Ga naar de inhoud

Recensie Liefste Clara (Brieven van Achter het IJzeren Gordijn)

Het boek van de Belgische journaliste Rita Depestel Martynowski, gepubliceerd bij de jonge Vlaamse uitgeverij Ertsberg, is een drievoudige tocht terug in de tijd. Polen, België en het leven van krijgsgevangenen in Duitsland worden belicht door de ogen van een onbevangen ooggetuige.

5 min leestijd

In het boek, dat als een fictief verhaal gepresenteerd wordt maar voornamelijk autobiografisch is, wordt zo’n veertig jaar van het leven van een Belgische vrouw beschreven. Maar dat leven, van de dus fictieve Veerle Frion, speelt zich grotendeels af in het Polen van voor de val van de muur. En parallel is er het verhaal – voornamelijk in oude brieven weergegeven – van haar grootvader die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse gevangenschap geraakte om nooit meer terug te keren. Maar dat verhaal ontrafelt zich langzaam terwijl Veerle het harde leven in communistisch Polen leert kennen.

Het moeilijke aan dit soort boeken, dus autobiografisch maar dan met fictieve personen, is dat je niet weet wat werkelijk gebeurd is, en wat zich alleen in de fantasie van de schrijver afgespeeld heeft. Een en ander wordt aan het slot in een nawoord uitgelegd, maar dat is heel summier. Maar aangezien de schrijfster ook de reis naar Polen heeft gemaakt en daar een Poolse man heeft getrouwd, kunnen we ervan uitgaan dat het relaas in het boek over het sociale leven van ‘Veerle’ grotendeels uit het leven gegrepen is. Waarmee meteen een van de belangrijkste winstpunten van het boek, voor ons lezers, gegeven is. Via de ogen van de argeloze Belgische schrijfster zien we de Poolse maatschappij vanaf eind jaren 1970 van binnen uit. Dat levert een treurig beeld op van een vastgelopen communistisch systeem, waar veel kou geleden wordt maar door de bevolking met humor en uithoudingsvermogen op wordt gereageerd. Het is de periode van de opkomst van Solidarnosc en het bezoek van de Poolse Paus, maar die gebeurtenissen vormen vooral de coulissen waarin mensen zich bewegen. Omdat Veerle geen politieke bagage of agenda had toen ze in Polen aan de universiteit besloot te gaan werken, is het beeld dat we krijgen juist overtuigender. Via de kringen van haar studenten raakt ze bij de maatschappij betrokken en ziet hoe die moet marchanderen met de politieke, economische en bureaucratische macht.

Tegelijkertijd krijgen we een beeld van het leven in een archaïsch aandoend België, waar Veerle bij haar grootmoeder opgroeide die een tamelijk vermogende lokale ondernemer is. Verder is Veerle verloofd met ene Karel van een soort concurrerende familie. Omdat Karel een jaar promotieonderzoek in de VS gaat doen, besluit Veerle een jaar in Polen te gaan werken aan de universiteit om daar taalwetenschappen te doceren. Het boek begint met haar vertrek naar Polen, wat ongeveer de slechtst voorbereidde migratie ooit moet zijn geweest: ze bedenkt niet dat ze door de DDR zal moeten en daar geld voor nodig heeft en dat het verboden is om daar onderweg te stoppen voor een overnachting. Zo struikelt ze ook Polen binnen, om alle geschreven en ongeschreven wetten te ontdekken van het land dat natuurlijk nog strak achter het ijzeren gordijn geregeerd wordt. Binnen de kortste keren is Karel naar de achtergrond verdwenen en begint Veerle vermakelijke escapades binnen de Poolse scene die ze leert kennen en die vaak om haar oude auto draaien, want een goed functionerende eigen auto is zeldzaam in het land.

Een derde vertellaag wordt geleverd door de verhalen van Veerles grootvader Etienne Frion. Die is ooit in de tweede wereldoorlog in Duitse gevangenschap verdwenen, samen met zijn broer Marcel, die wel terugkeerde, maar niet heel spraakzaam is over hun wederwaardigheden. Rond Etienne hangt een waas van mysterie hoe hij precies om het leven is gekomen aan het einde van de oorlog, ook omdat hij toch al nooit van zich liet horen met brieven. Er was, vermoed Veerle ‘weinig liefde’ tussen hem en haar grootmoeder Marraine. Zijn broer Marcel deed dat wel, en deed in de in het boek afgedrukte aandoenlijke brieven aan zijn vrouw Clara ook af en toe wat mededelingen over zijn broer. Als Veerle naar Polen gaat, belooft ze, met de brieven als archief, te gaan kijken in het gehucht waar ze ooit gevangen hebben gezeten en dat we aanvankelijk alleen onder de Duitse naam kennen. Langzaam maar zeker onthult Veerle wat zich daar moet hebben afgespeeld en komt nog ooggetuigen tegen van de gruwelijke periode dat de nazi’s er huishielden. En ze ontdekt merkwaardige feiten over het leven van die grootvader, die we hier niet zullen verklappen. Maar doordat Veerle in het boek een paar keer de lange reis naar het achterland moet maken om de waarheid uit te vinden, en bevriend raakt met bewoners van het dorpje, krijgen we ook een blik op het harde leven op het platteland in een uithoek van Polen in de jaren 1980.

Wat we uiteindelijk leren is dat families een zootje zijn waar landsgrenzen lukraak doorheen getrokken zijn. De officiële huwelijksbetrekkingen zijn vaak een façade en de werkelijkheid is een stuk ingewikkelder en gruiziger, maar ook spannender dan het mooie burgerlijke plaatje dat er voorgeschoteld wordt.

–———————–

Liefste Clara, Brieven van achter het IJzeren Gordijn

Rita Depestel-Martynowski

ISBN: 9789464369939 €29,95 392 p.

Uitgeverij Ertsberg