Ga naar de inhoud

Bolivia’s doorlopende coup

Met het vooruitzicht van een overwinning voor de MAS-partij van Evo Morales heeft de Boliviaanse regering de verkiezingen opnieuw uitgesteld – de laatste aanval op de democratie door een coupregime dat door de westerse mogendheden in naam van de democratie werd gesteund.

8 min leestijd

(Door Oliver Vargas, Tribune. Vertaling – met toestemming van Tribune – door Globalinfo.nl, foto Pedro Szekely, CC2.0/Flickr)

Toen de verkiezingsautoriteiten van de Boliviaanse regering zenuwachtig aan de natie aankondigden dat de verkiezingen voor de derde keer in vier maanden zouden worden opgeschort, leek de angst bij velen plotseling weg te smelten. Het werd vervangen door de woede van een land waarvan de arbeiderswijken en de plattelandsgebieden wijs was gemaakt dat vrije en eerlijke verkiezingen, op 6 september, een vreedzame oplossing zouden bieden voor de dramatische economische ineenstorting van het land.

De hoop was dat deze verkiezingen het einde zouden betekenen van een autoritair bewind door een ongekozen regime, dat model staat voor de manier waarop de VS zijn ‘achtertuin’ regeert en voor het gemak waarmee het neoliberalisme zijn vermeende waarden verloochent wanneer het geconfronteerd wordt met degenen die oproepen tot nationale soevereiniteit en publieke controle over natuurlijke hulpbronnen.

Toen vorige week de verkiezingen werden opgeschort, kondigden de inheemse en vakbondsleiders van Bolivia – waarvan de meeste juridische vervolging te verduren hebben – mobilisaties aan op een schaal die het grotendeels ongeorganiseerde verzet tegen de staatsgreep van november ver overstijgt. De komende week zullen deze sociale bewegingen een finale strijd voor de democratie op gang brengen; als ze worden verslagen, wacht er een brute vervolging.

Het eindeloze uitstel van de presidentsverkiezingen heeft niet veel kritiek gekregen van de Engels sprekende media en NGO’s, van wie velen de staatsgreep prezen als een triomf van de democratie die eerlijke verkiezingen zou inluiden. Natuurlijk geeft zelfs The New York Times nu toe dat de eerste beschuldigingen van fraude, die de afzetting van Evo Morales rechtvaardigden, vals waren.

Destijds schreven liberale journalisten zoals Yascha Mounk in gloedvolle bewoordingen in The Atlantic over het “reële vooruitzicht op vrije verkiezingen” en Human Rights Watch-directeur Ken Roth sprak naïef over hoe “het belangrijkste nu in dit overgangsmoment voor Bolivia is om… de fundamentele rechten te waarborgen, waaronder het vreedzaam protesteren en het stemmen in transparante, competitieve en eerlijke verkiezingen”.

Degenen die op de hoogte zijn van wat er in november 2019 werkelijk is gebeurd, hebben altijd geweten dat het huidige regime nooit de bedoeling heeft gehad om een democratie in te stellen. De regering, onder leiding van de zelfverklaarde president Jeanine Añez, is voortgekomen uit een militaire staatsgreep die zijn triomf vierde door het verbranden van de inheemse wiphala-vlag op openbare pleinen, gevolgd door de moorden op inheemse pro-democratische demonstranten in Sacaba (Cochabamba) en Senkata (El Alto), die door de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens als bloedbaden zijn bestempeld.

De vervolging die volgde op die eerste repressie is net zo hevig geweest. De presidentskandidaat van de Beweging Naar Socialisme (Movimiento Al Socialismo, MAS), Luis Arce, is vervolgd met politiek gemotiveerde aanklachten, en nu zet het regime de verkiezingsraad onder druk om hem volledig te verbieden zich kandidaat te stellen. Bijna alle vakbonds- en inheemse leiders worden op soortgelijke wijze aangeklaagd, meestal wegens ‘opruiing’.

De zender waar ik werk – Radio Kawsachun Coca – heeft in dit klimaat moeten werken. Mijn collega Landert Marca werd enkele maanden geleden gearresteerd toen hij verslag deed van een evenement van de vakbonden uit de tropico van Cochabamba. Ons radiosignaal is in talrijke gebieden gestoord of in beslag genomen en onze kantoren in de stad Cochabamba zijn een dag voor de staatsgreep door extreemrechtse bendes in brand gestoken.

De regering van Jeanine Añez heeft zichzelf uitgeroepen tot een ‘interim’ regering die als enige taak had om verkiezingen te organiseren. Maar ze hadden andere prioriteiten. Haar eerste veranderingen waren het buitenlands beleid, het verscheuren van de integratiegerichte en antikoloniale aanpak van Evo Morales en het onmiddellijk herstellen van de diplomatieke banden met de VS en Israël, en het afkeren van de Latijns-Amerikaanse integratie door middel van instellingen als UNASUR.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg hun afgevaardigde in het presidentiële paleis om deze eindeloze ‘overgang’ in goede banen te leiden. Erick Foronda, hoofdadviseur van de Amerikaanse ambassade in Bolivia gedurende vijfentwintig jaar, werd aangesteld als privé-secretaris voor president Añez. Foronda’s leidende rol in het beheer van het land blijkt uit het feit dat de eigen ministers van Añez zich beklagen over de manier waarop hij de regeringsdepartementen terzijde heeft geschoven en hun toegang tot de president heeft afgesneden….

De regering heeft ook prioriteit gegeven aan economische ‘hervormingen’ boven het houden van verkiezingen. Het IMF is teruggekeerd naar het land met een enorme lening van 327 miljoen dollar. Om dit op te vangen heeft het regime de grote staatsontwikkelingsprojecten die door Evo Morales waren ingesteld, verlamd. De plannen om de lithiumvoorraden van het land binnen Bolivia zelf te verwerken zijn opgeschort. Het contract met het Duitse bedrijf ACISA dat de staatsfirma van Bolivia het meerderheidsaandeel gaf werd snel na de staatsgreep gesloopt. De verwerkingsinstallaties die Morales opende hebben ook hun poorten gesloten nadat hij verdreven werd.

De enorme ureum- en ammoniakfabriek die in de regio Cochabamba is geopend, een juweel in de kroon van het staatsgasbedrijf, heeft hetzelfde lot ondergaan. Het nieuwe bovengrondse tramsysteem voor de stad Cochabamba was bijna voltooid, alle haltes en sporen waren aangelegd en de rijtuigen waren geproduceerd. Het enige wat overbleef was het betalen van het Chileense grensagentschap om ze vrij te geven van de douane en ze naar de stad te vervoeren. Het regime weigerde te betalen en nu verkoopt het Chileense bureau de rijtuigen per veiling.

De bewuste sabotage van de economische ontwikkeling van Bolivia is een belangrijk element van de nieuwe regering geweest. Dit beleid heeft dramatische gevolgen gehad voor het vermogen van het land om de economische gevolgen van Covid-19 te weerstaan. 38% van het land heeft zijn volledige inkomen verloren, terwijl 52% een deel van zijn inkomen heeft verloren. De bewuste terugtrekking van de staat heeft ertoe geleid dat de 90% die tijdens de quarantaine lijden geen enkele vorm van inkomenssteun hebben ontvangen, het enige gebaar is een eenmalige universele betaling van 70 dollar. In april, om vier maanden van lockdown te kunnen verduren.

In het licht van deze wanhopige situatie keken de kiezers uit naar de beëindiging van het acht maanden durende staatsgreep-experiment met de stembus in september. Uit peilingen blijkt dat MAS op koers ligt voor een overwinning in de eerste ronde, waarbij Añez ver achter zou blijven op een derde plaats . Het had een vreedzaam einde kunnen zijn van een gewelddadige periode. Het regime is echter vastbesloten zich vast te klampen aan de macht, wat de kosten ook mogen zijn, en gebruikt Covid-19 als excuus om die verkiezingen uit te stellen. Met de bewering dat verkiezingen het virus zouden verspreiden, zelfs nu het openbaar vervoer en het grootste deel van de economie weer op gang komen, hebben ze aangedrongen op verdere vertraging.

18 oktober is de nieuwe datum. Maar het maatschappelijk middenveld heeft het vertrouwen verloren dat die zal worden gerespecteerd. Vakbonden, inheemse groepen en buurtverenigingen in de arbeiderswijken hebben op zeer georganiseerde wijze formeel aangekondigd dat zij zich nu voor onbepaalde tijd zullen inzetten om het recht om te stemmen op te eisen.

In november werden de inheemse groepen die bij het MAS zijn aangesloten, gemobiliseerd, waarna de wegen op het platteland werden geblokkeerd en sommige zich bij de protesten in de steden aansloten. Maar de beweging is nu veel breder. De nationale vakbondsfederatie (COB) mobiliseert alle aangesloten vakbonden op nationaal niveau voor een massaprotest op dinsdag, waarbij verdere acties zullen worden aangekondigd. Zij hebben zich afgelopen november helemaal niet gemobiliseerd. In de inheemse stad El Alto, grenzend aan La Paz, mobiliseert de federatie van buurtraden (FEJUVE) zich in elke wijk. In november werden de leiders van die federatie opgesloten en gedwongen onder te duiken, wat betekende dat de protesten tegen de coup grotendeels spontaan waren. Nu hebben ze een systematische aanpak.

De beweging wordt ook versterkt door het feit dat de eisen niet alleen betrekking hebben op de democratie, maar ook op de neoliberale economische maatregelen die elk deel van de samenleving hebben getroffen. Bij de aankondiging van de demonstraties legde COB-leider Juan Carlos Huarachi uit: “We hebben een democratisch gekozen regering nodig om nieuw beleid te bespreken, niet alleen voor sociale kwesties, maar ook voor economische kwesties… in acht maanden tijd hebben we de ineenstorting van ons land gezien. Helaas is dit de realiteit, met recepten van het IMF, door het chanteren van de bevolking, door het chanteren van de wetgevende macht.”

De Boliviaanse verzetsbeweging is machtig, maar dat is geen garantie voor de overwinning. De twee moordpartijen in november zijn het bewijs dat de regering bereid is om bloed in de straten te zien, en de steun van de westerse mogendheden is de sleutel geweest tot het opkrikken van een regime dat in de peilingen wegkwijnt met zestien procent van de stemmen.

Bolivia laat zien hoe de ideologen van de vrije markt graag elke schijn van democratisch bestuur overboord gooien als ze zich bedreigd voelen. Het legt ook het ware karakter bloot van interventies van regeringen als die van de VS en het Verenigd Koninkrijk in internationale zaken om ‘de democratie te bevorderen’.

Als de rest van ons ervoor wil zorgen dat hun staatsgreep in Bolivia niet voorgoed tot het einde van de democratie leidt, zullen degenen die vrije, eerlijke en onmiddellijke verkiezingen eisen, al onze solidariteit nodig hebben.

—————

Over de auteur: Oliver Vargas is een Boliviaanse journalist die werkt voor Radio Kawsachun Coca in de regio Cochabamba.