De Zapatista-school: een sterk staaltje van democratie – deel III
Uit 38 landen zakten in totaal 1.700 studenten af naar Mexico om er bij de Zapatista-rebellen een cursus over ‘Vrijheid’ te volgen. Hoe realiseren zij autonomie in de gezondheidszorg, de economie en het onderwijs? Dit is een verhaal over het rebbellengebied waar het volk regeert en de macht continue wisselt: wat betekent dat in de praktijk? Een analyse.
(Oorspronkelijk verschenen bij unotromundo.news, vervolg op De Zapatista-school: een sterk staaltje van democratie Deel I)
We hernemen kort de politieke structuur die bestaat uit drie bestuurlijke niveau’s:
- het lokale niveau met duizenden dorpen, elk dorp werkt met ‘volksvergaderingen’
- het regionale niveau, elk van deze 27 autonome regio’s heeft een ‘Autonome Raad’ en werkt met ‘algemene volksvergaderingen’ waarop alle inwoners van alle dorpen worden uitgenodigd
- die regio’s zijn ondergebracht in vijf zones, elke zone heeft een ‘Junta’: La Realidad, Oventik, La Garrucha, Morelia, Roberto Barrios
Bewusteloze patiënt mag ziekenhuis niet in
De Duitse dokter Lothar Müller die reeds enkele maanden in Chiapas verblijft en deelnam aan de Zapatista-school, vertelt schokkende verhalen: “Ik ging met een patiënt, een bejaarde Maya die last had van hoge bloeddruk en dehydratatie, naar één van de twee ziekenhuizen in Ocosingo en werd prompt tegengehouden door veiligheidsagenten. We mochten er niet in, ook al had de man ondertussen het bewustzijn verloren.”
“Toen ik wou onderhandelen met een collega-dokter voor een consultatie en bloedafname zei die: ‘Ik kan niets doen, ik heb geen dienst Interne Geneeskunde, geen labo, ik kan niets doen’. We zijn dan maar gaan aankloppen bij het andere ziekenhuis, waar de man gelukkig wel werd geholpen.”
Autonome gezondheidszorg
Als een Zapatista-rebel ziek is, gaat die naar het gezondheidshuis in het dorp, vervolgens naar een micro-kliniek of kliniek en als de patiënt daar niet kan geholpen worden, wordt toestemming gevraagd aan de Junta om naar een hospitaal van de Mexicaanse overheid te gaan. “Als de compa’s onmiddellijk naar een ziekenhuis van de de overheid gaan, zoals dat van Tabasco, dan betalen zij veel meer voor alle medicijnen”, schrijft Edgar van de Junta Roberto Barrios in de cursus ‘Autonome overheid I’.
Dokter Müller bevestigt het verhaal van de dure medicijnen: “Ook in Europa heeft de farmaceutische industrie invloed op de gezondheidszorg, maar hier in Mexico is die impact hallucinant. Zo kost het antibioticum Trimethoprim tegen een blaasontsteking 5 pesos, maar schrijven de dokters een ander medicijn voor dat wel 250 pesos kost.”
Macht van de farmaceutische industrie
De dokter heeft ook kritiek op het ‘showgehalte’ van de medische sector. “De dokters van het regeringsprogramma Caravanas de Salud geven de mensen de indruk dat de overheid bezorgd is om hun gezondheid, maar veelal doen ze niets met de stalen die ze afnemen. Dat is gevaarlijk. Er zijn ook dokters die patiënten veel geld aanrekenen voor onnodige onderzoeken met ultrasound-apparatuur. De gezondheidszorg bij de Zapatistas is dan wel primair, maar ik heb er vertrouwen in. Hun drijfveer is zieken genezen, zij halen geen economisch voordeel uit dure medicijnen en valse gezondheidstesten.”
Een leuk weetje: de Zapatista-rebellen hebben hun eigen vaccinatieprogramma. “Elke drie maanden gaan wij naar de regio’s met vaccins die wij ophalen bij ngo SADEC”, getuigt Edgar. Alicia, de mama van het Zapatista-gastgezin waar wij verblijven, toont ons een medische kaart waarop staat aangevinkt wie van het gezin al vaccins heeft gekregen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, griep, bof, mazelen en rodehond. Ook vaccins tegen het rotavirus, tuberculose, hepatitis en pneumokokken staan op de kaart.
Taak van het regionale niveau
In de dorpen worden de bestuursleden rechtstreeks verkozen, maar hoe zit dat op de andere niveau’s? “Elk dorp stelt een lijst op van kandidaten. De regio organiseert daarna een algemene volksvergadering, stelt alle kandidaten voor en het volk kiest zijn vertegenwoordigers voor de Autonome Raad en de commissies”, zegt Rosalinda, ex-lid van de Junta Oventik.
Die Autonome Raad bestaat doorgaans uit een ‘burgemeester’, een secretaris, een boekhouder, schepen(en) en rechter(s) die worden benoemd voor drie jaar. De commissies, zoals de commisie van onderwijs, gezondheidszorg, landbouw, justitie en vrouwen worden gecoördineerd door deze Autonome Raad.
Wat zijn de andere taken van deze Raad? “De dorpen bezoeken en informeren, het werk observeren en gedemotiveerde compas motiveren”, aldus Salomón van de Autonome Raad van de regio Benito Juárez in Roberto Barrios.
Organisatie van de Juntas
De Juntas hebben dan weer vooral een coördinerende functie. Sinds 2003 is in elke Junta het aantal vertegenwoordigers gestegen en de tijd dat elke vertegenwoordiger spendeert aan overheidswerk gedaald.
De trial and error-methode werpt duidelijk zijn vruchten af. Junta-lid Alex: “Van 2003 tot 2008 bestond onze Junta uit enkele leden van de Autonome Raden (…). Dit gaf problemen, want meestal zetelde ook de burgemeester in de Junta en bleef zijn regio bestuurloos achter. We hebben dan alle Autonome Raden en lokale autoriteiten bijeengeroepen om de werking te optimaliseren.”
Sindsdien kiest elk van de negen regio’s in Roberto Barrios drie vertegenwoordigers die zetelen in de Junta voor een periode van drie jaar. De Junta bestaat dus uit 27 leden. Maar die werken nooit allen op hetzelfde moment: drie groepen van negen leden wisselen elkaar elke twee maanden af. Zie tekening.
De machtswissels
In de cursus lezen we dat in 2010 de Junta-leden elkaar pas om de vier maanden afwisselden. De volgende groep startte echter wel steeds een maand op voorhand zodat er een vlotte overdracht was van taken. Door de hoge afwezigheidscijfers “werden de rotaties naar twee maanden gereduceerd, omdat vele vertegenwoordigers hun land, gezin… niet voor langere tijd konden achterlaten.” In 2011 waren de afwezigheidscijfers nog steeds te hoog. “We concludeerden dat we de nieuwe verkozenen beter moesten begeleiden, door een of twee ervaren leden. Zo werken we nu.”
Waarom wisselt de macht bij de Zapatistas zo snel en zo vaak? Dat is niet enkel om praktische redenen (werk, gezin), maar ook om te verkomen dat iemand te veel macht krijgt door te lang eenzelfde functie uit te oefenen.
Als een volledig nieuwe Junta van 27 leden wordt verkozen, werken de Zapatistas met een inloopperiode van één jaar. Kan u zich inbeelden dat er in België verkiezingen worden gehouden één jaar voor het einde van de regeringstermijn? En dat de nieuwe regeringsploeg een jaar lang de huidige ploeg achternaloopt totdat ze is ingewerkt?
Wie controleert de Juntas?
Elke zone heeft een Toezichtscommissie die het werk van de Junta controleert, zowel de taken als de inkomsten, uitgaven en donaties. Arnulfo van de Toezichtscommissie Roberto Barrios: “Als er een school wordt gebouwd, controleren wij welke materialen ze aankopen en hoeveel. Soms gaan we mee naar de winkels om de prijzen te controleren. Als diegenen die het materiaal aankopen vroeg moeten vertrekken, bijvoorbeeld om 4 uur ‘s ochtends, dan mogen ze een drankje en een taco kopen. Als ze reeds hebben ontbeten, enkel een drankje. Steeds moeten ze een betalingsbewijs voorleggen. Ook dit controleren we. We controleren alle rekeningen.”
Toestanden zoals het Britse onkostenschandaal van 2009, waarbij 11 ministers ontslag moesten nemen, zijn hier onmogelijk dankzij deze directe finaciële controle. Maar ook de Belgische politici ontspringen de dans niet: wie herinnert zich nog de Antwerpse VISA-affaire waarbij meerdere ambtenaren veroordeeld werden voor aankopen van meubels, schilderijen, snoepreisjes naar Barcelona en Valencia… met geld van de stad?
Autonome economie: coöperatieven
De geldstromen bij de Zapatistas kennen geen geheimen. Opvallend: zij willen volledig onafhankelijk worden van de donaties van ngo’s en organisaties. Sinds 2003 mogen ngo’s niet langer kiezen op welke manier en in welk dorp zij hun projecten uitvoeren, omdat dit tot ongelijkheid leidde.
Fermín, ex-Juntalid van Morelia: “De ngo’s kozen steeds voor de dorpen die zij kenden.” Als er vandaag donaties binnenkomen, zijn het de Juntas die aan de dorpen vragen hoe zij het geld willen besteden. In samenspraak met de regio’s wordt dan gekozen voor het ‘beste’ project.
Er zijn twee types van coöperatieven die met donaties worden gerealiseerd: grote projecten die beheerd worden door de Junta, en kleine coöperatieven die vervolgens 10 procent taks betalen aan hun Junta. Die taks wordt geïnvesteerd in nieuwe coöperatieven. Daarnaast zijn er ook coöperatieven die op eigen initiatief worden opgestart: artisanale winkels, imkerijen, kippenboerderijen…
De Junta wil koeien, het volk maïs
De Junta Roberto Barrios coördineert twee grote coöperatieve projecten. In het dorpje Commandant Abdel ligt een perceel van 150 hectare. “De Junta stelde voor om hier vee te kweken. Op de algemene volksvergadering besloot het volk echter om er maïs en bonen te telen. Tien compas van elke regio zouden elkaar afwisselen”, vertelt Salomón van de Autonome Raad van Benito Juárez.
“Van de eerste oogst konden we nog een beetje verkopen, maar de tweede oogst stelde niets voor (…). Op een nieuwe algemene volksvergadering besloten we dat gewassen telen niet rendabel is en werd het voorstel voor een veestapel opnieuw besproken.” “Sinds een jaar graast hier een veestapel van 101 koeien. In totaal hebben we 700 duizend pesos (een kleine 40.000 euro) geïnvesteerd”, voegt compa Alex eraan toe.
Koffie voor Europa
“Roberto Barrios heeft een koffiecoöperatieve tussen de vijf regio’s Acabalná, Benito, Juárez, La Paz, Dignidad y Rubén Jaramillo. Er zijn vier landen die deze koffie kopen: Italië, Duitsland, Frankrijk en Griekenland. Zij krijgen een document waarin de Junta verzekert dat de koffie organisch is”, getuigt Junta-lid Edgar in de cursus ‘Autonome overheid II’. “Onze koffiecoöperatieve werkt met zelfcertificiëring en niet met de certificaten van Certimex (een Mexicaans agentschap)”
Hoe werkt die certifiëring? Elk dorp heeft een ‘lokale technicus’ die er op toeziet dat “de koffieboeren geen chemicaliën, verdelgingsmiddelen zoals gramoxone en kunstmest gebruiken.” Elke lokale technicus informeert de technicus van zijn regio. Die brengt verslag uit bij de Autonome Raad die de informatie doorspeelt aan de Junta. “Pas als het volk ‘ja’ zegt, voert de Junta uit”, beklemtoont Edgar. “De Junta zorgt ook voor een uitwisseling tussen de vijf technici van de regio’s”, als vorm van extra controle.
Autonome bank
In La Garuccha heeft de Junta een ‘Autonome Bank van de Zapatistas’ opgericht. Voor leningen om gezondheidsredenen bedraagt de intrest 2 procent. Als de persoon sterft, schort de bank de helft van de lening op. Bij leningen om een eigen zaak op te starten, vee te kopen… is de intrest 5 procent. Wij vernamen alvast dat Roberto Barrios en ook de andere zones op dit moment onderzoeken of ook zij een eigen bank kunnen en willen oprichten.
Onderwijs in het teken van de autonomie
Elk Zapatista-dorp heeft minstens één school: jongens en meisjes van verschillende leeftijden krijgen samen les, er worden geen punten gegeven, er zijn geen graden en geen diploma’s. Rosalinda, ex-lid Junta Oventik: “Het autonome onderwijs telt in onze zone 157 lagere scholen en 1 secundaire school. We hebben 14 coördinatoren, 496 leerkrachten en 4886 leerlingen.”
Géronimo geeft een woordje uitleg over de ontstaansgeschiedenis: “Toen we op 30 september 1999 het autonome onderwijs afkondigden, discussieerden we een week lang over wat we zouden onderwijzen aan onze kinderen.” Het antwoord luidde: rekenen, lezen, schrijven, geschiedenis en het Zapatismo.
Pedagogiek van de onderdrukten
Een tweede belangrijke stap werd gezet in 2003: de onderwijsstructuur werd uitgetekend, met een onderwijscommissie of -comité op elk niveau. Het doel? De Zapatistas willen dat elke vrouw en elke man minstens één functie in een van de drie bestuursniveau’s uitoefent en dus moeten zij rekeningen kunnen controleren, communicaties schrijven, de organisatie kennen… Voorlopig is het geen prioriteit om het onderwijs verder te ontwikkelen.
Amerikaans professor Stahler-Sholk, en deelnemer aan de Zapatista-school, vindt de autonomie binnen het Zapatista-onderwijs een goede zaak: “De grote Braziliaanse onderwijshervormer en pedagoog Paulo Freire (nvdr. bekend door zijn boek ‘Pedagogiek van de onderdrukten’) merkte ooit op: “Het zou heel naïef zijn om te verwachten dat de heersende klasse een onderwijsvorm ontwikkelt die het mogelijk maakt dat de gedomineerde klasse sociale onrechtvaardigheid op een kritische manier waarneemt.”
Deze Zapatista-school is alvast een sterk staaltje van pedagogiek van de onderdrukten die vandaag de vruchten plukken van twintig jaar participatieve democratie.
In het laatste artikel van deze reeks ‘De Zapatista-school: een sterk staaltje van democratie. Deel IV’ gaan we dieper in op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het geweldloos verzet van de Zapatistas tegen de tienduizenden van kop tot teen bewapende militairen en paramilitairen.