Ga naar de inhoud

Vuur en Woord

Twintig jaar geleden werd het EZLN opgericht, tien jaar geleden zorgde de guerrillabeweging in het Zuid-Mexicaanse Chiapas wereldwijd voor ophef.

7 min leestijd
Placeholder image

Door Wolf-Dieter Vogel, Mexico Stad

(Het origineel is hier te vinden)

Don Samuel Ruíz García lacht, als hij over die dagen in de winter van 1993 vertelt. “Welzeker, we hebben de hemel zien opklaren” zegt de Mexicaanse bisschop. Hij was toentertijd al een kleine dertig jaar werkzaam in de diocees van San Cristóbal en hij en zijn medestrijders waren bijna dagelijks op pad in de indiaanse gemeenschappen van de deelstaat Chiapas. De repressie nam voortdurend toe, herinnert Ruíz García zich, maar tegelijkertijd hadden de mensen hun angst overwonnen om gearresteerd of vermoord te worden. “Nee, het was geen verrassing, het enige dat we niet wisten, was hoeveel mensen zich uiteindelijk aangesloten hadden”.

Daarover gaf subcommandante Marcos, de charismatische woordvoerder van het Zapatistische bevrijdingsleger EZLN, pas een paar weken geleden uitsluitsel. “Met 4500 strijders in de eerste vuurlinie, de zogenaamde 22e zapatistische Infanteriedivisie, verscheen het EZLN de eerste keer in de openbaarheid. Ongeveer 2000 strijders bleven in
reserve,” informeert “de sub” half november in een communiqué. “Wij dachten toentertijd niet dat we het zouden overleven,” herinnert zich commandant Abraham van het hoogste Zapatistische orgaan, het Revolutionaire Clandestiene Inheemse Comité (CCRI).

Toentertijd, dat was op 1 januari 1994. Het EZLN verklaarde de regering vanuit het Zuid-Mexicaanse regenwoud de oorlog. Binnen een dag bezetten de indiaanse verzetsstrijders en –strijdsters zeven steden. Vanaf de balkons van de veroverde stadhuizen verkondigden ze hun doelen: “werk, land, een dak boven het hoofd, voeding, gezondheid, opleiding, onafhankelijkheid, vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en vrede.” Er volgenden twaalf dagen van zware confrontaties met het Mexicaanse leger, toen kwamen een lange periode van schermutselingen en jaren van gesprekken met de zogenaamde civiele maatschappij, evenals onderhandelingen met de regerenden in het verre Mexico-Stad.

“20 en 10 – het vuur en het woord” heet dan ook de campagne, waarmee het EZLN en gelijkgezinde organisaties momenteel in heel Mexico mobiliseren. Er zijn meteen twee verjaardagen te vieren: die opstand van 1 januari 1994 en de oprichting van de verzetsgroep op de 17e november 1984. Nu discussiëren boeren in Oaxaca over “het Zapatisme en de boeren”, feministen in Guadelajara over “het Zapatisme en de vrouwen”, en studenten in Zacatecas over “het Zapatisme en de studenten”. In de hoofdstad komen duizenden jongeren naar een solidariteitsconcert waar Mexicaanse topbands optreden als Los de Abajo of Panteón Rococó en in stadsbuurten worden video’s over de “compas” uit het zuiden vertoond.

Het Zapatisme, een succesverhaal? Internationaal gezien was er de laatste tien jaar geen links-radicale gewapende beweging die op zoveel instemming kon rekenen als het EZLN. Maar weinig analyses uit het globaliseringskritische spectrum verwijzen niet naar het basisdemocratische principe van het “vragen stellend lopen we vooruit”. Ook de Zapatistische timing paste precies bij de beweging: de opstand begon exact op de dag dat het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsverdrag (NAFTA) in werking trad. Minstens zo belangrijk was dat de gemaskerden uit het Lacandonische oerwoud nog vóór de massale protesten in Seattle de eerste wereldwijde samenkomst van de “andersglobalisten” bijeenriepen; de “1e Intergalactische bijeenkomst tegen het neoliberalisme en voor de mensheid” die in de zomer van 1996 in vijf Zapatistische gemeentes plaatsvond.

Sluit de strijd van de inheemse bevolking in een van de armste deelstaten van Mexico echt zo makkelijk aan bij westelijk links? Iedereen moet zijn eigen ervaringen opdoen, vertelde Marcos. “Het gaat er niet om, het Zapatisme te exporteren.”
Voor veel Mexicaanse linksen betekende de verschijning van het EZLN vooral dat het racisme van de heersende latino’s in de schijnwerpers kwam te staan, en daarmee ook de eigen onbekendheid met die tien procent van de bevolking die in de Sierra Madre van Oaxaca of de hoogvlakte van Chiapas moet leven; ondervoed, zonder afdoende gezondheidszorg en ver verwijderd van enige sociale zekerheidsvoorzieningen van de overheid.

Het waren niet op de laatste plaats deze rampzalige omstandigheden die in de jaren ’80 bij een handjevol linksen het idee deed ontstaan om volgens Che Guevara’s focus-theorie een revolutionaire beweging in het leven te roepen. Vijf mannen en een vrouw, drie indianen en drie blanken, zouden het geweest zijn die op 17 november 1983 het EZLN opgericht hebben, volgens Marcos. Tien jaar lang hebben ze een guerrilla-oorlog voorbereid om zich vervolgens na de kortdurende vuurgevechten van januari 1994 vooral op de strijd met woorden te storten. Natuurlijk moesten de Zapatistas de door hen gecontroleerde gebieden voortdurend gewapend verdedigen, maar ze zijn vooral druk geweest met het opbouwen van autonome structuren en onderhandelen met de Mexicaanse regering. Dat resulteerde in het Akkoord van San Andrés, dat vertegenwoordigers van het EZLN en de regering overeenkwamen over “inheemse rechten en cultuur”. Voor veel inheemse organisaties werd dit verdrag de basis voor hun strijd. De autoriteiten hebben hun praktijk tot nu toe echter niet bijster bijgesteld. In tegendeel, in 2001 keurde het parlement een wet over inheemse rechten goed, die belangrijke onderdelen van het akkoord uitsluit. “Dat was het tijdperk waarin we geleerd hebben dat voor politici het woord geen waarde heeft,” vatte Marcos het onlangs samen.

Na er vervolgens een periode van 18 maanden het zwijgentoe te doen, nam het EZLN pas dit jaar weer uitvoerig het woord. Er zouden nu vijf “Raden van Goed Bestuur” opgericht zijn en evenzoveel “Caracoles” (“slakken”); op inheemse traditie gebaseerde ontvangstplekken voor buitenstaanders. In elk raad zitten acht tot veertien vertegenwoordigers/sters uit verschillende gemeentes, die beslissingen nemen over de belangen van de lokale bevolking. In een gebied dat een kwart van het oppervlakte van Chiapas beslaat, hebben de Zapatistas hiermee nu een bestuur in het leven geroepen dat fundamenteel verschilt van dat van de regering.

Volgens de historicus en EZLN-kenner Andrés Aubrey zetten de Zapatistas daarmee in feite de akkoorden van San Andrés in de praktijk om. In het akkoord werd onder meer voorgesteld dat “gemeenschappen met een meerderheid van inheemse bewoners zich vrij kunnen associëren” en daarom zouden de maatregelen van het EZLN een “Legitieme effectuering van de afspraken zijn die beide partijen ondertekend hebben”. De Antropologe Consuelo Sánchez is ervan overtuigd dat de Zapatistas met hun raden “San Andrés ver voorbij zijn”. Nu moet de regering maar proberen om tot nieuwe onderhandelingen te komen.

Op president Vicente Fox zullen dergelijke appels weinig indruk maken. Sinds hij bij zijn ambtsaanvaarding liet weten dat hij het conflict in Chiapas in vijftien minuten op zou lossen, heeft hij niets gedaan om de omstandigheden van de inheemse bevolking te verbeteren. Tot nu toe zou hij slechts belangstelling hebben om aan het buitenland te tonen dat “Mexico een paradijs voor investeerders is”, vertelde bisschop Ruíz García aan Jungle World .

Maar de kapitalistische ontginning van de regio zou er in de nabije toekomst wel eens niet eenvoudiger op kunnen worden. Men zal zich verdedigen als geprobeerd wordt het gebied Monte Azules te ontruimen om de daar aanwezige biologische diversiteit aan de medicijnenindustrie ter beschikking te stellen, verklaarden de gemaskerden. De nieuw ingestelde structuur moet onder meer de dominantie van het EZLN over de autonome gebieden indammen. Maar tegelijkertijd is nog steeds overal te bespeuren dat men zich voorbereidt om “de gemeenschappen te beschermen tegen aanvallen van het slechte bestuur en de paramilitairen,” zoals de verzetsorganisatie stelt.

Ondanks al hun succes, maken de “compas” zich geen illusies. “20 jaar is niet zo lang”, vertelde commandante Abraham. “We zijn nog maar net begonnen.”

(kadertje:)

De eerste Zapatistas

De Mexicaanse revolutie overwon weliswaar in 1911, maar de nieuwe regering schoof een landhervorming op de lange baan. De aanhangers van Zapata weigerden om hun wapens neer te leggen. In de gebieden die zij controleerden, verdeelden ze het land van de grootgrondbezitters, namen fabrieken in beslag en richtten scholen op. Zapata werd in 1919 vermoord en zijn beweging verliep.

(einde kadertje)

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Jungle World.)