Ga naar de inhoud

Europese Commissie laat inkoopallianties van supermarktketens ongemoeid

De laatste jaren zijn er in de supermarktsector steeds meer inkoopallianties actief, waarvan een deel grensoverschrijdend opereert. Naar aanleiding van een oproep door het Europese Parlement liet de Europese Commissie onderzoek doen naar de gevolgen van hun activiteiten op het functioneren van de landbouw- en voedselketen in Europa. Op 9 mei publiceerde Landbouwcommissaris Wojciechowski een rapport geschreven door het Joint Research Centre. Hierin opgenomen zijn de inzichten en zichtwijzes van experts op gebied van mededinging, retail, voedselfabricage en boerderijproductie die op 4 en 5 november 2019 in Brussel aan een thema werkgroep deelnamen. Hieronder een samenvatting van de rapportconclusies.

9 min leestijd

(door Rob Bleijerveld, oorspronkelijk verschenen op supermacht.nl)

¨Inkoopallianties: zeer verscheiden¨

Inkoopallianties (´retail alliances´) zijn horizontale verbanden tussen supermarktbedrijven, supermarktketens en retailgroepen. De gezamenlijke inzet van hun middelen en activiteiten is vooral gericht op een zo effectief mogelijke toelevering (´sourcing´) van te verkopen producten en op het vormen van een tegenwicht tegen machtige merkfabrikanten. Een alliantie verbetert de concurrentiepositite van de deelnemende bedrijven in een markt die wordt gekenmerkt door een afnemend aantal spelers die steeds groter worden, toenemende prijsdruk door discounters, internationale uitbreiding van concurrenten en door de opkomst van online opererende ondernemingen.

Er zijn grote verschillen tussen (en binnen) de allianties qua deelnemende bedrijven, activiteiten, economische effect en juridische constructie. Er zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden: groepen van onafhankelijke retailers, nationale allianties en allianties die op Europese schaal actief zijn.

De belangrijkste activiteiten zijn:
1. het verlening van diensten aan leveranciers (met name A-merk fabrikanten) en een gezamenlijk inzet om met die leveranciers te onderhandelen over de aankoopvoorwaarden.
2: het gezamenlijk uitbrengen van aanbod (´tenders´) voor huismerk-producten.
Daarnaast zijn sommige allianties bezig met gezamenlijke projecten op gebied van technologische ontwikkeling.

Groepen van kleinere, onafhankelijke retailers beperken zich vooral tot versterking van de onderlinge samenwerking (infrastructuur, distributie en logistiek) en de gezamenlijke inkoop van producten. Europese allianties richten zich met name op de grote A-merk leveranciers terwijl de groepen van onafhankelijke retailers en de nationale allianties bezig zijn met een bredere groep van leveranciers.

Economische evaluatie

Het JRC-rapport beschouwt met name de gezamenlijke activiteiten waar het gaat om het onderhandelen met of kopen van voedselfabrikanten. Hieruit volgt een economische evaluatie van de mogelijke gevolgen van deze activiteiten voor andere schakels in de landbouw- en voedselketen, waaronder de consument, huismerkleveranciers, A-merkfabrikanten en boeren/telers. En een toetsing of en hoe het huidige wettelijke kader rekening houdt met deze potentiële positieve en negatieve gevolgen.

Gevolgen voor de consument

JRC concludeert dat consumenten (mede) kunnen profiteren van de efficiency en lagere inkoopprijzen van de allianties. Het consumentenprijspeil heeft maken met de tegenmacht die de allianties vormen tegen machtige A-merkfabrikanten, de aarde van de contracten tussen retailers en leveranciers en de mate van concurrentie tussen de retailers onderling (op niveau van winkels en onlinebestelling). De impact van productvariëteit op het welzijn van de consument is moeilijk op voorhand vast te stellen.

De onderzoekers keken ook naar het effect van inkoopallianties op de mate van concurrentie tussen supermarkten en hoe dat uitwerkt op de consumentprijsniveau en de toelevering. De impact van de allianties kan op de lange termijn verschillen en daarmee ook de bevordering of belemmering voor prijsverlagingen voor de consument. Andere belangrijke factoren daarbij zijn het marktaandeel van de retailers en het aantal alternatieve kanalen die leveranciers tot hun beschikking hebben.

¨Mededingsautoriteiten zijn goed uitgerust¨

Op de nationale markten kan er bovendien sprake zijn van illegale deals tussen retailers om de onderlinge concurrentie te beperken (´anti-competitive behaviour´). Op Europese schaal kan het voorkomen dat een grote retailer verschillende prijsniveaus hanteert in de verschillende landen waar die opereert. Maar – zo de onderzoekers – de nationale en Europese mededingingsautoriteiten letten hier scherp op en beschikken over ¨een goed ontwikkelde serie regels om na te gaan hoe horizontale allianties de concurrentie op de verkoopmarkten beïnvloeden en of het potentiële consumervoordeel voldoende is om concurrentiebeperkende maatregelen te rechtvaardigen door het bestaan en het gedrag van de allianties¨.

Gevolgen voor de fabrikant

Het bestaan en het gedrag van de allianties hebben hoe dan ook gevolgen voor de fabrikanten van huismerken en A-merken. Het samenvoegen van vraagvolumes kan leiden tot meer efficiency en marktuitbreiding voor leveranciers. Maar de sterkere inkoopmracht van een alliantie kan ook hun prijzen (en winsten) drukken en er voor zorgen dat kleine spelers worden uitgesloten.

De empirische onderzoeksgegevens geven geen eenduidig beeld van de invloed van allianties op de investeringen en innovatie door leveranciers en ook is de algehele invloed van concurrentie tussen retailers niet geheel duidelijk.

¨Oneerlijke handelspraktijken en onderhandelingsspel?¨

Wel zijn er klachten van leveranciers bekend die klagen over onrechtvaardige druk die retailers op basis van hun sterke inkoopmacht hebben opgelegd aan hen. Het gaat bijvoorbeeld om het opleggen van te hoge bijdragen (´fees´), het opeisen van gevoelige bedrijfsinformatie over de productie en het verplichten tot ongewenste diensteverlening. De onderzoekers stellen dat is voor hen moeilijk is om vast te stellen of dit soort praktijken gewoon deel uitmaken van een hard onderhandelingsspel tussen allianties en gote fabrikanten op gelijk niveau (´counterbalancing bargaining power´), danwel dat het echt gaat om praktijken die schadelijk zijn voor leveranciers.

Gevolgen voor de primaire producent

Opgemerkt wordt dat er op het niveau van de allianties niet direct wordt onderhandeld over verse landbouwproducten. Mogelijk indirecte effecten op boeren en telers kunnen optreden voor zover de marktstructuur op het niveau van voedselfabricage wordt beïnvloed door het bestaan van allianties en ook in hoeverre de impact van de allianties op de leveranciers ketenopwaarts wordt afgewenteld.

Europese wet- en regelgeving

JRC verwijst onder meer naar recent Europese beleid en regelgeving met betrekking tot de kenmerkende zwakke positie van boeren en telers in de keten. Het gaat daarbij om versterking van de erkende producentenorganisaties, het verbod op bepaalde oneerlijke handelspraktijken en de verbetering van markttransparantie ter ondersteuning van boeren en telers. In de werkgroep van november afgelopen jaar zou geen concreet bewijs zijn aangevoerd over de vraag hoe en in welke mate inkoopallianties de positie van boeren en telers zouden beïnvloeden.

¨Opwaartse schade onwaarschijnlijk¨

Waar het gaat om het gros van de allianties achten de onderzoekers misbruik van een mogelijk dominante positie ketenopwaarts onwaarschijnlijk. En de beschikbare jurisprudentie veronderstelt volgens hen dat er slechts in beperkte mate sprake is van ketenopwaartse schade voor leveranciers.

Daarbij is de Europese Directive over oneerlijke handelspraktijken niet van toepassing in de meeste gevallen waar het gaat om onderhandelingen tussen alllianties en leveranciers omdat beide partijen qua omzet uitkomen boven de grens waarvoor die Directive toepasbaar is verklaard.

Gezien de aard en activiteiten van de allianties moeten de evaluaties per geval plaats vinden en is het moeilijk om algemmene conclusies te trekken, aldus JRC. De deskundigen in de werkgroep waren het er over eens dat de allianties voordelen opleveren voor retailers en dat hun concurrentiepositie erdoor toeneemt. En dat bij voldoende neerwaartse concurrentie een deel van die voordelen zullen worden doorgegeven aan de consument.

Aanbevelingen

Toch blijft het gevaar bestaan van verdere schaalvergroting van retailers en van praktijken die strijdig zijn met de mededingingswetgeving. Bovendien kunnen de voordelen die retailers doorgeven aan de consument onder bepaalde omstandigheden ten koste gaan van ketenopwaartse schakels. In die gevallen zullen de mededingingsautoriteiten een nader onderzoek naar het gedrag van die allianties moeten garanderen.

Waar het gaat om mogelijke schade aan ketenopwaartse leveranciers is de jurisprudentie beperkt en is het wenselijk dat de mededingingsautoriteiten meer aandacht en oriëntatie opnemen in hun richtlijnen. De algemene evaluatie van bestaande Europese en nationale mededingingswetgeving en wetgeving omtrent oneerlijke handelspraktijken alsmede van de gepresenteerde jurisprudentie geeft in overweging dat het huidige wettelijke kader gereedschappen verschaft om potentiële problemen op te lossen en om zowel positie van de consument als van ketenopwaartse schakels te beschermen.

– – – – – – – – – – – – –
Naschrift Supermacht:

Dit rapport laat weer eens zien dat de Europese Commissie niet van plan is te tornen aan het inherente ongelijke speelveld van de Europese Eenheidsmarkt, een markt gedomineerd door voortgaande schaalvergroting en financieel-economische kaders voor productie, distributie en consumptie. Een markt waarvoor wetgeving, toezicht en wetshandhaving zogenaamd zijn gestoeld op veronderstelde consumentenbelangen.

In het rapport wordt overigens met geen woord gerept over de positie van werknemers (ketenbreed) en blijft ook de positie van leveranciers van buiten de EU buiten beeld.


Meer lezen:

– ¨The Alliances of European Retailers and Their Effects in the Field of Marketing and Supply Chain,¨ Romanian Economic Journal, november 2007.
– ¨The Abuse of Supermarket Buyers – Power in the EU Food Sector,¨ SOMO, 1 maart 2009.
¨Four big European grocers set up buying alliance,¨ Reuters, 14 februari 2014.
– ¨Ethische handel in de supermarkt, koopkracht = beslissingsmacht,¨ Test-Aankoop, 28 juni 2015.
– ¨CBL: Europa bedreigt inkoopkracht supers,¨ Distrifood, 29 oktober 2018.
– ¨Antitrust: Commission opens investigation into possible collusion by two French retailers in a purchasing alliance,¨ European Commission, 4 november 2019.
– ¨The role of national and international retail alliances in the agricultural and food supply chain, ¨Europese Commissie, 20 november 2019.
– ¨The endgame in European grocery, expect half as many large groups in Europe by 2025,¨ OliverWymen, 27 januari 2020.
– ¨Statement by the European Parliament on buying alliances,¨ European Parliament, 12 maart 2020.
– ¨Supermarkten of supermachten?,¨ foodwatch, 30 april 2020.
– ¨EU ziet niets in verbod op inkoopverbonden,¨ Distrifood, 14 mei 2020.
¨Geen bewijs dat inkoopallianties van supermarkten boeren of consumenten duperen,¨ Agriholland, 19 mei 2020..

Meer lezen (op Supermacht.nl):
– Onder de zoekterm ´inkoopcentrale´.
– Onder de zoekterm ´inkoopalliantie´.
– Onder de zoekterm ´oneerlijke handelspraktijk´.
– ¨SOMO: Inkoopmacht supermarkten bedreiging voor voedselproductie,¨ Supermacht, 15 februari 2013.
– ¨Transcriptie, audio en weblinks van rondetafel ‘inkoopmacht’ (14 nov., Tweede Kamer),¨ Supermacht, 16 november 2013.
– ¨CDA: ´Eerlijke boterham´ voor boeren, telers en vissers, en maatregelen tegen machtsmisbruik door supermarkten,¨ Supermacht, 6 september 2014.
– ¨Eyes on the price: inkoopgroepen van supermarkten in beeld gebracht, Supermacht, 18 maart 2017.
– ¨´Timmermans, steun effectieve Europese wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken !´,¨ Supermacht, 20 maart 2018.
– ¨Voorlopig akkoord over Europese richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen, ¨ Supermacht, 24 december 2018.
– ¨Reacties op wetsvoorstel Oneerlijke handelspraktijken landbouw-en voedselvoorzieningsketen,¨ Supermacht, 25 augustus 2019.

Bronnen:
– ¨Retail alliances in the agri-food supply chain explained and their potential benefits for consumers and suppliers assessed,¨ Europese Commissie, 13 mei 2020.
– ¨JRC for Policy Report ´Retail alliances in the agricultural and foodsupply chain´,¨ Europese Commissie, 9 mei 2020.

(Verkorte weblink: https://www.supermacht.nl/?p=9804)