Davos: Public Eye Prijs (Ergste Onderneming 2011)

Pubic Eye Award
Sinds 2000 wordt gelijktijdig met de jaarvergadering van yet WEF de Public Eye Award uitgereikt aan een bedrijf dat wordt beticht van een grote sociale of ecologische misdaad. Het kan gaan om vormen van uitbuiting, van milieuvernietiging, van opzettelijk verspreiden van misleidende informatie, of om andere schendingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tot en met 27 januari (11 uur pm) kan men online een keuze maken uit 6 genomineerde bedrijven. De prijs wordt een dag later bekendgemaakt ten overstaan van journalisten die op het WEF aanwezig zijn.

Door de spotlight te plaatsen op deze bedrijven, worden ook de campagnes van NGO’s onder de aandacht gebracht waarin wordt opgekomen voor de mensen en het milieu die door de activiteiten van deze bedrijven worden geschaad.

De beloften over maatschappelijk verantwoord ondernemen die bedrijven op papier hebben gedaan, worden veelal niet nagekomen in de praktijk. Daarom streven de Berne Declaration en Greenpeace [voorheen: Friends of the Earth] naar een wettelijk kader dat (internationaal) opererende bedrijven dwingt tot een verantwoordelijk beleid op sociaal en ecologisch gebied.

(stemmen kan hier)

De genomineerden zijn:

1. het Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijf AngloGold Ashanti vergifigt land en mensen in Ghan door het delven van goud. Mensen die hiertegen protesteerden werden gemarteld of belaagd door bewakingshonden. Ondanks eerdere beloften verbeterde de situatie niet, maar verslechterde die juist.
Genomineerd door Wacam.
Meer info: hier

2. het Zwitserse energiebedrijf Axpo koopt al vele jaren uranium van een opwerkingsfabriek in het Russische Mayak, dat – op Tjernobyl na – de zwaarst nucleair verontreinigde plaats in Rusland is. Het aantal gevallen van kanker en misgeboorten in de omgeving is bovengemiddeld. Axpo presenteert zich als groen bedrijf dat “schone” electriciteit produceert, maar verborg jarenlang de herkomst van zijn nucleaire brandstof.
Genomineerd door Swiss Energy Foundation
Meer info:  hier

3. de Britse oliemaatschappij BP veroorzaakte een enorme olielekkage in de Golf van Mexico na een explosie op het boorplatform Deepwater Horizon op 20 april 2010. Elf mensen stierven en de ruim 800 miljoen liter uitgestroomde olie zal de hele voedselketen in de regio tientallen jaren lang zwaar verontreinigen. Desondanks gaat BP door met haar gevaarlijke boortechnieken en met haar investeringen in de smerigste oliesoort, de teerzanden in Canada. En blijft het bedrijf zich een image aanmeten als groen bedrijf.
Genomineerd door Indigenous Environmental Network
Meer info: hier

4. het Taiwanese elektronicabedrijf Foxconn laat zijn werknemers onder erbarmelijke omstandigheden en voor heel laag loon ploeteren in zijn Chinese fabrieken die bedrijven als Apple, Dell, HP, Nintendo, Nokia, Sony Ericsson en Motorola beleveren. De stelselmatige dwang tot overwerk en de overige systematische onderdrukking leidde tot 18 zelfmoorden in 2010. De enige toegestane arbeidsvertegenwoordiging is een zogenaamde gele bond (pseudo vakbond). Massale publieke druk dwong het bedrijf tot beloften over hogere lonen en verbetering van de werkomstandigheden. Die beloften zijn echter niet nagekomen. Het is zelfs zo, dat honderdduizenden studenten door hun scholen worden gedwongen om in het bedrijf “stage” te doen.
Genomineerd door Students and Scholars Against Corporate Misbehaviour
Meer info: hier

5. het Finse energiebedrijf Neste Oil is op weg om ’s werelds grootste palmolieopkoperen ’s werelds grootste producent van agrobrandstoffen te worden.
Onder het misleidende label “Neste Green Diesel” verkoopt het bedrijf in heel Europa “biodiesel” gemaakt van palmolie. De productie leidt tot de versnelde kap van regenwoud, de verdrijving van lokale dorpsgemeenschappen en omkoping van ambtenaren in Indonesië en Maleisië. Daarnaast levert de “biodiesel”-productie meer CO2 uit dan die van gewone diesel. Neste wil ondertussen zijn marktaandeel vergroten door brandstof te leveren voor vliegtuigen.
Genomineerd door Milieudefensie
Meer info: hier

6. de Amerikaanse tabaksgigant Philip Morris International heeft Uruguay voor de geschillenrechtbank van de WTO gedaagd vanwege diens anti-rookwetgeving en oefent zo druk uit op het land om zijn wetgeving aan te passen. Het is een voorbeeld van de toenemende politieke druk van de internationale tabaksklobby op ontwikkelingslanden. Door de verkleining van de markten in het noorden (anti-rook wetgeving), willen bedrijven als PMI hun markten in het zuiden vergroten en stellen ze zich zeer agressief op. Het voorbeeld Uruguay dient om andere landen onder druk te zetten.
Genomineerd door REDES
Meer info: hier