Duits onderzoek gedropt: Indymedia-platform was geen criminele vereniging
Het Duitse internetplatform linksunten.indymedia, opgericht in 2008, werd verboden op grond van de wet op verenigingen, en de volledige technische infrastructuur en fondsen van een links centrum werden in beslag genomen. In beslag genomen opslagschijven konden blijkbaar niet worden gedecodeerd.
Door Matthias Monroy, van zijn weblog, vertaling globalinfo.nl, dat leeft van donateurs, foto: Demonstratie in Berlijn tegen verbod Linksunten in Augustus 2017 (CC-BY 4.0, Matthias Monroy).
Bijna vijf jaar na het verbod van linksunten.indymedia heeft de Duitse officier van justitie Manuel Graulich een vooronderzoek wegens de oprichting van een criminele organisatie (§ 129 van het Duitse wetboek van strafvordering) afgesloten, schrijft Antifa Freiburg in een bericht op haar website. De beslissing werd kennelijk al op 12 juli genomen. De Freiburgse advocaat van de betrokkenen, Angela Furmaniak, heeft de informatie bevestigd.
Op 25 augustus 2017, en dus kort voor de Bondsdagverkiezingen, had de toenmalige bondsminister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière (Christendemocratische Unie, CDU) het verbod aangekondigd en het internetplatform tot “vereniging” verklaard. Dit betekende dat de wet op de verenigingen kon worden toegepast, die in vergelijking met de Telemediawet aanzienlijk minder eisen stelt aan een verbod. De advocaten van de gedupeerden noemen dit een “juridische truc”.
Openposting principe
Indymedia werd in het vorige millennium opgericht als een wereldwijd en hiërarchie-vrij netwerk van onafhankelijke mediacentra. De deelnemers zagen zichzelf als onderdeel van het verzet tegen de kapitalistische globalisering. Het “Carnaval tegen het Kapitaal” in Londen en Keulen en de WTO-top in Seattle in 1999 worden beschouwd als haar eerste internationale optredens.
Kort daarna startten ook media-activisten in Duitsland een zijtak die eerst mobiliseerde voor de protesten tegen het transport van kernafval in 2001 en vervolgens voor de G8-top in Genua. Na interne conflicten werd op 25 september 2008 de spin-off “Linksunten” opgericht, die zich aanvankelijk richtte op het drielandenpunt Duitsland, Zwitserland en Frankrijk.
Een van de grondbeginselen van Indymedia is openposting, volgens welke bijdragen er zonder voorafgaande registratie kunnen worden geleverd. Indymedia moet daarom als nieuwsplatform worden beschouwd en volgens de Telemediawet worden behandeld, zo betoogden de advocaten van Linksunten tegen het verbod.
Tienduizenden euro’s in beslag genomen uit kluis
Om de classificatie als “vereniging” te rechtvaardigen, beweerde het Bondsministerie van Binnenlandse Zaken dat Linksunten.indymedia doeleinden en activiteiten nastreefde die in strijd waren met het strafrecht en dus in strijd waren met de grondwet. Bewijzen hiervoor zouden onder meer komen uit rapporten van een spion voor het Bundesamt für Verfassungsschutz, dat toen nog onder leiding stond van de rechtse Hans-Georg Maaßen.
Ook het gebruik van het symbool van de vonkende “i” in verband met de naam van de vereniging werd verboden en strafbaar gesteld. De Maizière gelastte ook de sluiting van het domein en de mailadressen, die zich echter in het buitenland bevonden. Samen met de federale politie heeft de rijkspolitie van Baden-Württemberg (LKA) vervolgens huiszoekingen verricht in verschillende woningen van vermeende leden van de verboden “vereniging”. Als hoofdkwartier van de “vereniging” eiste het Ministerie van Binnenlandse Zaken het Autonome Centrum KTS op, waar de regionale afsplitsing van Indymedia feitelijk een kantoor had en ook ooit was opgericht.
Ook werden alle ruimten van de KTS binnengevallen en werd de gehele technische infrastructuur in beslag genomen. Daarbij zaten ook enkele tienduizenden euro’s uit een kluis in het centrum. Volgens de tenlastelegging waren dit de “verenigingsactiva” van linksunten.indymedia.
Invallen met geheime dienst
De in beslag genomen documenten werden overhandigd aan het Bundesamt für Verfassungsschutz, de binnenlandse geheime dienst in Duitsland. Een “task force” van het LKA was verantwoordelijk voor het ontcijferen van de computers, aldus een betrokkene. Daarbij zou onder meer de federale politie hulp hebben geboden. Dit is blijkbaar niet gelukt, merkt Antifa Freiburg in haar bericht op.
Het onderzoek werd gestaakt op grond van artikel 170, lid 2, van het Duitse wetboek van strafvordering, volgens hetwelk het openbaar ministerie niet in staat was voldoende bewijsmateriaal te verzamelen om een aanklacht in te dienen bij de bevoegde rechtbank. In juli 2019 was de procedure al opgeschort omdat vijf slachtoffers uit Freiburg bij het Bundesverwaltungsgericht een rechtszaak hadden aangespannen tegen het verbod van de vereniging.
Het was de vraag wie het verbod überhaupt mocht aanvechten. Hoewel de vijf betrokkenen een overeenkomstig gerechtelijk bevel hadden ontvangen, hadden zij het lidmaatschap van de vermeende vereniging ontkend. In juridische termen wordt deze situatie een “rechtsbeschermingsval” genoemd.
Grondwettelijke klacht nog hangende
Het Federale Bundesverwaltungsgerichtshof achtte het beroep uiteindelijk ontvankelijk, aangezien de eisers zich konden beroepen op de in de Duitse grondwet verankerde “algemene handelingsvrijheid”. In januari 2020 verwierp de rechtbank de klacht echter na een mondelinge behandeling.
De rechters van de 6e Senaat hebben zich niet uitgesproken over de vraag of het verbod van de vereniging überhaupt rechtmatig was. De advocaten van de Vijf dienden daarop een grondwettelijke klacht in, waarover nog geen uitspraak is gedaan.
Naast het verbod op de vereniging had het openbaar ministerie nog strafzaken begonnen tegen elf personen in verband met de website. Deze werden reeds in 2019 stopgezet en alle in beslag genomen apparatuur en tegoeden werden toen teruggegeven.