Zo ziet een echte staking er uit: 150 miljoen mensen zeg nee tegen despotisme in India
Als een nieuwe vakbondswet in werking treedt, zal India feitelijk afstand doen van elke verplichting tot democratie op de werkplek. Maar daar wordt hevig tegen gestaakt.
(Door Vijay Prashad, Engelse versie verschenen op Common Dreams, vertaling globalinfo.nl die graag meer donateurs heeft foto Jorge Martin/twitter)
Steden in India zijn nooit stil. Geluid is er een constant fenomeen – de toeters van auto’s, het getjilp van vogels, het geschreeuw van strandventers, het gestage gezoem van een motorfietsmotor. Dinsdag staakt India. Waarschijnlijk zullen ongeveer 150 miljoen werknemers wegblijven van hun werk. Linkse vakbonden hebben opgeroepen tot de staking, een algemene staking in een land dat uitgeput is door toenemende ongelijkheid en een stemming van ontevredenheid.
De straten van Kerala – een staat die wordt bestuurd door het Linkse Democratische Front – zijn niet stil. Auto’s en motorfietsen zijn er altijd op pad. Maar de wegen zijn rustiger. Openbaar vervoer is van de weg, omdat de transportvakbonden achter de staking staan. Thiruvananthapuram klinkt ongeveer als 20 jaar geleden, toen het verkeer minder was en de stad rustiger was. Maar er is niets kalm in de atmosfeer. Werknemers zijn boos. De regering in Delhi blijft ze verraden.
Grootste staking in de wereldgeschiedenis
Stakingen van deze omvang zijn niet ongebruikelijk in India. De grootste geregistreerde staking in de wereldgeschiedenis vond plaats in 2016, toen 180 miljoen arbeiders protesteerden tegen de regering van premier Narendra Modi. De eisen van deze staking zijn – zoals gewoonlijk – veeltallig, maar ze zijn geconcentreerd rond de verslechtering van het levensonderhoud van de arbeiders, rond de teloorgang van het werk zelf voor veel mensen en rond de politieke aanval op vakbonden.
De regering van Modi staat te popelen om de vakbondswetten te hervormen. Tapan Sen, de leider van het Centrum van Indiase vakbonden (CITU), zei dat de nieuwe vakbondswetten in wezen zouden leiden tot de slavernij van Indiase arbeiders. Dit zijn sterke woorden. Maar ze zijn niet ongeloofwaardig.
liberalisering
Sinds India in 1947 onafhankelijk werd, heeft het een ‘gemengd’ pad gevolgd van nationale ontwikkeling. Belangrijke delen van de economie bleven in handen van de overheid, met publieke sector-bedrijven om essentiële industriële goederen te leveren om de ontwikkelingsdoelen van het land te verbeteren. De landbouwsector was ook zo georganiseerd dat de overheid leningen aan boeren verstrekte tegen gesubsidieerde tarieven en de overheid inkoopprijzen stelde om ervoor te zorgen dat boeren essentiële voedselgewassen zouden blijven verbouwen.
Dit alles veranderde in 1991, toen de overheid de economie begon te “liberaliseren”, en de publieke sector te privatiseren, haar rol in de landbouwmarkt te verminderen en buitenlandse investeringen te bevorderen. De groei was nu gebaseerd op het rendement op financiële investeringen en niet op de investering in mensen en hun toekomst. De nieuwe beleidsoriëntatie – liberalisering – heeft de middenklasse doen groeien en de rijken fabelachtige hoeveelheden geld doen krijgen. Maar het heeft ook een agrarische crisis veroorzaakt en een precaire situatie voor de arbeiders veroorzaakt.
Arbeiders demoraliseren
De regering wist al in 1991 dat het niet genoeg was om de publieke sector te privatiseren en kostbare publieke activa te verkopen aan particuliere handen. Ze moest nog twee dingen doen.
(foto Himachal Prades)
Ten eerste moest ze ervoor zorgen dat overheidsbedrijven zouden falen en dan hun legitimiteit zouden verliezen. De overheid heeft deze publieke bedrijven van fondsen ontdaan en toegekeken hoe ze daarna kwamen te bungelen. Zonder investeringen waren deze bedrijven niet in staat verbeteringen aan te brengen en begonnen ze dus in verval te raken. Hun verval functioneerde als bevestiging van de liberalisering, hoewel hun ondergang was veroorzaakt door een investeringsstop.
Ten tweede drong de regering erop aan de macht van de vakbonden te breken door de rechtbanken te gebruiken om het recht op staking te ondermijnen en door de wetgever te gebruiken om de vakbondswetten te wijzigen. Zwakkere vakbonden zouden gedemoraliseerde werknemers betekenen, wat zou betekenen dat werknemers vervolgens volledig overgeleverd zouden zijn aan de particuliere bedrijven.
Het recht om te staken
Net als de 17 ervoor, gaat deze staking over levensonderhoud en over het recht om te staken. Een nieuwe vakbondswet is in de maak bij de wetgevende macht. Het zou de dood van het vakbondswezen in India betekenen. De uitspraak van Tapan Sen over slavernij lijkt in deze context minder hyperbolisch. Als werknemers geen macht hebben, zijn ze in feite tot slaaf gemaakt bij het bedrijf. Dit is al het geval in fabrieken die bijna als concentratiekampen werken.
Als je door fabrieken loopt langs de corridor Chennai-Coimbatore of in de wijk Manesar, krijg je een idee van de macht van deze nieuwe fabrieken. Ze zijn een vesting, die moeilijk te doorbreken is. Of een gevangenis. Hoe dan ook, vakbonden zijn daar niet welkom. Ze worden met kracht buiten de poort gehouden – door geweld of politieke macht. Werknemers worden vaak van ver weg gehaald, migranten met weinig wortels in het gebied. Arbeiders blijven nooit lang. Zodra ze enigszins gevestigd zijn, worden ze verwijderd.
Voetgangers en geïntimeerde vakbondsleden zorgen voor een harde werkomgeving. De cultuur van arbeidersklasse solidariteit erodeert, sociaal geweld groeit – de voedingsbodem van de neofascistische politiek.
Ontheemde arbeiders en geïntimeerde vakbondsleden zorgen voor een harde werkomgeving. De cultuur van arbeidersklasse-solidariteit erodeert, sociaal geweld groeit – de voedingsbodem van de neofascistische politiek.
Hoop in Kerala
(Foto van website Groundxero)
Kerala is een unieke plek in India. Hier blijft de strijdcultuur sterk aanwezig; de trots over Kerala’s geschiedenis van sociale transformatie is duidelijk te zien. In de loop van de afgelopen 100 jaar heeft Kerala zijn aanval op hiërarchie en op verdeeldheid verscherpt. Gruwelijke sociale praktijken werden teruggedraaid en de Linkse beweging cultiveerde openbare actie als een normaal kenmerk van het sociale leven.
Wanneer Links aan de macht is – zoals het nu aan de macht is – introduceert het nieuw beleid niet klakkeloos van bovenaf. Massabewegingen van Links ontwikkelen publieke campagnes om het bewustzijn te vergroten en een politieke wil op te bouwen achter het beleid. Dit is een van de redenen waarom boven Kerala niet de lucht van de hopeloosheid hangt.
Elders in India hebben ongeveer 300.000 boeren zelfmoord gepleegd, grotendeels als gevolg van de agrarische schuldencrisis. Professor Siddik Rabiyath van de Universiteit van Kerala vertelt me dat de vissers een hogere schuldenlast hebben dan boeren, maar dat ze geen zelfmoord plegen. Hij stelt dat dit mogelijk komt door de hoop dat de vangst van de volgende dag hen zal redden van schulden. Het is ook vanwege de algemene sfeer van hoop in Kerala.
Vorig jaar, toen deze staat van 35 miljoen inwoners onder water kwam te staan door een overstroming, pakten de vissers hun boten en werden ze de frontlinie van de reddingswerkers. Ze deden dit werk niet om het geld of de roem. Ze deden het vanwege de traditie van sociale solidariteit in de staat en vanwege de cultuur van publieke actie hier (zie het dossier Tricontinental Tricontinental: Instituut voor Sociaal Onderzoek over de overstromingen in Kerala).
Staking
De spoorlijnen van Thiruvananthapuram functioneren niet. Stakers zitten op de rails. Ze hebben de treinen geblokkeerd. Evenals stakers in Assam – aan de andere kant van India. Die hebben ook spoorlijnen geblokkeerd. De snelweg National Highway 16 in Bhubaneswar, Odisha, is een parkeerplaats geworden. Auto’s en motorfietsen kunnen niet bewegen. Scholen en universiteiten zijn verlaten. Vakbonden patrouilleerden bij de industriële gebieden buiten Delhi en buiten Chennai. Bussen van het openbaar vervoer in Mumbai staan op hun parkeerplaats, de bushaltes vertonen een verlaten aanblik.
De regering van premier Narendra Modi heeft zich stil gehouden. Er zijn later dit jaar verkiezingen. De temperatuur in India is ook niet in het voordeel van Modi. Maar dat is niet de reden voor zijn zwijgen. Hij heeft er een gewoonte van gemaakt om publieke actie te negeren, daar boven te gaan staan, te doen alsof het niet gebeurt. Als de nieuwe vakbondswet in werking treedt, zal India in wezen elke verplichting aan democratie op het werk opgeven. Het maakt deel uit van de trage erosie van democratische processen in het land, een afglijden naar de gruwelen van hiërarchie en overheersing. De arbeiders willen dit niet. Ze zijn de straat opgegaan. Ze hebben andere plannen voor hun toekomst.
Dit artikel was geproduceerd door Globetrotter, een project van het Independent Media Institute.