Belgisch regeringsprogramma lokt massaal verzet uit
6 november 2014 zal de geschiedenis ingaan als de dag waarop het Europees klassenconflict ook in volle hevigheid in België losbarstte. Op zijn minst 120.000 mensen namen in Brussel deel aan een protestbetoging georganiseerd door de drie vakbonden. Mikpunt was het programma van de regering Michel, die nog geen maand in het zadel zit, eigenlijk nog niet geregeerd heeft, maar waarvan de aangekondigde maatregelen zo onverbloemd tegen de werkende klasse gericht zijn dat een reactie eigenlijk niet kon uitblijven.
(Oorspronkelijk verschenen op website Ander Europa)
Een ‘kamikazeregering’
Voor onze Nederlandse lezers misschien eerst een korte situering. Op 25 mei waren er in België niet alleen Europese, maar ook federale en regionale verkiezingen. In Vlaanderen zette de conservatieve Vlaams-nationalistische Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) haar opgang voort. Ze behaalde een nieuwe recordscore met 32% van de Vlaamse stemmen (onder andere een aanzienlijk deel van de kiezers van het extreem-rechtse Vlaams Belang) en werd daarmee de grootste partij van het land. De N-VA maakte met boegbeeld Bart De Wever (burgemeester van Antwerpen) vooral naam als partij die België wil splitsen, maar haar uitgesproken neoliberaal programma is minstens even belangrijk. N-VAers mogen dan wel eens het ‘zelfbeschikkingsrecht van de volkeren’ in de mond nemen en verwijzen naar Catalonië of Schotland, ze verzwijgen wel dat veel Schotten en Catalanen juist omwille van hun afkeer voor het neoliberaal beleid zich willen afscheuren.
In die omstandigheden was het zeer de vraag welke regering uit de bus zou komen. De N-VA zelf leek aanvankelijk niet geneigd aan een Belgische regering deel te nemen, terwijl in Franstalig België de Parti Socialiste de grootste partij bleef. Daarbij komt dat de partijpolitieke logica de voorkeur geeft aan gelijkaardige coalities op het federaal vlak als regionaal, maar met een N-VA aan Vlaamse en een PS aan Waalse kant als dominante politieke krachten is dit uitgesloten. Uiteindelijk kwam een onverwachte formule uit de bus, de ‘Zweedse coalitie’ [1]. De regering Michel, die op 11 oktober de eed aflegde, steunt op slechts één Franstalige partij, Charles Michels liberale MR (Mouvement Réformateur) die in Franstalig België slechts een kwart van de stemmen haalde (tegen 31 % voor de PS). Aan Vlaamse kant wordt de coalitie gevormd door de N-VA, de liberale VLD en de christen-democraten van de CD&V. Boegbeeld De Wever zelf zit niet in de regering, maar lijkt die met een ‘afstandsbediening’ te besturen. Uitspraken als “Nu hebben we de socialisten verdreven, en ik zou ze liefst nooit meer terugzien” zetten de toon. Vanuit de N-VA wordt ook al jarenlang een anti-vakbondshetze gevoerd.
Zweedse coalitie laat poolwind waaien
Het regeerakkoord zelf lijkt gedestilleerd uit de aanbevelingen van de Europese Commissie, en kan op de instemming van het bedrijfsleven rekenen, die het een goed begin vindt. Er was wel protest tegen een sociaal vijgenblad in het akkoord, waardoor werkgevers een tweede maand loon zouden moeten waarborgen voor een zieke werknemer. En meteen werden de heren ondernemers op hun wenken bediend: de maatregel wordt met minstens een jaar uitgesteld. Maar voor de rest niets dan lof voor deze ‘vooruitziende’ regering: pensioen naar 67 jaar, drastische inperking van het brugpensioen (de maatregel was zo abrupt dat zelfs de politie daartegen acties ondernam!), een indexsprong [2], diverse ingrepen in de werkloosheidsvergoeding, sterk terugschroeven van het systeem van tijdskrediet [3], abrupte verminderingen van de werkingskredieten van culturele instellingen, universiteiten (met verhoging inschrijvingsgeld als gevolg), openbaar vervoer, enzovoort enzoverder. Wie dit afbraakprogramma in meer detail wil bekijken, verwijzen we naar de websites van de vakbonden ABVV en ACV en van de PVDA.
Tegenover deze aanpak-met-de-bokshandschoen van werkenden, werklozen en gepensioneerden, staat de fluwelen aanpak van de kapitaalbezitters en vermogenden. De enige maatregelen die deze categorie zouden kunnen treffen zijn de zgn. ‘kaaimantaks’, een bankentaks en een beurstaks, die volgens het ACV in het beste geval samen 230 miljoen kunnen opbrengen, maar ettelijke malen gecompenseerd worden door belastingsvermindering, indexsprong en blijvende loonblokkering. De indexsprong alleen al kost de werkende klasse naar schatting 2,6 miljard per jaar. In de voorbije jaren werden allerlei belastingsverminderingen en loonsubsidies (10 miljard in 2012) aan de bedrijven toegekend, om nog te zwijgen over snoepjes als de ‘notionele intrestaftrek‘.
Het akkoord draagt ook de samenzweerderige sporen van het nachtelijk uur waarop veel bekonkeld werd. De communicatie erover was soms kakofonisch, belangrijke elementen rolden pas later uit de kast. Zo moest de spoorwegmaatschappij NMBS eerst 2,1 miljard besparen, maar dit werd dan als een vergissing bestempeld: het ging ‘maar’ om 663 miljoen; en dan bleek de 2,1 miljard toch het juiste cijfer te zijn. De verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar was ook in geen enkel verkiezingsprogramma opgenomen. Defensie zou moeten besparen, maar er wordt wel geopteerd voor de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen …
Naast het brutaal asociale programma zorgden ook enkele ‘biografische details’ van N-VA ministers voor opschudding. Zo bleek dat staatssecretaris voor asiel en migratie Theo Francken zich in 2011 op Facebook afvroeg “wat de meerwaarde is van Marokkaanse, Congolese of Algerijnse migranten”. Dezelfde Francken was samen met zijn partijgenoot en Vlaams minister Ben Weyts aanwezig op een verjaardagsfeest van de nazi-sympathisant Bob Maes. En N-VA minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon sprak, vlak na zijn benoeming, op een lichtvoetige manier over de collaboratie (“ze zullen hun redenen gehad hebben”). Van een opgemerkt debuut gesproken …
Vakbonden: springen of creperen
België is bekend als een land van het ‘sociaal overleg’. De ‘sociale partners’ (vakbonden enerzijds, werkgevers anderzijds) sluiten loonakkoorden, hebben vertegenwoordigers in de beheerraden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, in de Nationale Bank, enzovoort. In werkelijkheid is de rol van de werknemersvertegenwoordigers sinds decennia fel gekrompen, om niet te zeggen: verdwenen. Zo wordt sinds jaren door de regering een ‘loonnorm’ opgelegd, waardoor het loonoverleg tussen bonden en werkgevers volledig uitgehold werd. De vorige regering Di Rupo (sociaal-democraten, christen-democraten en liberalen) voerde een hervorming van de pensioenen en van de werkloosheidsuitkeringen door zonder de vakbonden daarin te kennen. Daar kwam vakbondsprotest tegen, maar geen revolte. Waarom niet? In de eerste plaats door de politieke bindingen van de vakbondstop: het ABVV met de sociaal-democratische partij sp.a (en aan Franstalige kant FGTB met de PS), het ACV met CD&V (respectievelijk CSC met de Franstalige christen-democraten van CDH). Bovendien respecteerden de ministers bepaalde ‘omgangsvormen’: vakbondsleiders werden met hun grieven op het kabinet ontvangen, er kwamen kleine aanpassingen, een en ander werd uitgesteld. Jarenlange ervaring had de beleidspartijen ook geleerd dat men veel kan doordrukken op voorwaarde niet te bruuskeren, alleen de nieuwkomers in het nieuw systeem te dwingen. Het is bekend: een kikker die vanaf kamertemperatuur in de kookpan ligt springt er niet uit, dat gebeurt alleen wanneer hij in het kokend water gegooid wordt.
Dat laatste is de aanpak van de nieuwe regering, en zeker van de N-VA novicen: “Met ons wordt het anders, gedaan met het socialistisch gepeuter, de beuk erin!”. Men kan vermoeden dat dit niet naar de zin is van de doorgewinterde leden van de coalitie, maar anderzijds bekoort de recht(s)-voor-de-raap-aanpak wel een deel van de Vlamingen. En zelfs in Wallonië worden sommige ondernemers aangetrokken door het hevig anti-PS discours.
Voor de vakbonden echter die nu in het kokend water gegooid worden is het springen of creperen. Onder deze omstandigheden valt er niets te onderhandelen, niets te bepleiten, geen enkel resultaat voor te leggen aan de leden. Remmingen door de politieke banden met coalitiepartijen zijn nu ook zo goed als afwezig [4], en de bonden hebben tijdig ingezien dat ze nu moeten reageren, of misschien nooit meer. Ze werkten een gemeenschappelijk actieplan uit, waarvan de grote betoging op 6 november het startsein was. Daarna volgen stakingsacties, telkens op maandag, in de verschillende provincies: 24 november in Henegouwen, Luxemburg, Limburg en Antwerpen, 1 december in Namen, Luik, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, 8 december in Vlaams-Brabant, Waals Brabant en Brussel, met als voorlopig hoogtepunt een algemene nationale staking op 15 december.
In de aanloop naar deze acties was er ook spontaan een veel sterkere betrokkenheid van de leden dan gewoonlijk. Voorlichtingsvergaderingen trokken volle zalen, zodra het regeringsplan bekend was waren er ‘wilde’ acties op diverse plaatsen, o.a. aan het spoor. Beweging ook buiten het strikte vakbondsverband, o.a. in de kunstenaarswereld en bij scholieren en studenten. In Vlaanderen ontstond Hart boven Hard, een “burgerinitiatief dat individuen en organisaties verenigt die zich zorgen maken over het geplande beleid van de Vlaamse en federale regering”, en dat in diverse steden geslaagde informatiebijeenkomsten organiseerde.
6 november
Men kon dus op de betoging van de drie vakbonden veel volk verwachten, maar met naar schatting meer dan 120.000 deelnemers werden die verwachtingen nog overtroffen. Er werden extra-treinen ingelegd, er werden 80.000 treintickets verkocht (zelfs hierover was er regeringscommentaar, want de minister van mobiliteit was verontwaardigd over het toegepaste reductietarief ‘dat alleen voor gelegenheden als de eedaflegging van de koning of de doortocht van de Tour de France bestemd is’), honderden bussen kwamen uit alle hoeken van het land. Wie nog een duwtje in de rug nodig had om mee te doen, kreeg dat ‘s morgens op de radio bij het nieuws over LuxLeaks, de miljarden euros die via Luxemburg aan de belastingen ontsnappen. De fotoreportage hieronder geeft een indruk van de strijdbare sfeer.
Nabij het Zuidstation waren er in de loop van de namiddag vrij zware rellen bij een confrontatie tussen (vooral) Antwerpse havenarbeiders en de politie; er vielen enkele gewonden, een aantal auto’s ging in vlammen op. Beweren zoals sommige media dat de betoging daardoor “volledig uit de hand is gelopen” is onzin; het is een wijze van voorstellen die maar al te goed in het regeringskraam past. Men kan zich beter afvragen waarom niet alleen Belgische, maar ook Franse en Nederlandse havenarbeiders sinds vele jaren verbeten acties voeren (bijvoorbeeld ook in januari 2006, bij het Europees Parlement in Straatsburg). De reden is simpel: telkens opnieuw komt vanuit de Europese Commissie een poging om de havendiensten te liberaliseren. Haar havenrichtlijn wordt na hevig protest verworpen ? De Commissie wacht een tijd en probeert het opnieuw. Deze keer wachtte ze tot na de Europese verkiezingen [5] maar nu is de kust weer veilig. Onnodig te vragen of de Commissie Juncker dezelfde vasthoudendheid zal aan de dag leggen om de fiscale ontsnappingsroutes te sluiten …
Een goede start
De Belgische vakbonden hebben met hun actieplan gepast gereageerd op de zware aanval tegen de werkende klasse. Dat de mobilisatie indruk maakte, bleek reeds terwijl nog tienduizenden betogers in Brussel aanwezig waren. De vakbondsleiders werden op het kabinet van de eerste minister ontvangen; na afloop was echter duidelijk dat er geen echte toegevingen komen, en dat het actieplan onverkort verdergezet wordt.
Naast de vele onheilstijdingen die momenteel op de werkende klasse afkomen, zijn er ook enkele positieve vaststellingen te noteren. Vakbonden hebben hun mobilisatiekracht niet verloren; integendeel, door het wegvallen van de ‘vriendschapsbanden’ met regeringspartijen is er blijkbaar een pak lood uit hun vleugels verdwenen. Voorts kan de openlijk rechtse ideologische gedrevenheid van deze regering ook het ideologisch debat aan de linkerzijde vooruithelpen. Wie de term ‘klassenstrijd’ een reliek uit de negentiende eeuw vond, zal er stilaan anders gaan over denken. Hopelijk komt daarmee binnen vakbonden en sociale organisaties een intens debat op gang, en wordt sterk geïnvesteerd in informatie en vorming. En tenslotte versterkt de strijd tegen de Belgische regering ook de continentale strijd tegen het neoliberaal agentschap dat Europese Unie heet.
———————————–
Aanvullingen globalinfo:
Onder aan het originele stuk staan veel foto’s van de demonstratie.
Zie ook deze (voor)beschouwing over dezelfde dag op DeWereldMorgen
Bonus: filmpje:
{youtube}xjgrsv7cVD4{/youtube}