Ga naar de inhoud

samenvatting discussie praktisch idealisme NRC

Bij het stuk van Frans Bieckmann schreef NRC-Handelsblad een kader waarin de discussie over ‘feestidealisme’ werd samengevat.

3 min leestijd
Placeholder image

De discussie ontstond door de felle column van Bas Heijne (Opinie &Debat, 24 september 2005: De burger als potentaat’) die zich verzettetegen de ondraaglijke lichtheid van het engagement van mensen als Cindy Pielstrom met haar initiatief Globalicious: Het idealisme van Cindy is vanhet nieuwe soort, het soort dat iedere inhoudelijkheid overboord zet innaam van de klantvriendelijkheid.

Freelance journalist Evert Nieuwenhuis (Opinie & Debat, 19 november2005: Feestend verbeteren wij de wereld’) pleitte in reactie daarop juistvoor het idealisme à la carte’ van de twintigers en dertigers van nu, enonderscheidde dat van de ijzeren principes van de hemelbestormers vanvorige generaties. Het nieuwe engagement zou overal bruisen en borrelen:op popfestivals wordt gediscussieerd over politiek, honderden jongerenbezoeken De Nacht van de VN’, miljarden kijken naar Live8, heel veelmensen verlaten huis en haard om zelfstandig in een ontwikkelingsland eenkleinschalig hulpproject op te zetten. Just do it, aldus Nieuwenhuis, inplaats van het storten van geld op een gironummer – zoals bij Live Aid in1985.

Kees Hudig, voorman van het XminY Solidariteitsfonds in Amsterdam, heeftveel kritiek op de zienswijze van Nieuwenhuis. In het artikel ‘Hiphop-idealisme is vals’(Opiniepagina, 13 dec.) schrijft hij dat hetpraktische idealisme ,,in feite vooral blijkt te bestaan uit het innemenvan een vriendelijke allemansvriendpositie waarin je bedrijfsleven en rijkelanden te vriend houdt en wat kruimels probeert af te troggelen. Hijpleit voor aansluiting bij meer confronterende bewegingen ,,die niet warszijn van een keuze meer of minder. Hudig acht het vooral belangrijk dater wel degelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen degenen die deproblemen veroorzaken en hen die ze zouden kunnen helpen oplossen.

Menno van der Veen (de Volkskrant, 24 december 2005) werkt het argumentvan Nieuwenhuis nog verder uit door de tegenstelling te schetsen tussentwee soorten jongeren: de wereldlijders’ die boos zijn vanwege al hetonrecht en vinden dat alles anders moet, versus de naïevelingen’waaronder hij zichzelf en Nieuwenhuis schaart. Zij staan volop in hetleven’, genieten van vakanties en feesten vooral veel. Deze jongeren, geboren in de jaren 70/80, onderscheiden zich door hun grote relativeringsvermogen van vorige generaties, die in diezelfde decennia dogmatisch en orthodox’ discussieerden. Inmiddels zou die oudere generatiede idealen hebben ingeruild voor midweekjes Malediven en worden zij na hunscheiding door hun kinderen getroost.
Van der Veen wijst verontwaardigd het verwijt van vrijblijvendheid’ van de hand, want de jongeren zijn toch bereid om ,,een politicus die voor meer geld voor de derde wereld pleit als een icoon toe te juichen? Van der Veen doelt op Ruud Lubbers. Ruudje’, wel te verstaan, de berustende grootvader die droomt van een betere wereld. Niet Lubbers’, de machtswellustige,niet delegerende no-nonsense recordpremier.

Toevoeging globalinfo: Een nieuwe uitgebreide reactie in deze discussie verscheen afgelopen weekend in NRC-Handelsblad van de hand van Frans Bieckmann: Het Feestidealisme is opportunistisch ( link. Het stuk is (met toestemming van de auteur) hier op globalinfo geplaatst.

Eerder schreef ook Eveline Lubbers een reactie, over wat dan wél zinnig idealisme zou zijn. Dat stuk werd niet door NRC geplaatst, maar is wel terug te vinden op globalinfo.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door NRC-Handelsblad.)