25 januari 2015: links aan de macht in Griekenland?
Na de eerdere stemmingen op 17 en 23 december mislukte op 29 december 2014 ook de derde en laatste poging om een nieuwe president te laten verkiezen door het Griekse parlement. De trojka-regering van premier Samaras, gesteund op zijn Nea Demokratia en de sociaal-democraten van PASOK, is daardoor verplicht parlementsverkiezingen uit te schrijven, terwijl alle polls wijzen op een waarschijnlijke overwinning voor het linkse SYRIZA, met ca. 28% van de stemmen.
(Oorspronkelijk op 29 december 2014 verschenen bij Ander Europa)
De verkiezingsdatum ligt reeds vast: 25 januari 2015. Niet alleen het maneuver om de presidentsverkiezing te vervroegen dreigt zich nu tegen de rechtse regering te keren, maar ook een clausule in de Griekse verkiezingswetgeving die 50 van de 300 parlementszetels automatisch toekent aan de partij met de hoogste score, de zgn. ‘versterkte proportionaliteit’.
Een verkiezingsoverwinning van SYRIZA zou van het theoretische debat in de Europese linkerzijde een hoogst praktische kwestie maken. Welk alternatief voor het inhumane soberheidsbeleid? Wat met de openbare schuld (Griekenland: circa 250 miljard €) ? Hoe ontkomen aan de greep van de financiële markten ? Ook: welke coalitie ? Want ook met de bonus van 50 zetels en een electorale score van 28% van de stemmen komt SYRIZA ‘slechts’ aan ongeveer 120 van de 300 zetels. Het is niet eens zeker of de sectarische communistische partij (KKE, momenteel 12 zetels) zou willen toetreden tot een coalitie met de ‘reformisten’ van SYRIZA, en ook dan is er geen meerderheid. Maar in een politieke conjunctuur als die van Griekenland zijn verrassingen niet uitgesloten. Niet alle politici van PASOK en DIMAR zijn per definitie gewonnen voor het antisociaal beleid van hun partij (of weigeren op een nieuw winnend paard te springen).
Ook voor de Europese linkerzijde -– waarmee we bedoelen: de linkse opposanten van het soberheidsbeleid, van de financiële en monetaire orthodoxie, van de Europese grondwet/Verdrag van Lissabon – stellen zich heel wat concrete kwesties op zeer korte termijn: hoe kunnen we de Grieken steunen in hun strijd tegen het Europa van het kapitaal ? Hoe kunnen we onze eigen rechtse regeringen dwarsbomen wanneer ze van een ‘afvallig’ Griekenland een afschrikwekkend voorbeeld willen maken ? Kan er een praktische solidariteit (inclusief geldelijke-materiële steun) op gang komen wanneer een links bewind in Athene de oekazes van de Europese Unie en haar Trojka negeert?
Men mag het tegenoffensief van rechts Europa niet onderschatten. Griekenland is economisch gezien slechts een peulschil in de EU, maar indien Athene ook maar gedeeltelijk de financiële EU-orthodoxie zou trotseren, zal dit tot een onmiddellijke revanche aanleiding geven. Men kon dit reeds voelen bij de eerste reacties op de aangekondigde verkiezingen van 25 januari. “Onder welke regering dan ook zullen de Grieken zich moeten onderwerpen aan de discipline van de monetaire unie”, aldus de Belgische minister voor financiën Van Overtveldt (N-VA). En zijn Duitse evenknie Schäuble is niet minder duidelijk: “Er is geen alternatief voor de pijnlijke hervormingen“. De Griekse beurskoersen daalden zelfs al met 10% bij de aankondiging van verkiezingen. Het is ook uit de reactie in de media af te lezen: SYRIZA is een extreem-linkse partij, soms in één adem vernoemd met de extreem-rechtse nazis van Gouden Dageraad…
Deze reacties zeggen méér over de aard van de Europese Unie en haar extreem-liberale opvattingen, dan over SYRIZA. Het is de allesbehalve linkse commentator van de Financial Times, Wolfgang Münchau, die titelde: Radicaal-links heeft het bij het rechte eind over de schuld in Europa. Voor wie moet je kiezen als je voorstander bent van meer openbare investeringen en schuldherschikking, vraagt Münchau zich af, en voor Griekenland is zijn antwoord: SYRIZA (en PODEMOS voor Spanje). SYRIZA neemt het vrij gematigde standpunt in dat de Griekse schuld enerzijds moet herschikt worden, en terugbetaald met middelen voortkomend uit een herwonnen economische groei in plaats van besparingen in de sociale sector; anderzijds stelt de partij voor een Europese schuldconferentie bijeen te roepen, die uitgenodigd wordt een deel van de Griekse schuld kwijt te schelden, net zoals een groot deel van de na-oorlogse Duitse schuld kwijtgescholden werd in 1953.
Binnen Europees radikaal-links wordt veel gediscussieerd over het reformisme/ pragmatisme/ opportunisme van SYRIZA en zijn voorzitter Alexis Tsipras, en daar zijn heel wat redenen voor. Hierbij echter enkele opmerkingen. Vooreerst is het probleem waarvoor deze partij zich gesteld ziet van een onuitgegeven soort; een kleine linkse partij zonder ervaring moet het bij wijze van spreken opnemen tegen de rechtse elites van een heel continent. Voorts geldt voor SYRIZA wat we eerder ook over PODEMOS zegden: men kan niet zo maar kiezen hoe de politieke en sociale dubbeltjes rollen in een maatschappij. Of men het goed vindt of niet, het is met deze partij dat de confrontatie zal worden aangegaan in Griekenland. En ook in dit geval kan men aannemen dat zelfs een reformistisch programma op zoveel verzet van de reactionaire EU zal stuiten dat het alleen door grote mobilisaties kan gerealiseerd worden, die op hun beurt voor een verdere dynamiek zorgen. En tenslotte is SYRIZA ook niet de enige bepalende factor van wat zich verder zal afspelen; hoe de Griekse arbeidersklasse en vakbonden reageren, welke solidariteitsbeweging elders in Europa ontstaat, zelfs het pragmatisme van de schuldeisers, dit alles zal meespelen in de verdere ontwikkeling van het Griekse – en Europese – drama.
Misschien loopt ook dit dubbeltje anders, en haalt SYRIZA het net niet op 25 januari a.s. (en het zal zeker niet ontbreken aan maneuvers en streken van rechts Europa om aan deze ‘nachtmerrie’ te ontsnappen!). Maar ook dan blijven de contradicties in Griekenland en elders in Europa zich opstapelen, en zijn nieuwe confrontaties onvermijdelijk. Het komende jaar belooft in ieder geval van enorme betekenis te zijn voor de toekomst van de volkeren in Europa.