Ga naar de inhoud

De EU en Canada sloten een vrijhandelsverdrag – of toch niet ?

Vandaag (vrijdag 26 september) was er in Ottawa  een Europees-Canadese top waarop Commissievoorzitter Barroso en de Canadese eerste minister Harper de succesvolle beëindiging van vier jaar onderhandelen aankondigden over het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada, het zgn. CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement).

5 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen op website Ander Europa)

De onderhandelingen werden door de Commissie (handelscommissaries De Gucht) gevoerd in naam van de lidstaten, en het resultaat moet nu door hen goedgekeurd worden, en vervolgens ook door het Europees en Canadees Parlement bekrachtigd [1].

De voorbije weken lijken er echter barsten gekomen te zijn in de eensgezindheid waarmee de Europese leiders het vrijhandelsakkoord tegemoet zagen.  Twistappel is de ISDS-clausule. Net zoals het fel omstreden TTIP-verdrag dat momenteel onderhandeld wordt tussen de EU en de USA, bevat CETA een hoofdstuk over de bescherming van private investeringen (ISDS, of Investor-state dispute settlement).  ISDS verleent buitengewone macht aan bedrijven, die beroep kunnen doen op privérechtbanken  bij geschillen met overheden; een staat kan tot een reusachtige boete veroordeeld worden als een multinational zijn winstvooruitzichten bedreigd ziet door bepaalde wetten of reglementen.

Totnogtoe lagen CETA en TTIP vooral onder vuur bij linkse activisten en de Europese Groenen, maar het is ISDS dat in nog ruimere kringen op verzet stuit. Zo zijn het Europees Vakverbond (EVV) of de Europese sociaal-democraten niet gekant tegen TTIP als zodanig, wel tegen het ISDS-gedeelte. Door de groeiende oppositie voelde de Europese Commissie zich zelfs verplicht een publieksraadpleging te organiseren, die echter bleek nep te zijn.  Een burgerinitiatief tegen TTIP en CETA werd zelfs niet eens in overweging genomen.

Een coup de théâtre gisteren(25 september)  in Berlijn, één dag voor de geplande aankondiging in Ottawa:  SPD-leider en minister van economie Gabriel verklaart in de Bundestag dat ISDS niet aanvaardbaar is, en dat hierover verder moet onderhandeld worden met Canada. Daarmee lijkt de weifelende houding van de regering Merkel i.v.m. ISDS uitgedraaid te zijn op een nein. De lichaamstemperatuur van koele kikker Karel De Gucht zal ettelijke graden gestegen zijn; in een interview met de Frankfurter Allgemeine haalde hij scherp uit naar de bondsregering, het Europees Parlement en de toekomstige Commissie Juncker, die aan de populistische druk zouden toegeven. Gabriel van zijn kant gewaagde over De Gucht als iemand die toch weldra op pensioen gaat.  Men kan de ontgoocheling van onze handelscommies begrijpen, want de implicaties zijn inderdaad ook dat ISDS weinig kans maakt om in TTIP opgenomen te worden.

Er is dus een openlijk conflict binnen de hoogste kringen van de Unie, want ISDS is wel degelijk onderdeel van CETA, zoals blijkt uit punt 6. van de Memo die de Europese Commissie vandaag verspreidde (wat nogmaals bewijst dat de door de Commissie geënsceneerde publieke raadpleging over ISDS een grote schijnvertoning was).

stop isdsDit lijkt een evolutie die alle campaigners tegen TTIP en CETA met vreugde moet vervullen, en misschien reeds herinneringen oproept aan het kelderen van het Multilateraal Investeringsakkoord eind jaren ’90.  Toch blijft koelbloedigheid geboden. Moet men werkelijk geloven dat de Duitse regering nu verbaasd is over de gevolgen van het mandaat dat ze zelf aan de Europese Commissie gaf? Als De Gucht vier jaar onderhandelde over o.a. een ISDS-hoofdstuk, dan had hij daarvoor de opdracht van de Europese regeringen. Toch van de grote spelers; misschien waren er schoorvoetende opdrachten bij, België, Slovenië  of Cyprus zullen misschien de grote hoop gevolgd zijn, maar Duitsland kan onmogelijk beweren Wir haben es nicht gewusst. Als Berlijn nu nein zegt, zit daar een politieke agenda achter. Deze agenda  kan zijn: het redden van TTIP, CETA en toekomstige vrijhandelsakkoorden, met alle andere narigheid buiten ISDS die ze meebrengen. Hiervoor waarschuwde bv. Ferdi De Ville, een anders wat naïeve [2] sociaal-democratische criticus van TTIP. De Ville in MO*:

“Het zou wel eens kunnen dat de Commissie zo verstandig is om ngo’s een aantal tactische overwinningen te gunnen om het akkoord op de langere termijn te redden. Mij zou het niet verbazen dat de Commissie ISDS laat vallen, en inderdaad niet toegeeft wat betreft ggo’s en de andere gevoelige voedselveiligheidskwesties. Industriëlen, maar ook de conservatieve denktank CATO Institute, hebben trouwens al gepleit om ISDS uit de onderhandelingen te evacueren om de onderhandelingen zelf te redden.”

Er kunnen ook andere motieven meespelen. Hoe men de Europese Unie als politieke entiteit ook moge bekijken (gaande van een supranationale instelling die haar wil oplegt aan de deelstaten, tot een instrument dat de belangen behartigt van de grootste lidstaten, om niet te zeggen: van Duitsland), er zijn in ieder geval meerdere echelons, meerdere machtsinstanties die elk hun eigen logica ontwikkelen. Zelfs de persoonlijke ambities van een Karel De Gucht, enigszins beïnvloed door talloze businesslobbys, moet men niet uitsluiten. Hoe dan ook, een EU die vier jaar onderhandelt om te vijf voor twaalf te zeggen dat  er een misverstand is met haar handelscommissaris slaat een mal figuur. Wij, tegenstanders van het Europa van het kapitaal, zijn daar niet rouwig om. Maar het is absoluut geen reden om de strijd te staken tegen CETA, TTIP en tutti quanti. (hm)


[1] Of de nationale parlementen zich zullen kunnen uitspreken lijkt momenteel niemand te kunnen bevestigen of ontkennen …

[2] De Ville, docent Europese Studies aan de Universiteit Gent, schrijft bijvoorbeeld dat de onderhandelingen ook “een kans bieden om wereldwijd de bescherming van arbeid en milieu te reguleren. ” Zie S & D, jaargang 71 nummer 2,  April 2014.