Op de vrouwenbeweging na en sterke mobilisaties van gepensioneerden, werd sociale strijd defensief en geïsoleerd. De nieuwe partij werd dus niet meer vooruit gestuwd door mobilisaties. Het is in die sfeer dat de partij in 2017 twee congressen organiseerde, Vista Alegre I en II, genoemd naar de voormalige Madrileense arena waar ze plaatsvonden. De inzet van die congressen was groot.
De ‘massapartij’ die Podemos intussen geworden was, had zijn ‘electorale oorlogsmachine’ de facto als partijmodel verankerd. Aan het hoofd stond een groep die zichzelf een vriendengroep noemde maar stilaan elkaar zou verscheuren. Relevanter dan dit was de graad van oligarchisering van Podemos volgens de IJzeren Wet van Roberto Michels: de kleine groep professionaliseerde, coöpteerde vrienden en bondgenoten en verwijderde kritische stemmen uit het centrum van de partijmacht.
De partij benadrukte de communicatie en het politieke manoeuvreren aan de top en duldde geen kritiek of oppositie. De leiding die verkozen werd tijdens Vista Alegre I was een homogene lijst rond de charismatische en in de media alomtegenwoordige Iglesias. Die verkiezingen ‘aan de basis’ verliepen via internet waar ‘geregistreerden’ tussen ‘platforms’ konden kiezen.
Onderaan was de eb-beweging quasi voltooid en de geest van 15-M achter de horizon verdwenen. De basiskernen demobiliseerden, liepen leeg of verdwenen. Wat Anton Jäger zeer gepast als ‘technopopulisme’ omschrijft, verving een organisch, levendig geheel met democratisch debat en impulsen van onderuit. De snelle groei, de keten van elkaar opvolgende verkiezingen en de teruggang van de sociale beweging hadden deze nefaste fenomenen versneld.
Strategisch werd het populistische antagonisme ‘kaste-volk’ behoorlijk afgezwakt. Vreemd genoeg gebeurde dat op een moment waarop elders in Europa een aantal significante andere linkse formaties – zoals La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon – het populistische discours van ‘voorbeeld’ Podemos steeds meer gingen kopiëren.
De noodzakelijke gedoogsteun van de PSOE om in 2015 de alternatieve besturen in de centrumsteden aan de macht te krijgen, had de beperkingen van dat populisme al blootgelegd. Nog datzelfde jaar bereikte Podemos met diezelfde PSOE ook regeerakkoorden in een aantal autonome gemeenschappen.
Toespraak op de Puerta del Sol in Madrid op 31 januari 2015. Foto: Podemos/CC BY-SA 3:0
Het ging om gezaghebbende stemmen die ‘hun’ IU aanporden om uit de lethargie te ontwaken. In plaats van Podemos als concurrent te beschouwen, zouden IU en PCE aldus deze mensen, de jonge partij beter vergezellen. Mensen als de communist en politicoloog, Manolo Monoreo, en de voormalige communistische leider en IU-coördinator, Julio Anguita, zelf brachten niet alleen een aan de top verjongde IU dichter bij Podemos. Ze deden Iglesias inzien dat het populistische schema op zijn grens botste en dat machtswerving nu eenmaal via coalitievorming moest verlopen.
De PSOE moest uit de ‘kaste’ gehaald worden. De oude maar verlichte communisten wilden via Podemos realiseren wat hen via Izquierda Unida niet gelukt was. Ze hadden het luisterend oor van Iglesias en diens metgezel Juan Carlos Monedero. Errejón was al eerder overtuigd van een coalitie met PSOE en had de partij verlaten voor een politiek project met de Madrileense burgemeester, Manuela Carmena, dat uiteindelijk zou leiden tot zijn eigen groenlinkse formatie Más País (‘meer land’).
Met recent behoorlijk succes in Madrid (onder de lijst Más Madrid -‘meer Madrid’) tracht Errejón voortaan een transversale, groene partij uit te bouwen die tracht aansluiting te vinden bij haar Noord-Europese gelijkgestemden. Iglesias maakte van Alberto Garzón, de nieuwe, jongere IU-leider en vandaag minister van Consumentenzaken, een eersteplansbondgenoot, zoals hij dat ook deed met de inmiddels over heel Catalonië uitgebouwde partij van de Barcelonese burgemeester Ada Colau.
Op een ongeziene manier belaagd
Alsof de sociale eb-beweging, de oligarchisering, de strategische herpositionering nog niet genoeg waren, werd Podemos bovendien op een ongeziene manier belaagd. Het electoraal efficiënte populisme werd gecounterd door een opgefrist Ciudadanos (‘burgers’) als een soort van ‘rechts-populistische’ concurrent de politieke piste in te sturen. Ciudadanos bestond al langer in Catalonië als pro-Spaanse, anti-catalanistische formatie.
Met een nieuwe jonge leider, Albert Rivera, ging de partij nationaal de concurrentie met Podemos aan. De partij – ondersteund door de Europese liberalen – stelde zich ‘links-liberaal’ op, hoewel het dat inhoudelijk nooit wist waar te maken en geen banden heeft met het in Spanje nooit echt doorgebroken historische liberalisme.
Geconfronteerd met de crisis van het bipartidismo en de dreigende politieke instabiliteit werd Ciudadanos ook gestuwd door delen van het Spaanse establishment die in de partij een mogelijke coalitiepartner zagen met ofwel PP of PSOE. Inmiddels dreigt de partij, na opeenvolgende electorale pandoeringen op nationaal, Catalaans en Madrileens vlak, van de politieke kaart te verdwijnen.
Maar ongemeen hard was het mediaoffensief tegen Podemos en haar leider waar alle vuile trucs gepermitteerd leken. Vanuit het PP-kabinet van Binnenlandse Zaken werd een spionage- en beschadigingsnetwerk opgezet met een oud-politiecommissaris als spil. Intussen beukte de media er op los dat het een lieve lust was met aantijgingen over illegale partijfinanciering uit Venezuela of Iran. Alle klachten in die zin werden zonder gevolg geklasseerd maar de reputatieschade was een feit.
Net als bij ons ten aanzien van de virologen zijn er eerst de woorden, de haat in rechtse opiniemedia en op sociale media door anonieme trollen maar ook door rechtse personaliteiten. Rechtse media als de dagbladen ABC en La Razón voerden een echte hekelcampagne die de grenzen van Iglesias’ privacy ruim overtrad. Daarop volgden doodsbedreigingen vanop extreemrechts dat op heel wat steun kan rekenen onder gepensioneerde en actieve militaire en politiekrachten.
De verbaal felle Iglesias werd ook in progressieve kringen een hoge boom die veel wind vangt. De fixatie op leiderschap en communicatie door Iglesias veroorzaakte contraproductieve gevolgen en genereerde kritiek op ‘het alfamannetje’. Ook de keuze om met zijn partner Irene Montero, vandaag minister van Gelijke Kansen, in een villa in de duurdere rand van Madrid te kopen, oogstte makkelijke kritiek.
Waar Iglesias aanvankelijk charmeerde, begon hij nu te irriteren. Iglesias voelde dat beter dan wie ook aan en uiteindelijk leidde dit mee tot zijn ontslag met de uitspraak: ‘Als je persoon niet meer bundelt maar verdeelt, dan ben je een obstakel voor verdere groei’.
Podemos wordt junior partner
Uiteindelijk slaagde diezelfde Iglesias er in 2019 wel in zijn partij als junior partner in de eerste Spaanse coalitieregering sinds de overgang naar democratie te hijsen. Die keuze bezegelde de uittocht van de inmiddels gemarginaliseerde trotskistische medestichters, de anticapis. In het beste geval had men van buitenaf gedoogsteun kunnen verlenen zoals ook linkse Catalaanse en Baskische nationalisten doen, luidde de kritiek op de linkerflank die de deur hard achter zich dichtsloeg.
Ook van de ‘grupo promotor’ blijft niemand over, tenzij Juan Carlos Monedero als souffleur buiten de instanties. Het trio Errejón, Bescansa, Alegre verdween na geruchten over een interne machtsgreep tegen Iglesias. Podemos formaliseerde zijn bondgenootschap met de communisten en een aantal kleinere partners in de naam van haar fractie, Unidas Podemos, een benaming die alleen een vrouwelijke vorm kent. Maar andere partners – onder meer in Galicië en Valencia – distantieerden zich van Podemos.
Veel van de huidige partijkaders verdienden hun sporen in 15-M, vooral in Juventud Sin Futuro. Podemos vervult de rol die de PCE nooit heeft kunnen vervullen en twee van haar vijf ministers zijn ook PCE-kaders. Naast communistisch partijboegbeeld Alberto Garzón is dat de sterke en alom geprezen minister van Arbeid, Yolanda Díaz, die voortaan het boegbeeld van de alliantie wordt. De Navarese psychologe, Ione Belarra, neemt het ministerschap én het Podemos-leiderschap van Iglesias over. In die zin bracht Iglesias zijn formatie terug waar het voor hem, als tiener en jongcommunist, allemaal begon.
In de peilingen blijft Unidas Podemos achteruit sukkelen. De partij zou graag een aantal mooie beleidspluimen op de hoed willen steken en slaagt daar soms ook in (zoals de verhoging van het minimuminkomen) maar moet ook in een aantal symbooldossiers het hoofd buigen tegenover de sociaaldemocratische senior partner, die vooral ook alle institutionele en buitenlandse beleid monopoliseert.
Dat is wrang voor Unidas Podemos waar men graag een aantal points of no return zou willen voorbijgaan (inzake het terugdraaien van de neoliberale arbeidsmarkthervorming, het invoeren van een vermogensbelasting of de definitieve stopzetting van huisuitzettingen). Ook inzake het brandende Catalaanse dossier wil Unidas Podemos voortgang boeken, zoals het vrijlaten van de gevangen leiders (de regering kan amnestie afkondigen) en het opzetten van een daadwerkelijke dialoog. In het progressief-Catalaanse kamp kreeg Iglesias, na de aankondiging van zijn vertrek, veel lof toegezwaaid.
Lessen voor links
De politieke context is intussen fel veranderd. Op de mesthoop van rechts met de corruptieaffaires rond de PP ontstond het neofranquistische VOX dat de andere rechtse partijen onder druk zet en opzweept in een rechts-nationalistisch opbod. Het Catalaanse nationalisme dat vanaf 2014 een roadmap naar onafhankelijkheid inzette, triggerde een rabiaat, ultrarechts Spaans nationalisme. Het identitaire verdrong het sociale, wat voor links – ook bij ons – een groot probleem is. In die ondankbare context lijkt Unidas Podemos greep op het electoraat te verliezen.
Ook de pandemie wordt, net als bij ons, door rechts en extreemrechts uitgebuit. ‘Vrijheid’ is de leuze waarmee zowel PP als VOX voor quasi ongebreidelde versoepelingen pleiten. Ze kregen hiermee de horecasector achter zich – alleen de regio Madrid telt al bijna 20.000 bars en restaurants – en een steeds talrijker publiek dat, net als bij ons, de restricties ‘beu’ is.
De grote populariteit van Madrileens PP-boegbeeld, Isabel Díaz Ayuso, lag in het feit dat ze gedurende de pandemie grote delen van Madrid tot een permanente ‘La Boum’ aanzette. Ook complottheorieën spelen hier, zoals in Noord-Europa, een nefaste rol die actief opgenomen wordt door extreemrechts zoals ook de Nederlander Thierry Baudet dat doet.
In zeven jaar legde Podemos echter een ongelofelijk traject af waaruit de Europese linkerzijde toch wel een aantal belangrijke lessen kan trekken.
Ten eerste het inzicht dat sociale verontwaardiging moet worden gekanaliseerd richting politieke verandering.
Ten tweede dat wanneer de druk van de straat wegvalt, de politiek haar autonomie herstelt. De loskoppeling van institutionele politiek met sociale mobilisatie is nooit een goede zaak. Democratie is, in tegenstelling tot wat hier wel eens beweerd wordt, veel meer dan het formule stemmen om de vier jaar en dan passief afwachten. Democratie heeft baat bij inmenging van de burger en verliest aan kwaliteit als beroepspolitici zich in een vacuüm voortbewegen. Toch komt verandering door macht te ambiëren en niet door in de politieke marge brevetten van zuiverheid uit te delen. Wel moeten partijen die electoraal snel groeien zich inspannen om het organische vertrekpunt, de basis, te verzorgen en te koesteren. Zo niet degenereert men – zoals het traject van vele sociaaldemocratische partijen in Europa aantoont – tot oligarchische kiesverenigingen rond charismatische figuren. Groot lichtpunt – en verworvenheid van de 15-M-beweging – is dat het wél mogelijk blijkt jongeren én vrouwen bij een politiek project te betrekken waar ze centrale posities innemen.
Ten slotte levert Podemos – met plus- en minpunten – een interessante bijdrage tot de cruciale vraag hoe links dan toch een aantal stenen kan verleggen in een voor haar buitengewoon ongunstige conjunctuur. De EU kijkt met argusogen toe of men wel binnen de opgedragen lijntjes kleurt. De onverwachte coronapandemie doorkruiste vele plannen. De lawfare tegen de linkse regering vanwege delen van de Spaanse justitie en de ‘deep state’ steken ook stokken in de wielen. In de ondankbare context drukt de partij het beleid naar links terwijl het een cruciale verstandhouding creëerde met linkse Catalaanse en Baskische nationalisten, noodzakelijk om het minderheidskabinet rechtop te houden en rechts van de macht te houden.
Open einde
Ten aanzien van een aantal andere spraakmakende linkse projecten met massa-aanhang heeft Podemos nog wat troeven achter de hand. Jeremy Corbyn kreeg eveneens het establishment tegen maar domineerde zijn partij niet vermits de Blairites stokken in de wielen staken. Zelf had hij ook geen helder afgelijnd antwoord op de Brexit-uitdaging waardoor de Labour-bastions in het noorden andere electorale oorden opzochten. Bernie Sanders heeft geen eigen partij-organisatie waardoor hij – en zijn jonge opvolgsters – de gevangenen blijven van de Amerikaanse variant van bipartidismo.
Het Podemos-verhaal heeft een open einde. Het is nog niet afgelopen en zelfs een terugkeer van Pablo Iglesias mag nooit helemaal worden uitgesloten. In de komende periode zal hij wellicht veel lezen en schrijven. Hij zal ongetwijfeld gevraagd worden als gelouterd tertuliano (opiniemaker in debatten) en, wie weet, opnieuw zijn eigen tv-programma’s nieuw leven inblazen. In besloten kring maakte hij er nooit een geheim van dat hij liever dat soort activistische en goed gedocumenteerde journalist was dan beroepspoliticus. De volgende zeven jaar van Unidas Podemos komen eraan.
Zeven dolle jaren in het leven van Pablo Iglesias werd overgenomen van Samenleving en Politiek. Vincent Scheltiens is historicus en auteur van “Extreemrechts – De geschiedenis herhaalt zich niet (op dezelfde manier)”, ASP Editions 2021, 160n pp. ISBN 978 9 4611 7112 2
Vertaling van de toespraak van Pablo Iglesias (hieronder) in het parlement bij de start van de coalitieregering, zie Politieke boodschap Pablo Iglesias (Podemos) voor nieuwe Spaanse linkse coalitieregering.