25 jaar EZLN : hoe zit het met de neozapatisten?
Het was wel even schrikken voor de Mexicaanse President Salinas de Gortari toen, in de vroege uurtjes van 1 januari 1994, een bericht binnen liep van een nieuwe guerrilla die de hoofdstad van Chiapas, San Cristobal de las Casas, had ingenomen!
(Door Francine Mestrum, oorspronkelijk verschenen op Uitpers.be)
De datum was niet toevallig gekozen: op die dag trad het vrijhandelsakkoord voor Noord-Amerika – Canada, V.S. en Mexico – in werking. De boodschap van de Zapatisten was duidelijk: met deze mondialisering doen wij niet mee. Wij, inheemse bevolking van Chiapas en Mexico, hebben een ander programma.
De gewapende strijd van de neozapatisten duurde exact tien dagen lang: het leger had alle gemeenten weer snel onder controle, en sindsdien werden de guerrilleros nog enkel met houten geweren gezien.
Jarenlang stuurde ‘subcomandante Marcos’ zijn poëtisch-politieke boodschappen de wereld in. Dit was een guerrilla die wist om te gaan met de nieuwe communicatietechnologie en handig gebruik maakte van de sociale media. De harten van de wereldwijde nieuwe linkerzijde werden veroverd (zie vorig artikel)
Politiek konden de neozapatisten echter niet veel successen boeken. Chiapas is nog steeds gemilitariseerd en de autonome gemeenten die de inheemsen hebben gesticht bestaan weliswaar nog, maar zijn niet aan de grote armoede ontsnapt. Zeker, voor de inheemsen is dit wél een overwinning, omdat ze het heft in eigen handen hebben genomen, strenge regels hebben uitgevaardigd voor de participatie van vrouwen en voor alcoholgebruik, en duidelijk hebben gemaakt dat hun eisen niets met ‘bescherming’ hebben te maken, maar alles met zelfbestuur.
Vandaar dat deze vijfentwintigste verjaardag geen reden tot grote vreugde is. De nieuwe progressieve President van Mexico, Lopez Obrador, heeft aandacht voor de inheemsen in zijn land, maar, zo wordt gevreesd, eerder in de oude betekenis van erkenning en bescherming, niet in wat wordt gevraagd: erkenning en participatie. Niet één keer verwees Lopez Obrador naar de nooit gerespecteerde akkoorden van San Andrés.
Twee risico’s
Er dreigen vandaag twee grote risico’s. De nieuwe Mexicaanse regering wil met grote infrastructuurwerken de ontwikkeling weer op gang trekken. Het project om een spoorweg te bouwen die de grote toeristische trekpleisters van Yucatan met elkaar verbindt, of de grote plannen voor de landengte van Tehuantepec, zijn niet bepaald wat de inheemsen vragen. Integendeel, het kan niet anders of het milieu leidt er onder en het getuigt van een oude visie op ‘ontwikkeling’.
Het tweede grote risico is de verdere militarisering. De plannen om een ‘Guardia Nacional’ in het leven te roepen kan de autonome gebieden van de neozapatisten bedreigen, vooral omdat ze in het grensgebied met Guatemala liggen en het excuus van de dreigende migratiestromen voor de hand ligt.
De neozapatisten zijn er in eerste instantie in geslaagd de aandacht te krijgen van de brede linkerzijde in de rest van de wereld. Ze konden de aandacht vestigen op hun miserabele levensomstandigheden, precies omdat ze al vijfhonderd jaar lang de mondialisering moesten ondergaan. Ze konden een alternatieve wereldvisie verspreiden. ‘Un mundo en que quepan todos los mundos’, een wereld waarin plaats is voor alle werelden.
Ze zijn er echter niet in geslaagd om ook politiek iets in beweging te krijgen. De voorgaande Mexicaanse regeringen hebben hen gewoon genegeerd. Hun kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2018 kon onvoldoende handtekeningen verzamelen. Hoe interessant hun politieke project ook is, ze kunnen het enkel beleven in zwijgzame terugtrekking, in het zich opsluiten in de eigen gemeenschappen, mét blijvende armoede.
Collectieve terugtrekking, waar in Europa ook vele ‘commoners’ van dromen, is géén oplossing. De politieke strijd moet verder gaan. ‘We staan alleen’, zei subcomandante Moisés op 1 januari 2019, ‘we staan alleen, net zoals vijfentwintig jaar geleden’.