Ga naar de inhoud

America First

Trumps handelsoorlog met China, zijn herverkiezing en de miljoenen in armoede

4 min leestijd

(Door Maurice Ferares, oorspronkelijk verschenen op Solidariteit) foto Gilbert Mercier cc/flickr daklozen in LA in 2010)

Donald Trump, de Amerikaanse president, is een oorlog begonnen tegen China. Het is geen oorlog die in een paar jaar beslecht zal zijn, hoewel Trump allereerst denkt aan zijn herverkiezing over anderhalf jaar. Xi Jinping, de Chinese president, heeft in redevoeringen de laatste tijd een aantal malen gezegd dat China binnen afzienbare tijd het politiek en economisch sterkste land in de wereld zal zijn.

In Fondsnieuws, een uitgave van de mediagroep van het Financieele Dagblad, van mei 2019 staat een advertentie van UBS (Zwitserse bank, de grootste vermogensbeheerder ter wereld):

Groei mee met de toekomst van China. Door een reeks van structurele trends zal China in de loop van de komende tien jaar de grootste economische macht ter wereld worden.

Invoerheffingen

Reclamepraat, maar geen volledige onzin, wel vloeken in de kerk van Trump. Hij weet dat de Chinezen tot die wereldpositie in staat zijn, wanneer ze erin slagen hun economie de komende jaren flink uit te bouwen. Daarbij zijn de Verenigde Staten als belangrijkste afzetgebied voor hun producten van essentieel belang. Zijn de Chinezen er in de afgelopen veertig jaar niet in geslaagd massale armoede uit te bannen, grote overstromingen, uitbraak van epidemieën en grote hongersnood te voorkomen? Iets, waartoe ze de voorgaande vierduizend jaar niet in staat waren.

Eén van de maatregelen die Trump deze week heeft genomen, is de verhoging van importheffingen. De heffing van 10 procent op 200 miljard euro invoer uit China gaat in één ruk omhoog naar 25 procent. Bovendien wacht nog eens 325 miljard euro aan Chinese goederen die tot nu toe heffingsvrij waren, op een tarief van 25 procent. Samen 25 procent invoerheffing bij 525 miljard dollar ingevoerde goederen.

Door de verhoging van de importheffingen op hun producten wordt getracht het de Chinezen onmogelijk te maken de Amerikanen economisch voorbij te streven. Als die heffingen betaald moeten worden, is dat ook schadelijk voor de bedrijven die Chinese producten verkopen. Maar de Amerikaanse staat vangt miljarden aan belastinggeld die Trump goed kan gebruiken na de belastingverlagingen voor individuele rijken en grote bedrijven.

Wil Trump herkozen worden, zal hij in de komende maanden iets moeten doen aan het levenspeil van een groot deel van de bevolking, want het gaat helemaal niet goed met miljoenen mensen in Amerika. Dit ondanks dat er bijna dagelijks in de media verhalen verschijnen over hoe geweldig het gaat met de economie.

Extreme armoede

In het Financieele Dagblad van 27 april 2019 schreef een medewerker uit Amsterdam onder de kop ”Amerikaanse economie groeit hard ondanks tegenwind”:

De Amerikaanse economie is in het eerste kwartaal van dit jaar, ondanks de tegenwind, een stuk harder gegroeid dan analisten verwachtten. Dat met de economie niet bedoeld zijn de levensomstandigheden, waarin miljoenen Amerikanen verkeren, laat het vervolg van het artikel duidelijk zien.

Philip Alston, rapporteur van de Verenigde Naties, bracht eind 2018 verslag uit over de situatie in de Verenigde Staten. Hier één van zijn conclusies:

Veertig miljoen Amerikanen leven in armoede, 5,3 miljoen Amerikanen zelfs in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met extreme armoede in de Derde Wereld. Van alle Oeso-landen is in de VS de jeugdarmoede het grootst. Nergens in de ontwikkelde wereld leven burgers korter met meer ziekte. Nergens zit zo’n groot deel van de bevolking in de gevangenis. Ook politiek falen de VS met het laagste percentage geregistreerde kiezers van alle welvarende democratieën.

Nikki Haley, de Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, reageerde gepikeerd in een boze brief:

Wat moest de VN in de VS? Waarom hield iemand als Alston zich niet bezig met bijvoorbeeld Congo, Burundi in plaats van met het rijkste en vrijste land ter wereld?

De door president Trump benoemde Haley vond het een geval van politiek gemotiveerde binnenlandse inmenging. Dat de Amerikanen zich met zaken in heel wat andere landen bemoeien, bij voorbeeld China, was de ambassadeur kennelijk niet bekend.