Ga naar de inhoud

Deze regering is bang

Deze tekst verscheen op 17 juni in het Franse dagblad Liberation, die er bij vermeldde: “Een zestigtal intellectuelen, activisten en vakbondsactivisten roept op om verzet te bieden tegen de regering en door te gaan met de stakingen, blokkades en bezettingen.”

6 min leestijd

(Origineel bij Liberation, vertaling globalinfo.nl)

Deze regering is bang

Daar heb je ze dan, hun grote angsten en hun grote middelen om te proberen die te maskeren door de spierballen te rollen en te verklaren dat ze nooit zullen toegeven. Men zat er al maanden op te wachten, en nu is’ie dan uit de kast getrokken, het dreigement om bijeenkomsten te verbieden. Toppunt van onaanvaardbaarheid? Het kan altijd nog erger met deze regering. Dezelfde die lekker cynisch de stakingen van het Front populaire herdenkt (in 1936, linkse volksfrontregering, vert.). Zij verdedigt haar belangen, die van de machtigen, van de winst en geld. Dat is ook wel logisch, het is immers hun zaak; maar het haalt die herdenkingen en recuperaties omlaag van een verleden dat onophoudelijk door het slijk gehaald wordt.

Deze regering is bang: niet echt vreemd. Want daar is ook wel reden toe, gezien onze solidariteit tegenover de macht en haar gewapende arm. Hoeveel getuigenissen zijn er niet over de demonstranten die, zonder er een woord aan vuil te maken de gewonden verzorgen, ondanks het traangas, de knuppelslagen en de ‘ontzettingsgranaten’ (‘grenades de désencerclement’, ‘niet dodelijke explosieven’ die de Franse politie gebruikt tegen demonstranten en officieel alleen ingezet mogen worden bij noodweer, vert.). Hoeveel beelden van gewonden die door de politie in elkaar geslagen blijven worden, terwijl er spontane menselijke ketens gevormd worden om ze te beschermen? Hoeveel initiatieven, teksten, bijeenkomsten, vastberaden steun tegen mensen die in voorlopige hechtenis zijn geplaatst, tegen de aanklachten, de onrechtvaardige veroordelingen? En hoeveel politie-agenten zullen voor moeten komen voor de demonstranten die gewond zijn geraakt, verminkt, een oog verloren, of in coma raakten?

Hollande, Valls en hun bondgenoten zouden deze enorme golf willen breken die we hebben zien vormen door honderdduizenden mensen. Ze voeren hun oorlog op alle fronten: met een ontketend fysiek geweld; door een juridisch geweld van functionarissen die gevangen laten zetten en levens kapot maken; door een geweld van media om te desinformeren en discrediteren; door een antidemocratisch geweld met slagen 49-3 (naar het artikel waardoor de hervorming per decreet ingevoerd werd, vert.), verboden om te demonstreren en bevelen tot huisarrest onder het mom van de noodtoestand; door sociaal geweld dat uitgeoefend wordt op duizenden mannen en vrouwen die precair geworden zijn of zijn ontslagen. Deze macht zou met alle macht willen verhinderen wat haar gevaarlijk lijkt en dat heel verreikend omdat er zoveel bij elkaar komt: de volksbuurten waar al jarenlang gestreden wordt tegen politiegeweld, de strijd van migranten en ongedocumenteerden, de gemobiliseerde vakbondsactivisten, studenten en scholieren die niet toe willen geven. De vastberadenheid is machtig, evenals het gevoel dat mensen, groepen, organisaties gevonden of teruggevonden hebben, die voorheen nauwelijks met elkaar spraken. Dat deze kloof overbrugd werd is van groot belang, en zal dat nog lang blijven.

Minachting

We zullen de aanhangers van deze wereld niet overtuigend, en dat willen we ook niet proberen. Maar tegen het dominante en almachtige discours kunnen we diegenen overtuigen die goed weten wat het dagelijkse geweld is. Het geweld van de sociale minachting en van de kloven die ons scheiden van de bezittende klasse. Het geweld van chantage op het werk dat er toe voert dat alles geaccepteerd wordt, de solidariteit opblaast en soms zelfs de waardigheid. Het geweld van het leed, bij de werkloosheid, op het werk, het aanjagen van de concurentie, de management door gehoorzaamheid. Het geweld van de controles op uiterlijk en de discriminatie. Ordediensten zijn het; maar van welke orde? De sociale orde van de ontweken belastingen, van de CAC 40 (aandelenbeurs in Parijs, vert.) en de financiële markten.

Als er wat ruiten van banken, verzekeringsbedrijven of supermarkten ingegooid worden, is dat niets vergeleken met dat geweld. Wat je ook mag vinden van de zin van zulke acties, ze zijn uiteindelijk vooral vragen: wat is een bank eigenlijk, en wat zit er achter die financiële tragikomedie? Brecht heeft het ooit bondig beschreven: “wat erger is dan het overvallen van een bank, is er een op te richten”. Hoe zouden we moeten geloven dat het geweld van deze wereld bestaat uit die gebroken ruiten? De media zijn ervan vervuld, met hun scoops en hun repeterende beelden en hun schaamteloze bevooroordeelde keuzes. Maar er komt een tijd dat dat allemaal niet meer werkt: het lijkt erop dat die tijd nu aangebroken is.

De bazen/ondernemers kunnen ophouden met ondernemen; we hebben ze niet meer nodig. Maar wanneer de vuilnisophalers, havenarbeiders, elektriciens, de spoorwegwerkers, de raffineerders, personeel in het ziekenhuis, in het onderwijs, de post, de culturele seizoensarbeiders stoppen, dan wordt alles wat ze ons brengen ineens beter zichtbaar, duidelijker. Wat er ook moge worden van deze regering, we zullen doorgaan met demonstreren – en hoe! Maar niet alleen dat. We zullen de stakingen, blokkades en bezettingen voortzetten. Het zijn de wapens van hen die er niet veel hebben. Maar die kunnen heel wat harder aankomen dan hun politieknuppels.

Ondertekend door:

Pierre Alferi (schrijver), Jean-Claude Amara (woordvoerder van Droits devant !!), Nathalie Astolfi (onderwijzer), Ana Azaria (voorzitter van Femmes Egalité), Igor Babou (universitaire), Etienne Balibar (filosoof), Ludivine Bantigny (historicus), Amal Bentounsi (Urgence Notre Police Assassine), Eric Beynel (woordvoerder van Solidaires), Daniel Blondet (anti-impérialistische activist), Antoine Boulangé (onderwijzer), Claude Calame (historicus), Laurent Cauwet (uitgever), Manuel Cervera-Marzal (socioloog), Déborah Cohen (historicus), Christine Delphy (socioloog), Alain Dervin (onderwijzer), Paul Dirkx (socioloog), Joss Dray (fotograaf), Julien Dufour (onderzoeker sociologie), Jules Falquet (socioloog), Eric Fassin (socioloog), Samantha Faubert (hispanist), Sophie Fesdjian (anthropoloog, onderwijzer), Alain Frappier (illustrateur), Désirée Frappier (scénarist), Bernard Friot (socioloog), Luc Gaffet (activist CGT), Fanny Gallot (historicus), Franck Gaudichaud (politicoloog), Valérie Gérard (filosoof), Céline Gondard-Lalanne (woordvoerder Solidaires), Nahema Hanafi (historicus), Samuel Hayat (politicoloog), Eric Hazan (auteur en uitgever), Catherine Jardin (uitgever), François Jarrige (historicus), Fanny Jedlicki (socioloog), Claude Kaiser (anti-nucléaire activist), Leslie Kaplan (schrijver), Patrice Lardeux (activist CGT), Mathilde Larrère (historicus), Olivier Le Cour Grandmaison (universitair medewerker), Pascal Maillard (universitair medewerker en syndicalist), Philippe Marlière (politicoloog), Bénédicte Monville-De Cecco (cregionaal adviseur IDF (EELV)), Olivier Neveux (kunsthistoricus), Ugo Palheta (socioloog), Willy Pelletier (socioloog), Irène Pereira (socioloog), Roland Pfefferkorn (socioloog), Christian Pierrel (PCOF); Christine Poupin (NPA), Théo Roumier (vakbondsappel «On bloque tout!»), Omar Slaouti (onderwijzer), Federico Tarragoni (socioloog), Jacques Testart (bioloog), Julien Théry-Astruc (historicus), Michel Tort (psycho-analist), François Tronche (directeur onderzoek bij CNRS), Marlène Tuininga (4ACG), Béatrice Turpin (militante filmproducente), Sophie Wauquier (linguist)