Ga naar de inhoud

Amerikaanse vrijhandelszone stagneert, EU vordert

Dit artikel staat op de website No Alca en is een bijdrage van Eduardo Lucita* aan het debat van de “Derde Nationale Conferentie Nee tegen de Alca ” in Argentinië. (Alca is de Amerikaanse vrijhandelszone). Het artikel onderzoekt ook de akkoorden tussen Mercosur/EU in het kader van de topconferentie Latijns Amerika-EU in mei 2004 in Guadalajara (Mexico).

10 min leestijd
Placeholder image

Het is de laatste tijd gebruikelijk om te stellen dat de Amerikaanse vrijhandeslzone ALCA in het slop is geraakt. Zeker is dat de mislukkingen van de WTO top in Cancun (sept. 2003), de Alca top in Miami (nov. 2003) en de recente Alca bijeenkomst in Buenos Aires (april 2004) het gelijk van die stelling bevestigen.

De VS maakt echter vorderingen met bilaterale en regionale overeenkomsten (CAFTA, Andes Pact en daarvoor het vrijhandelsverdrag met Chili),die in het algemeen geen grote economische betekenis hebben. Wel wordt zo geprobeerd de grootste deelnemers Argentinië,Brazilië en Venezuela onder druk te zetten en te isoleren. Duidelijk is dat het uiteindelijke doel de grote Braziliaanse markt is.

Maar het zou niet juist zijn veel illusies te hebben over Alca “light”, het is slechts een wijziging van de algemene strategie van de VS, die de moeilijkheden erkent, maar die zijn standpunten inzake landbouwsubsidies en toegang tot overheidsmarkten en diensten in onze landen niet wijzigt.

Er is een vrij duidelijk verband tussen vrijhandel en tendensen tot militariseren in deze fase van het kapitaal, zoals ik heb trachten aan te tonen in een eerder artikel (1). Het is verder bekend dat in Latijns Amerika de schulden positie een zeer beslissende factor is, die ervoor zorgt dat de verschillende regeringen wijken voor de gecombineerde druk van de grote mogendheden en de internationale krediet instellingen.

Tijdens die stagnatie is er echter een nieuwe speler in het Latijns Amerikaanse veld gekomen: de EU. Het is geen nieuw gegeven, de topconferenties EU / Latijns Amerika in Rio de Janeiro (1999) en in Madrid (2002) zijn de directe voorgangers. Een ware invasie van Europees kapitaal, voornamelijk Spaans, ging hieraan vooraf in de negentiger jaren.

Maar dit proces is nu versneld, de derde topconferentie wordt nu voorbereid. Die top wordt in mei 2004 in Guadalajara gehouden. Men hoopt daar tot een akkoord te komen met Mercosur plus Bolivia en Chili.

Om de betekenis van al die wijzigingen te begrijpen, vanzelfsprekend inclusief die van de VS, is het noodzakelijk uit te gaan van de situatie die ontstond na de instorting van het socialistische blok en het einde van de oost-west confrontatie.

In de context van die veranderingen ontstond een nieuwe vorm van internationale betrekkingen. De opening van de markten, de groeiende onderlinge afhankelijkheid en de vorming van regionale blokken, zijn de bepalende factoren in deze nieuwe fase van kapitalistische mondialisering, die we als globalisering kennen.

De machtigste landen van de wereld, verenigd in de G7 + 1 (VS, Frankrijk, Groot Britannië, Duitsland, Italië en Japan plus Rusland) en de grote internationale ondernemingen zijn de basis van de vorming van de regionale blokken. De grote internationale ondernemingen controleren op monopolistische wijze de belangrijkste takken van de wereldeconomie door middel van een bijna permanente dynamiek van samenvoeging, overname en fusie. In deze megamarkten worden de “vergelijkend voordelen” van de vorige periode vervangen door de “concurrerende voordelen” van deze tijd.

In deze context wordt een permanente export politiek voor alle landen noodzakelijk en daarom wordt de concurrentie op de wereldmarkten iedere keer belangrijker.

Het regelen van de commerciële betrekkingen door de nationale staten door middel van verdragen, is vervangen door een zogenaamd ” globaal systeem” waarin de commerciële onderwerpen en vooral de liberalisering groot overwicht hebben.

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) is in deze fase het opkomende instituut.

Het is duidelijk dat de nieuwe vormen van internationale betrekkingen gecombineerd met de wijzigingen van de rol van de staat spanningen veroorzaken. Grote landen betwisten elkaar oude en nieuwe invloedzones, willen ze herwinnen en vergroten, waardoor de financieel-economische instabiliteit en de technologische kloof groter worden.

De bijeenkomsten van de G8 en die van de Europese Conventie, die de machtigste landen van Europa omvat, laten zien dat er een weliswaar niet vijandig, maar toch tegenstrijdig confrontatieproces in ontwikkeling is, dat de herindeling van de wereld tot doel heeft.

De toekomstige bestuursvorm van de planeet staat ter discussie. Aan een kant de VS en consorten die een unipolair kapitalisme onder hun hegemonie bevorderen dat bestuurd wordt door verwante financiële instellingen. Aan de andere kant een multipolair kapitalisme dat politiek bestuurd wordt vanuit de Verenigde Naties met deelname van de eigen financiële en multinationale instellingen.

Van belang is dat op het strikt financieel gebied de EU al de grootste financier van Latijns Amerika is door middel van de Europese Investeringsbank en de Wereldbank.

Het is de ruzie tussen de invloedzones van de dollar en de euro. Dat laatste heeft zich versneld toen de olie-dollars zich begonnen om te vormen tot olie-euros. Tegelijkertijd stegen ook de Europese investeringen in Latijns Amerika, de ex Sovjet Unie en delen van Azië.

De dominante Europese sectoren bewegen zich zo vooruit, in een poging zich te veranderen in een tegenpool van de VS. In die zin is de invoering van de Euro een duidelijke vooruitgang.
Het transformatieproces van de instituten, de uitbreiding van de Unie naar het oosten, met de opname van 10 nieuwe landen, het Sociaal Handvest, de Europese Grondwet de gemeenschappelijke rechtspraak en politiek moeten ook in dat licht worden bezien. De verscherping van de economische concurrentie en het militaristische offensief van de VS verplichten de EU tot een versnelde opbouw van een supranationaal apparaat dat in staat is de belangen van de Europese bourgeoisie te formuleren en te verdedigen.
Al die onderwerpen, behandeld in de Europese Conventie, hebben tot doel het unilateralisme van de VS met betrekking tot oorlog te beperken, maar ook om zijn commerciële betrekkingen te betwisten.

De Alca als resultaat van de interimperialistische tegenstellingen op de wereldmarkt heeft de EU/Mercosur tot tegenhanger.

Het is de vrije handel en de WTO.

Toen op het wereldtoneel de interimperialistische twisten weer begonnen, is in verschillende Latijns Amerikaans landen en speciaal in ons land, het oude debat teruggekeerd over het Amerikaans en Europees kapitalisme. Er gaan veel stemmen op, zoals in de eerste helft van de zeventiger jaren en in de periode van 1983/1986 om samen te werken met het Europees kapitalisme om een front te vormen tegen de Amerikanen.

Het is hier niet de bedoeling in dit historische debat te treden, maar slechts een bijdrage leveren aan deze ” Derde Nationale Conferentie ” met betrekking tot een concrete kwestie: is het Europees kapitalisme wezenlijk verschillend met zijn akkoorden over commerciële integratie met Latijns Amerika?

Uit de documenten die we ter beschikking hebben en speciaal de voorstellen van het handelsforum EU/Mercosur (2) valt af te leiden dat het besproken akkoord niet veel van de algemene voorstellen van de WTO afwijkt: liberalisering van de handelsstroom, vrije beweging van kapitaal, gelijke behandeling van buitenlandse investeringen, opening van de diensten en overheidsmarkten.

Dit komt nogal overeen met de algemene tendensen van de multilaterale liberalisering van de wereldhandel, zoals de WTO die stimuleert.

De waarheid gebiedt echter te zeggen, dat het Europese project verschillen heeft met het Amerikaanse. Hierop hoeven we niet uitvoerig in te gaan, omdat het uitstekende artikel van Dense Mendez (Attac-Frankrijk) (3) dat deze bijdrage vergezelt, dat overbodig maakt. We kunnen volstaan met te zeggen dat de regionale onderhandelingen worden bevoordeeld, het stimuleert het ontwikkelen van criteria voor samenwerking en sociale cohesie, erkent de economische asymmetrie tussen landen en stelt vormen van hulp en compensatie voor om die op te lossen.

Om niet net als bij de Alca in het moeras te raken, moet het debat over de subsidies, die even of nog belangrijker zijn dan die van de VS, meteen gevoerd worden en niet ” voor later”.
De subsidies, die zijn vervat in de gemeenschappelijk agrarische politiek, zijn juist een van de zaken waarvoor MERCOSUR zich het meeste interesseert. In plaats daarvan een regime voorstellen van gedifferentieerde quota’s per groep van producten (enkele zullen een voorkeursmarge krijgen anderen een nultarief etc.) (4)

Het is duidelijk dat in ruil voor die “concessies” wederdiensten vereist zijn. En dat is niets anders dan de begeerde markt van overheidsaankopen en aanbestedingen. Hier treedt dan een tegenstrijdigheid op in de gezamenlijke strategie van Brazilië / Argentinië. In ons land zijn al die markten praktisch al open zijn, Brazilië reserveert ze daarentegen, in ieder geval tot nu toe, voor een toekomstige nationale ontwikkelingsstrategie.

Samenvattend, er zijn belangrijke verschillen in beide projecten, maar die raken niet de uiteindelijke bedoeling van de huidige commerciële liberalisatiepolitiek.

De neoliberale wortels van beide projecten blijken duidelijk nu de EU, controle van de inflatie, snelle opname van de nationale productie in de wereldmarkt en toename van buitenlandse investeringen eisen. Het effect van de extreme armoede en de sociale ontworteling door de verslechtering van de publieke diensten wordt afgedaan met opmerkingen over de noodzaak om de sociale cohesie in het gebied te herstellen.

Er is een zaak die ik nog speciaal wil benadrukken. Het is zeker dat de politieke lijnen van het EU/MERCOSUR akkoord onder toezicht van het Europese parlement dat in Brussel zetelt zijn gemaakt. Maar de economische aspecten worden bepaald onder toezicht van het handelsforum. Net als bij de Alca, waar de economische aspecten worden besproken door het handelscomité dat is samengesteld uit de 400 grootste bedrijven van het continent. In het handelsforum overheersen de Spaanse ondernemingen, die de belangrijkste investeerders zijn in onze regio in deze neoliberale jaren. Met deze ondernemingen hebben de Argentijnen zulke overbodige en droevige ervaringen (Repsol, Banco Santander en Teléfonica). (5)

De betekenis van deze bijdrage aan de Derde Conferentie is uiteindelijk het benadrukken dat beide strategieën concurrerend zijn en uitbreiding van hun eigen markten zoeken, maar ze zijn niet tegenstrijdig, op lange termijn vullen ze elkaar aan met het doel het regionale blok Latijns Amerika in de westerse wereld te integreren.

Buenos Aires april 2004

Verwijzingen

1) Zie mijn artikel “Libre comercio,cambios en el Estado y nueva soberanía” in Cuadernos del Sur nr. 36 , Buenos Aires november 2003.

Zie het art. van Gustavo Búster “Los trabajos de la Convención sobre el futuro de Europa” in Viento Sur nr. 70 Madrid oktober 2003.

Zie het art. Van Gustavo Buster “La Unión Europa y América Latina”. Semenario Amerique Latine.”Sortir de l’ impasse de la dette et l’ajustement” Brussel 23-25 mei.

Zie het art. van Michel Husson “Europa-EE.UU.: un desequilibrio inestable” Cuadernos del Sur nr. 37 dat in mei 2004 verschijnt.

2)Het forum bestaat uit de belangrijkste ondernemingen van Duitsland, Italië, Frankrijk en Spanje onder meer Fiat, Dannone, Volkswagen, Daimler Benz, Siemens, Basf, Endesa, Repsol, Telefónica, Bco. Santander, etc.

3)Méndez Dense “Unión Europea / América latina:cooperación para el desarrollo o conquista de mercados? En Correspondencia de Prensa Nr. 409. Boletin informativo de la Red de revistas de la izquierda radical.

4)Zie art. in het dagblad Clarín van 10 en 11 april 2004.

5)Veel van de grote Europese ondernemingen zijn verwikkeld in de huidige energie crisis in hun land, dit veroorzaakt conflict situaties met broederlanden. Zie het art. van Eduardo Tamayo G. “Crisis del gas involucra a seis países” en Boletín Informativo ALAI-AMLATINA van 8-4-2004.

* Eduardo Lucita is directeur van Revistas Cuadernos del Sur.
Het artikel is vertaald door Tijn van Beurden

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Eduardo Lucita.)