socialistische partij (PES): “This is the change that the PES, with PASOK and all our parties have been fighting for since the beginning of the crisis.”

Net zoals Samaras lieten veel Europese leiders ook liever niet van zich horen bij het nieuws van de aardbeving in Athene. Radiostilte bij kanselier Merkel, commissievoorzitter Juncker en Van Rompuys opvolger Tusk (terwijl zowel Putin als het Witte Huis Tsipras feliciteerden en de hoop uitdrukten op ‘samenwerking’). Explicieter waren de Britse en Franse premiers. Cameron vreest voor nog meer economische onzekerheid in Europa, terwijl Hollande met de eer kan gaan lopen om als enige Europese leider zijn steun aan de nieuwe regering te hebben betuigd. Hoe ver de Grieken daarmee komen zal nog moeten blijken.

Dreigementen

Belangrijker dan beleefdheidsformules, of het ontbreken ervan, zijn de dreigingen die nu al hoorbaar zijn in de financiële machtscentra. Zo wordt de door de Europese Centrale Bank (ECB) onlangs aangekondigde monetaire versoepeling (“QE”) die zuurstof moet pompen in de Europese economie door het opkopen van overheidsobligaties voorlopig aan Griekenland ontzegd, zolang er geen ‘zekerheid’ is op de afbetaling van de schulden. Op korte termijn kan Griekenland ook met een tekort aan liquide geld geconfronteerd worden (sinds december 2014 zouden al acht miljard euro Griekenland verlaten hebben [iv]); voor de bevoorrading in liquide middelen zijn de banken aangewezen op de ECB [v]  en het is bekend dat de ECB er niet voor terugschrikt om dit als chantagewapen te gebruiken, zoals ze reeds deed met Italië, Spanje en Ierland [vi]. Het is tegen deze achtergrond van dreiging en chantage dat de onderhandelingen over de Griekse schuld zullen moeten gevoerd worden. Voorlopig doen de ECB en zowat alle Europese regeringen alsof hierover niet te onderhandelen valt; verkiezingen of niet, economische activiteit of niet, de Grieken moeten afdokken. Ook de voorzitter van het Europees Parlement, de Duitse sociaal-democraat Schulz, liet Tsipras in een telefoongesprek weten dat van schuldvermindering geen sprake is. Nu komt dat afdokken zienderogen dichterbij, in juli-augustus moet een stuk staatslening hernieuwd worden ten bedrage van 6,7 miljard euro [vii]. Het lijkt alsof een linkse regering van een klein landje als Griekenland geen kans maakt tegen zoveel overmacht. Toch beschikt Tsipras over troeven. Een Grieks bankroet betekent dat de bilaterale leningen van talrijke lidstaten aan Griekenland (waarvan reeds 53 miljard uitbetaald) en de staatswaarborgen van het EFSF (141,8 miljard, beide cijfers van Natixis) op de proppen komen. De uitlating van Angela Merkel dat een uittrede van Griekenland uit de euro (‘Grexit’) niet zo dramatisch is, moeten daarom minstens voor een gedeelte als bluf beschouwd worden.

Verder beitelen in de Europese monoliet

Daarnaast moeten we ook hopen, en ervoor ijveren, dat de linkse zege in Griekenland een dynamiek in Europa tot stand brengt die als steun in de rug kan dienen voor de regering Tsipras. Een en ander gaat reeds in die richting. In Spanje zijn er in november parlementsverkiezingen (of Rajoy moet ze tot januari 2016 uitstellen); Podemos speelt er ten opzichte van de Partido Popular en de PSOE steeds meer een vergelijkbare rol als SYRIZA ten opzichte van ND en PASOK. Met haar voorstel voor een Europese Schuldenconferentie kan de Griekse regering ook direct de Europese publieke opinie aanspreken. Het verwijzen naar de Duitse schuldkwijtschelding in 1953 is een heel redelijk argument, dat kan ingebracht worden tegen het diepgewortelde pacta sunt servanda. En last but not least ontwikkelt zich in heel Europa, ook waar de schuldproblematiek niet de eerste plaats inneemt, het verzet tegen het sociaal afbraakbeleid van de EU. De stakingsbeweging in België tegen de regeringsplannen is daarvan een goed voorbeeld. De Belgische vakbonden kunnen geen betere solidariteit met de Grieken bedenken dan consequent die strijd voort te zetten.

Als er van alle kanten verder gebeiteld wordt in de Europese monoliet, zullen vroeg of laat de breuklijnen geraakt worden. Dat is meestal het einde van een monoliet.


[i] Overgenomen uit Die Hoffnung kommt zurück nach Griechenland und damit nach Europa (Rosa Luxemburg Stiftung), een uitgebreide analyse van de Griekse verkiezingen.

[ii] Het ‘memorandum’ verwijst naar de eisen die de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het IMF (de ‘troika’) stellen voor het toekennen van leningen. De memorandumpartijen zijn de uitvoerders van deze politiek.

[iii] Zie hierover bijvoorbeeld het interview met Stathis Kouvelakis.

[iv] Fortune, Greece’s Syriza sets collision course with choice of coalition partner

[v] Zie Eerste salvo’s ECB op Syriza

[vi] Zie De “neutrale” rol van de ECB

[vii] Over de samenstelling van de Griekse schuld, zie Natixis Flash 20 januari 2015, Whatever happens, it will be necessary to negotiate with Greece.