Cyprus: volgende ronde kredietcrisis
Het is tijd voor een nieuw rondje crisis. Net in een tijd dat we nu en dan lezen dat het dieptepunt in de economische crisis achter de rug is, dat er tekenen van herstel zijn, dat bijvoorbeeld Griekenland het ergste wellicht bijna achter de rug heeft, wordt de bankencrisis in Cyprus acuut. De EU sleutelde weliswaar een steunprogramma in elkaar om banken te redden. Maar dat programma vergrootte de paniek, en werd ook nog eens door het parlement van Cyprus afgewezen. Nu lezen we over oplaaiende crisisdreiging in andere Zuid-Europese staten. Niemand weet waar het heengaat, maar de paniek is terug. Intussen heeft zowel de crisis in Cyprus als de poging tot crisisbeheersing die er op wordt losgelaten opvallende, dreigende kanten.
(Oorspronkelijk verschenen bij doorbraak)
Wat is er in Cyprus gebeurd? Het is een ontwikkeling die ons bekend voor zal komen. In den beginne waren er banken die spaarders aantrokken en kredieten verschaften. Ze trokken spaarders met aantrekkelijke rentes en gunstige voorwaarden, waaronder een hoge mate van vertrouwelijkheid. Dat trok veel geld, en een flink deel ervan was witwasgeld en dergelijke. Russische oligarchen en maffiosi zetten maar wat graag hun geld op Cypriotische banken. Veel van het geld dat op die banken is geparkeerd, is van Russische herkomst. “Volgens schattingen staat er tussen de 8 en de 35 miljard euro aan Russisch geld in Cyprus”, aldus een overzicht in de NRC van mogelijke scenario’s in de Cypriotische crisis.
De bankensector was in verhouding met de betrekkelijk kleine totale economie van Cyprus erg omvangrijk. Wat er met de banken gebeurde, had dus extra zware impact op die economie. Dat had als gevolg dat het dus nog lastiger was dan elders om banken te redden door kosten op de rest van die economie te verhalen. Die rest was domweg te klein voor zoiets: “zelfs als de economie goed had gedraaid, dan nog was het land niet in staat geweest de banken te redden. Daarvoor was de bankensector in verhouding tot de Cypriotische economie simpelweg te groot”, aldus een inzichtgevend artikel in Trouw. En de economie draaide niet eens goed, en ook Cyprus kent staatsschuld en begrotingstekort. De omvang van de economie was in verhouding tot het opgezwollen bankwezen veel te klein. Daarom werd gekozen voor het plukken van spaartegoeden die op die banken zelf stonden. Maar dat leidt tot boosheid en paniek van mensen die hun geld van de bank halen voor ze het voor een deel kwijt zijn.
Tegenprestatie
Vandaar de keus om de voor hulp vereiste Cyprische bijdrage niet via het bekende bezuinigingsbeleid uit de bevolking te persen, maar het rechtstreeks te gaan halen bij spaarders bij die banken. Diefstal van spaartegoeden om banken te redden waar die spaartegoeden op stonden, daar kwam de gekozen oplossing op neer. Langs die weg moet een bedrag van 5,8 miljard binnenkomen, het bedrag dat EU-staten en het IMF als tegenprestatie eisen. De echt kleine tegoeden – 20 duizend euro en lager – werden ontzien. Mensen met 20 tot 100 duizend euro op de bank zouden echter 6,75 procent kwijtraken, mensen met meer 9,9 procent. Natuurlijk is een kleine 10 procent voor een miljonair best op te hoesten. Maar ruim zes en een half procent is voor iemand met 25 duizend euro op de bank een serieus bedrag. De meeste parlementsleden snapten dat ze met dit verhaal bij kiezers niet konden aankomen, en stemden tegen.
Maar dat gebeurde pas toen die banken zodanig in de problemen waren dat een ondersteuningsprogramma onontkoombaar leek te zijn geworden. Waar kwamen die problemen vandaan? Welnu, banken zijn niet alleen instanties waar mensen geld parkeren, het zijn ook instanties die geld uitlenen, krediet verschaffen. Dat was dus misgegaan. “Wat de Cypriotische banken kwetsbaar maakte, was hun grote aandeel Griekse schuldpapieren. Toen deze papieren na de Griekse bailout aan waarde verloren, zagen de banken een enorm kapitaal verdampen.” Cypriotische bankiers hadden lopen gokken op internationale financiële markten, en ze hadden bij hun gok flink verloren. Zo gaat dat in een markteconomie.
De banken konden maar beter gered worden, zo dachten ze in de EU-leiding. Omvallende Cypriotische banken konden grensoverschrijdende ontwrichting brengen, andere banken en bedrijven meesleuren en dergelijke. Als mensen nerveus worden en geld van banken gaan halen en een bankrun op gang brengen, zou die instorting zelfs versneld kunnen worden. Ingrijpen dus, door 10 miljard euro bijeen te brengen in een bailout. Maar de EU doet zoiets niet gratis. In Griekenland en Spanje stelde ze de eis van draconische bezuinigingen om de geldschieters terug te kunnen betalen uit het bespaarde geld. Zo moesten Griekse arbeiders en gepensioneerden met een grote inkomensdaling betalen om Griekse banken te redden, en om Europese financiële instellingen het geld dat ze staken in het redden van die banken terug te kunnen betalen.
Het reddingsplan is weliswaar afgestemd in het Cypriotische parlement. Dat zal echter wel deel zijn van een rondje touwtrekken tussen Cyprus en de andere Europese staten, waarin die Cypriotische regering iets minder ongunstige voorwaarden zal trachten te bereiken met verwijzing naar de stemming in parlement en onder de bevolking. En wat als spaarders in andere landen de bui zien hangen, en gaan vrezen voor een soortgelijke greep in hun tegoeden om banken te redden? “Gevreesd wordt dat zij hun geld wegsluizen naar bijvoorbeeld Duitsland of Nederland. Spaanse en Italiaanse banken kunnen dan omvallen.” En om spaarders, via een depositogarantie beschermd, dan schadeloos te stellen, zou er best wel weer eens steun vanuit andere staten nodig zijn, aldus nog steeds Trouw. Zo kan de crisis is Cyprus een nieuwe ronde in de kredietcrisis inluiden.
Nieuw model?
Maar er is meer. Het feit dat aan het hulpprogramma voor de Cypriotische banken geen bezuinigingspakket wordt vastgeplakt maar een graai in de spaartegoeden op die banken, wijst er volgens sommigen ook op dat het klassieke bezuinigingsbeleid zelfs volgens degenen die dat tot nu toe pushen – kredietverschaffers die geld willen zien, bankenredders die de kredietverschaffers overeind willen houden – op haar grenzen stuit. De vrees van spaarders elders zou wel eens niet ongegrond kunnen blijken, als het model-Cyprus morgen ook in Spanje of Italië wordt toegepast – of in Frankrijk. Maria Margaronis stipt het aan in The Nation: “Dit is de eerste keer dat de EU en het IMF hebben besloten om het geld direct uit de zakken van mensen te halen in plaats van via het rommelige proces van het snijden in de lonen en pensioenen van mensen en het verhogen van belastingen. Je kunt het wellicht lezen als een stilzwijgende erkenning dat bezuinigingsbeleid mislukt is, zowel economisch als politiek: het is rommelig, het is onbetrouwbaar, en het brengt mensen ertoe om voor mensen te stemmen die het spel niet meespelen, zoals Beppo Grillo.” Je zou eraan toe kunnen voegen: en het provoceert opstandigheid die de investeerders en geldschieters op den duur erger kan bedreigen dan alle bankroete banken bij elkaar. Maar dat is wellicht een iets te positieve inschatting over de kracht die het noodzakelijke verzet al heeft.
Hoe dan ook: waar bezuinigingsbeleid niet goed werkt, kan het plukken van spaartegoeden wellicht uitkomst bieden voor de banken en hun redders. Maar ook dit plukken behelst het weghalen van geld van de onderkant om de bovenkant uit de wind te houden. Hier is dezelfde oorlog van rijk tegen relatief arm aan het werk, alleen via een andere techniek. En zo onbetrouwbaar als het bezuinigingsbeleid wellicht is, zo riskant is ook het plukken van spaartegoeden. Zoals al gezegd, kan de angst daarvoor juist bankruns uitlokken die weer andere banken in andere landen in gevaar brengen. Zo kan de aanpak die nu wordt gekozen, het beetje rust in de financiële wereld juist weer in gevaar brengen. Tim Adams, iemand uit de bankenwereld, van het Institute of International Finance om precies te zijn, ziet het risico: “Als zich de volgende keer in een ander land een crisis aandient, zullen spaarders zich afvragen: waarom zou ik blijven hangen om te zien of hier dezelfde maatregelen van kracht worden?” Hij spreekt van “een ongelooflijk gevaarlijk precedent”. Het laat allemaal zien hoe instabiel de financiële sector van het kapitaal nog altijd is, hoezeer de economische crisis voortwoekert in steeds weer andere vormen, en hoezeer wisselende gekozen oplossingen vanuit het systeem de crisis in wisselende vormen doen oplaaien. En welke oplossingen zij ook kiezen, steeds zijn het mensen onderaan die wat hen betreft de hoogste prijs betalen.
Staking
Intussen heeft het parlement dus nee gezegd, en dat is niet zomaar. Regering en parlement staan onder druk van boze mensen. Er was al een forse betoging tegen de spaardersheffing. Het is niet ondenkbaar dat de woede onder de bevolking tamelijk onverzettelijk is. De huidige crisis komt pal na een drie weken durende bouwvakkersstaking, waarmee vakbonden hun eis dat bouwvakkers bepaalde kwalificaties moesten hebben, kracht bij zetten. Die duurde tot 14 februari en werd via drie vakbonden georganiseerd. Die eis was een reactie op de praktijk van bouwondernemers om geschoolde bouwvakkers te ontslaan en te vervangen door goedkope, ongeschoolde arbeidsmigranten. Een qua onderwerp riskante strijd, die heel makkelijk afgebogen had kunnen worden in een gevecht van Cyprische arbeiders tegen arbeidsmigranten. Gelukkig stelden stakers kennelijk de kwalificaties en niet de herkomst van bouwvakkers centraal. Als groepen arbeiders met vrij langdurige stakingsactie dit soort eisen kracht weten bij te zetten, in tijden van crisis en werkloosheid, dan lijkt me de kans dat zich zonder slag of stoot hun spaartegoeden zullen laten afpakken om banken te redden, niet zo groot.