Ga naar de inhoud

31 regelingen leveren fossiele vervuilers €37,5 miljard per jaar op

Nog meer belastinggeld naar grote vervuilers dan gedacht: 37,5 miljard aan fossiele subsidies

3 min leestijd

Niet eerder zijn fossiele subsidieregelingen zo compleet in kaart gebracht.

Amsterdam, 4 september 2023 – De Nederlandse overheid loopt nog meer geld mis door fossiele subsidies dan tot nu toe werd gedacht. In totaal gaat het om €37,5 miljard per jaar. Dit blijkt uit het onderzoek “Rechtvaardig afbouwen van fossiele subsidies: Minder CO2 en meer inkomsten” dat vandaag gepubliceerd wordt door SOMO, Oil Change International en Milieudefensie. De onderzoekers pleiten voor een rechtvaardige afbouw van alle fossiele subsidies voor 2025. Nederland kan daarmee zijn klimaatdoelen voor 2030 in één klap halen, en heeft extra inkomsten om te investeren in verduurzaming en het tegengaan van energiearmoede.

Niet eerder is zo gedetailleerd in kaart gebracht welke – veelal fiscale – regelingen onze overheid biedt om de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, gas en kolen) goedkoper te maken. In dit nieuwe rapport bestuderen SOMO, Oil Change International en Milieudefensie de impact van31 financiële regelingen die van kracht waren tussen 2020 en 2022. Bij elkaar opgeteld komen de financiële voordelen uit op gemiddeld €37,5 miljard per jaar: een significant hoger bedrag dan eerder geschat. De berekeningen in het rapport zijn volledig transparant gemaakt, op basis van een door de overheid omarmde methodologie. De uitkomsten zijn door meerdere externe onderzoekers beoordeeld.

Grote vervuilers profiteren het meest

Het grootste deel van de fossiele subsidies bestaat uit fiscale regelingen voor grootverbruikers in de Nederlandse industrie. Van scheepvaart (€6,7 miljard) tot luchtvaart (€2,4) en van fossiele elektriciteit (€5,4 miljard) tot de olieverwerkende industrie (€2,4 miljard): grootverbruikers ontvangen kortingen, belastingvoordelen, vrijstellingen of gunstige belastingtarieven. Deze regelingen gaan ten koste van het MKB. Want kleine en middelgrote bedrijven betalen meestal wel de volle mep voor hun gas- en elektriciteitsverbruik.

Een rechtvaardige afbouw

SOMO, Oil Change International en Milieudefensie pleiten voor een rechtvaardige afbouw van de fossiele subsidies voor 2025 – een deadline waar Nederland zich al aan heeft gecommitteerd. Daarbij hoort een duidelijk plan om de extra inkomsten eerlijk te investeren. Waarbij geld gaat naar de versnelling van klimaatmaatregelen, sociaal beleid voor kwetsbare groepen in Nederland én extra bijdragen aan ontwikkelingslanden die de klimaatcrisis het hardst voelen. Uit een doorrekening met een internationaal rekenmodel van IISD blijkt dat, bij afbouw van de bestaande fossiele subsidies, Nederland zijn uitstoot in 2030 met 13 tot 20 procent kan verlagen (het equivalent van 15 tot 21 megaton CO2). Daarmee haalt Nederland in één klap zijn klimaatdoelen.

Link naar rapport

AUDREY GAUGHRAN, DIRECTEUR SOMO: “Met het afbouwen van fossiele subsidies sla je twee vliegen in één klap: het reduceert de uitstoot door fossiele brandstoffen en zorgt voor extra inkomsten die nodig zijn om een sociale en rechtvaardige transitie te versnellen.”

DONALD POLS, DIRECTEUR MILIEUDEFENSIE “Fossiele subsidies kosten ons miljarden aan belastinggeld, verergeren de klimaatcrisis en spekken de kas van grote vervuilers. Met dit geld kunnen we miljoenen woningen isoleren, ons energiesysteem vergroenen en landen internationaal helpen om de klappen van klimaatverandering op te vangen. We willen dat de Tweede Kamer de afbouw van fossiele subsidies nú in gang zet. Het klimaat kan niet wachten op een nieuwe coalitie.”

ELIZABETH BAST, DIRECTEUR OIL CHANGE INTERNATIONAL: “Nederland heeft op internationale podia meermaals beloofd om te stoppen met fossiele subsidies, maar komt deze beloftes maar niet na. Terwijl de wereld in brand staat, blijft de overheid olie op het vuur gooien met miljarden aan subsidies voor fossiele energie, de grootste oorzaak van de klimaatcrisis. Met een urgent en rechtvaardig afbouwpad voor 2025 kan Nederland binnen de EU en internationaal het voortouw nemen en ervoor zorgen dat andere landen volgen.”