Ga naar de inhoud

Het reactiveren van het stabiliteits- en groeipact

Het reactiveren van het stabiliteits- en groeipact; Duitsland en Europa slaapwandelend naar een ramp?

12 min leestijd

Zoals al in Ander Europa op 14 december werd bericht (1) stond het reactiveren van het stabiliteit- en groeipact eind december op het programma van de Ecofin, (de Raad van ministers van Financiën en/of Economie) die op 20 december 2023 bij elkaar kwam en hun fiat gaf aan het reactiveren van dit pact. Eind december zou de opschorting van dit pact aflopen.

Esther Lynch, algemeen secretaris-generaal van Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV), beschouwt dit als een terugkeer naar het bezuinigingsdogma van de jaren ‘80. Zo gaf zij in oktober2 2023 aan dat de door Parijs en Berlijn besproken hervormingsvoorstellen, waarbij landen met een begrotingstekort van 3% dit jaarlijks met 0,5% zouden moeten terugbrengen, zouden leiden tot een totaal aan besparingen van 45 miljard in de EU, ook wel “besparingen 2.0” genoemd. Er zijn geen besparingen maar investeringen nodig om uit de economische, energie- en klimaatcrisis te komen, aldus Lynch die dan ook een verlenging van de opschorting voor 2024 had bepleit.

Al in oktober in Parijs hadden de vakbonden tegen de hervormingsvoorstellen geprotesteerd, echter toen in december bleek dat ze niet van tafel waren, alarmeerden de EVV haar leden om op 12 december te Brussel te komen demonstreren. Ter ondersteuning van deze acties publiceerde de EVV op haar website3 hoe de voorstellen voor ieder land afzonderlijk zouden uitvallen daarbij benadrukkend dat Frankrijk en Italië het meest moeten besparen, landen die zich dan ook het meest tegen de reactivering hadden verzet en met allerlei aanpassingsvoorstellen4 waren gekomen.

Zo hadden beide landen in de onderhandelingen dan ook voorgesteld de 3% norm en de 60% norm van het leenplafond te verhogen om nieuwe investeringen mogelijk te maken. Dit werd echter door Duitsland bij monde van Lindner, de Duitse minister van financiën, afgewezen die daarmee de reactivering van het stabiliteits- en groeipact binnenhaalde. Lindner had niet alleen aangedrongen op een reactivering maar ook op een verscherping, Landen met grote overheidstekorten moeten hun tekorten niet terugbrengen tot 3% maar tot 1,5%! Ook dat haalde Lindner op 20 december binnen. Als concessie aan Frankrijk en Italië werd de 1/20 of 5% regel afgeschaft die voorschreef de staatschuld jaarlijks met 5% af te bouwen, dit wordt nu 1% voor landen met meer dan 90% staatsschulden5. Dit verlaagde tempo zou dan meer ruimte voor investeringen scheppen. In de burgerlijke media wordt dit compromis als “versoepeling” geprezen.

De reactie van de EVV op 16 januari 2024 op dit akkoord van 20 december is echter veelzeggend. Er moet niet minder maar meer bezuinigd worden, aldus Lynch. In november was er nog sprake van 45 miljard euro aan besparingen, dat is nu 100 miljard geworden6! Lynch oordeelde dan ook dat het een slecht akkoord was want de recessie wordt ermee verscherpt. De investeringen zullen achterblijven en hoe de nieuwe regels voor de afzonderlijke landen gaan uitpakken, is onduidelijk. Lynch had op een ander resultaat gehoopt. Spanje had het Europees voorzitterschap in het tweede halfjaar van 2023 en in Spanje is een progressieve sociaaldemocratische regering aan de macht. Het EVV heeft traditioneel goede contacten met de sociaaldemocraten in het Europees parlement en had een ander resultaat verwacht. Het is nu juist de Spaanse sociaaldemocratische minister van Economie Nadia Calviño Santamaría die dit het akkoord tot stand bracht, en daarbij volgde zij het akkoord dat de Franse minister van Financiën Bruno Le Maire en de Duitse minister van Financiën Christian Lindner op 19 december hadden bereikt.

De voortekenen stonden echter niet gunstig. Al op 11 december gaven in het economisch comité van het Europese Parlement sociaaldemocraten, liberalen en conservatieven hun akkoord aan de hervormingsvoorstellen van het Stabiliteitspact en alleen Verenigd Links en de Groenen stemden tegen. In navolging van het EVV verwierpen beide fracties dan ook het bereikte akkoord van 20 december. Verenigd Links7 verwierp dit akkoord omdat dit leidt tot groeiende armoede, toenemende werkloosheid, minder zorg, minder onderwijs en geen overheidsinvesteringen in de klimaat/energie-en digitale transitie. Ook het feit dat nationale parlementen en regeringen buitenspel geplaatst worden, is haar een doorn in het oog. Esther Lynch had al eerder opgemerkt dat dit koren op de molen van extreemrechts in Europa is.

De Groenen onder leiding van Lamberts8 delen de mening van Lynch en zijn duidelijk wat de gevolgen voor de EU in haar geheel zijn, namelijk door het groeiend extreemrechtse nationalisme zal de EU uit elkaar vallen. Vele extreemrechtse partijen willen een uittreding uit de EU. Ook menen De Groenen dat de broodnodig overheidsinvesteringen voor een energie- en digitale transitie (de digitale revolutie) ernstig in gevaar komen, de klimaatdoelstellingen zullen zodoende niet gehaald worden. De Groenen vroegen dan ook een stemming over het bereikte akkoord door het Europees Parlement op 17 januari waar het akkoord met grote meerderheid werd aangenomen. Sociaaldemocraten, liberalen, christendemocraten en conservatieven stemden voor9 een minderheid van de sociaaldemocraten en de Groenen en Verenigd Links waren tegen.

De vraag is of de bovengenoemde kritiek van de EVV, de Groenen en Verenigd Links op het bereikte akkoord hout snijdt. Waarbij we de lezer ook inzicht willen geven hoe dit stabiliteit- en groeipact tot stand is gekomen en in de praktijk werkt. Met Duitsland als voorbeeld wordt deze vraag hieronder beantwoord. Duitsland speelde bij de totstandkoming van het tabiliteits- enroeipact, het Fiscal Compact, Six pack en Europees Semester10 een centrale rol. Dit is een raamwerk van neoliberaal crisismanagement dat in Duitsland ontwikkeld is als antwoord op de crisis van 2007-2011 en in de Duitse grondwet is vastgelegd als “schuldrem of leenplafond” en vanaf 2011 onder leiding van de regering van Merkel en de Duitse minister van financiën Wolfgang Schäuble voor de gehele EU geldt.

Het is dus de manier waarop in Duitsland en in Europa met crises wordt omgegaan. De coronacrisis, gezien als een externe schok van ongekende omvang, vormde hierop een uitzondering. Die vroeg om een andere aanpak, zo oordeelde de Duitse regering die een beroep deed op de noodclausule in de grondwet en dit werd door andere regeringen in Europa gevolgd. Het bovengenoemde “normale crisismanagement” werd tijdelijk opgeschort.

Nu heeft het Duitse hof van justitie in november besloten dat het “normale crisismanagement” weer in ere moet worden hersteld. Dat wil zeggendat de Duitse regering, die tijdens de coronacrisis een aantal investeringsfondsen had ingesteld om de economische, energie-en klimaatcrisis te lijf te gaan, te horen kreeg dat dit ongrondwettelijk was en in strijd met de schuldrem en geen gebruik mag maken van deze fondsen. Terug naar de strikte naleving van het leenplafond of “normale crisismanagement” dus. Is deze terugkeer echter wel het adequate antwoord op deze crises? Om hier zicht op te krijgen moeten we analyseren wat het schrappen van de door de Duitse regering ingestelde fondsen gaat betekenen.

-In plaats van te investeren in de nieuwe technologieën van de 21ste eeuw om de crises te lijf te gaan, moet de Duitse overheid nu 87 miljard euro gaan bezuinigen. Het Economische Stabiliteitsfonds mag niet worden aangesproken; Ze moet nu ruimte binnen het overheidsbudget zoeken en heeft dan ook besloten omvangrijk te bezuinigen op de sociale uitgaven (uitkeringen, pensioenen, onderwijs, gezondheidszorg). Daarmee zal ze de recessie in Duitsland verder verscherpen. Haar uitgaven zullen groeien, haar belastinginkomsten dalen, het leenplafond zal worden overtreden en dit zal worden beantwoord met een nieuwe ronde van besparingen, een neerwaartse spiraal wordt zo in werking gesteld.

-Een ander fonds dat de Duitse overheid niet mag aanspreken is het Klimaat- en Transformatiefonds (KFT). Een fonds dat startte met 60 miljard euro in 2024 en zou oplopen tot 212 miljard euro in 2027. Met dit fonds zou een soort Duits Sillicon Valley gefinancierd worden middels omvangrijke subsidies voor de Amerikaanse en Taiwanese multinationals Intel en TSMC om semiconductorfabrieken in Magdeburg te bouwen en een Solar Valley in Saxen Anhalt. Beiden bitternoodzakelijk omdat men ten opzichte van China en de VS een enorme achterstand heeft opgelopen. Zonder steun dreigen de Duitse ondernemingen naar de VS te vertrekken (Inflation Reduction Act, IRA). Deze wet voorziet in 700 honderd miljard dollars aan investeringen in binnenlandse productie van onder anderenelektrische auto’s, windmolens en waterstof waarvan 350 miljard aan publieke investeringen. De I.R.A. is een antwoord op de ‘Made in China 2025’ strategie uit 2015. Met deze strategie pompt China honderden miljarden yuan in tien aangewezen topsectoren zoals: informatietechnologie, robotica, groene energie, luchtvaart, scheepsbouw, treinbouw, gereedschappen, materiaalontwikkeling, biotechnologie en landbouwapparatuur.

-De Duitse staalgigant Thyssen Krupp was bezig om haar kapitaalintensieve productieprocessen te herstructureren met de omschakeling van haar hoogovens naar het direct gereduceerd ijzerproces waarbij groene waterstof wordt gebruikt, in het kader van het zogenaamde tkH2staal-project. Dit project levert de 100% waterstof-capabele DRI-fabriek met twee smelters heeft een productiecapaciteit van 2,5 miljoen ton direct gereduceerd ijzer per jaar waarmee tot 3,5 miljoen ton CO2 bespaard wordt. Overheidssubsidies voor dit miljarden project dreigen te worden geschrapt. Thyssen Krupp dreigt te stoppen met deze investeringen.

-Door het stoppen van de subsidies uit het KFT dreigt het Zweedse Northvolt te stoppen met het bouwen van haar EV-batterij ‘gigafabriek’ in Sleeswijk-Holstein die lithium Electric Vehicle-accu’s en batterijen voor elektrische auto’s produceert met een ‘minimale CO2-footprint’. Hierin participeren de auto-multinationals BMW en Volkswagen waarvoor het EV-accu’s produceert. Beide concerns hebben grote invloed op het Duits en Europese beleid leidend tot subsidies en leningen van het EIB en de Duitse overheid. Ook de Chinese CATL fabriek in Erfurt die EV-batterijen produceert dreigt te stoppen. Deze technologie is cruciaal voor de toekomst van de Duitse auto-industrie die mede door haar technologische achterstand in een crisis terecht is gekomen.

Met andere woorden; de Duitse industrie dreigt op het gebied van elektrificatie, groene hydrogeen en digitale technologie achter te lopen bij haar concurrenten in de VS en China. Hier wreekt zich de lange termijnwerking van het leenplafond, de Duitse schulden-BNP ratio is dan wel 66 procent, veel lager dan bijvoorbeeldin de VS maar dit gaat van 20 jaar lang veel te weinig overheidsinvesteringen in cruciale sectoren voor de toekomst van de Duitse industrie opleveren. De Duitse overheid heeft haar infrastructuur11 (onderwijs, spoorwegen, woningen, energie enzovoorts) ernstig verwaarloosd en wordt nu met de gevolgen geconfronteerd. Dit had niet gehoeven als de Duitse overheid onder Merkel en Schäuble gebruik had gemaakt van de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF) om haar eigen investeringen te financieren zoals voorgesteld door Holland en Varoufakis in hun ‘Green New Deal for Europe’ waarbij 500 miljard euro gereserveerd is voor investeringen gefinancierd met Eurobonds.

Dit snijden in de overheidsinvesteringen en overheidsconsumptie (waaronder woningbouw) heeft de Duitse economie in een recessie gestort die verscherpt wordt door het verhogen van de rente door de Bundesbank en Europese Centrale Bank onder het mom van het terugdringen van de inflatie. Dit beleid heeft de Duitse en Europese bouwsector in grote problemen gestort. De crisis in deze sector is een belangrijk onderdeel van de Duitse en Europese recessie12.

Welke wegen staan de Duitse overheid dan nog open om uit de recessie te komen?

De stijging van de Duitse export (auto’s, chemie, machines, elektronica en (helaas ook) wapens) met andere Europese landen. Het leenplafond en daaruit resulterende recessie (sterke groei van de arbeidsreserve) wordt gebruikt om in Duitsland zelf de lonen te drukken, de winsten te vergroten en de Duitse export goedkoper te maken. De Duitse recessie wordt zo naar andere Europese landen uitbesteed13.

Het akkoord van 20 december met de eis van het terugbrengen van het overheidsbudget tot 1,5% zal ertoe leiden dat landen met een hoog overheidstekort van boven de 3% en een grote staatsschuld, Italië (5%, 139,8 %), Frankrijk (4,9%, 109,6 %) en België (5 % en 106,3 %) meer moeten gaan besparen in 2024 zoals Lynch aangaf. De verlengde periode voor de staatsschuld is afgeruild tegen omvangrijke besparingen op de korte termijn die in 2024 oplopen tot 100 miljard euro. Dit betekent dat de komende jaren de regeringen in Frankrijk, België en Italië drastisch moeten snijden in de lonen en de overheidsuitgaven aan onderwijs, zorg, lonen, pensioenen en uitkeringen. En over moeten gaan tot privatisering van onder meer. havens, luchthavens, spoorwegen enzovoorts.

Wie profiteert er nu van een dergelijke crisisaanpak? Als de omvangrijke bezuinigingen gebruikt worden voor het aflossen van de staatschuld tegen hoge rentepercentages, profiteren vooral de Duitse banken en fondsen waar ze uitstaan, hun winsten stijgen en

daarmee neemt het overschot op de Duitse dienstenbalans toe en het aandeel van de winsten in het Nationaal Inkomen.

Duitsland profiteert echter nog op een andere manier. De Duitse import aan voedsel, grondstoffen en halffabricaten uit andere Europese landen wordt goedkoper. De Duitse concerns kunnen zo tegen lagere dan gemiddelde kosten in de EU hun producten exporteren, met name producten waar Duitsland over een monopoliepositie beschikt, zoals producten van de moderne investeringsgoederenindustrie. Andere landen waaronder Frankrijk en Italië moeten deze producten blijven importeren om te kunnen blijven produceren waardoor de export van de Duitse ondernemingen groeit dat entot bovengemiddelde winsten leidt voor de Duitse exportindustrie en een stijging van de totale winst in het Nationaal Inkomen.

Deze exportstrategie past Duitsland al sedert de invoering van de Euro toe en dit heeft volgens de economen Flassbeck en Lapavitsas in belangrijke mate bijgedragen aan de crisis van 2007 tot en met 2011 in de EU. Zo’n strategie leidt namelijk tot meer importen en minder exporten, dat wil zeggenhandels- en betalingsbalanstekorten, recessie en groeiende werkloosheid en daarmee tot stijgende overheidstekorten en oplopende staatsschulden. Onder condities van het Europese schuldenplafond zoals die vanaf 20 december weer van toepassing zijn, zullen deze landen meer moeten gaan besparen en anderzijds moeten blijven lenen bij de ECB, het IMF, de Duitse overheid en de Duitse banken (exportkredieten) waardoor er een hernieuwde schuldencrisis voor deze landen op de loer ligt….

Aan de hand van Duitsland als voorbeeld kunnen we dan ook concluderen dat de terugkeer naar het normale crisismanagement met het akkoord van 20 december tussen de minister van de financiën in Europa, geen oplossing biedt voor de crises op het gebied van economie, energie en klimaat. zoals het EVV, Verenigd Links en De Groenen in hun kritiek op het bereikte akkoord aangeven. Een ander crisismanagement is nodig en dat lijkt ook Macron in te zien die op 17 januari jl. tijdens het wereldeconomisch forum te Davos, het voorstel van Holland en Varoufakis weer van stal haalde. Hij wil dit uitbreiden tot andere terreinen als defensie, computerchips, ruimtevaart en artificiële intelligentie.

Duitsland en Europa dreigen met de reactivering van het stabiliteits- en groeipact slaapwandelend in een politieke, economische en ecologische ramp terecht te komen. Die kan alleen nog door acties, demonstraties en massale stakingen, waaronder algemene stakingen, door de diverse vakbonden in de EU-lidstaten tegen de hernieuwde bezuinigingen, de komende tijd worden afgewend.

  1. ie, https://www.andereuropa.org/minder-dan-15c-opwarming-of-minder-dan-3-begrotingstekort/ ↩︎
  2. https://etuc.org/en/pressrelease/ministers-delay-decision-austerity-rules-after-protest ↩︎
  3. iii) https://etuc.org/en/pressrelease/15000-marh-bcrussels-stop-return-eu-austerity ↩︎
  4. iv) https://www.socialeurope.eu/how-t ↩︎
  5. v) https://www.ineteconomics.org/perspectives/blog/unhappy-new-year-how-austerity-is-making-a-comeback-in-berlin-and-brussels ↩︎
  6. vi) https://etuc.org/en/pressrelease/100bn-cuts-next-year-under-council-austerity-plan ↩︎
  7. vii) Zie, https://left.eu/austerity-is-dead-long-live-austerity/ ↩︎
  8. viii) Zie, https://www.euractiv.com/section/politics/news/greens-chief-warns-new-debt-rules-will-strengthen-eu-far-right-putin/ ↩︎
  9. ix) Zie, https://www.euractiv.com/section/economy-jobs/news/european-parliament-stifles-green-revolt-against-new-eu-debt ↩︎
  10. x) In de volgende brochure van Corporate Europe Observator (CEO) worden deze begrippen eenvoudig en duidelijk uitgelegd, ↩︎
  11. xi)  Lange termijn investeringen in de infrastructuur in Japan waren van cruciaal belang bij het creëren van Kondratieff-golven die gepaard gingen met innovatiegolven met hoge rendementen voor de Japanse ondernemingen, of industriële revoluties (Carl Mosk Japanese Industrial History, 2001). Dit is door China gekopieerd. ↩︎
  12. xii) Zie, https://www.fspiecker.de/2023/09/08/die-rezession-verschaerft-sich/ ↩︎
  13. xiii) Volgens Flassbeck en Lapavitsas ligt hier de oorzaak van de crisis die Europa van 2008 t/m 2011 in haar greep had. ↩︎