Winst van banken vooral te danken aan activiteiten die niets toevoegen
(Dit stuk stond als opiniestuk in de Voilkskrant van 14 april 2011)
Een mooi moment om de resterende pogingen tot regulering de kop in te drukken, moeten Alan Greenspan en Boele Staal hebben gedacht. Beide heren, de eerste altijd al meer voorman van de Amerikaanse banken dan toezichthouder, de tweede de officiële voorman van de Nederlandse banken, kwamen onlangs met een gelijkgestemde boodschap.
Bewijs
Als bewijs van het belang van de financiële sector wezen ze op het sterk gegroeide aandeel in de economie. In de VS verdrievoudigde dit van 2,4 procent in 1947 tot 7,4 procent in 2009. Staal schat dat aandeel in Nederland zelfs op 8 procent. Het aandeel van de financiële sector in de winstcijfers was in de VS nog veel groter. In 2006 was dat goed voor eenderde van alle winsten, in 2009 nog altijd voor een kwart.
Greenspan ziet de onzichtbare hand van Adam Smith aan het werk, de schepper van welvaart waar toezichthouders nooit meer dan ‘een glimp’ van kunnen opvangen. Bankiers mogen zich daarom niet laten beperken tot wat de toezichthouder nog begrijpt. Toezicht willen houden op bankiers is als bijten in de (onzichtbare) hand die ons voedt.
Een ander leerstuk van de Schotse econoom is hier echter meer op zijn plaats. Smith waarschuwde voor mannen die ‘ervan houden te oogsten zonder te zaaien’. Daarbij had hij, eind 18de eeuw, grootgrondbezitters in gedachten. Mannen die niets deden en zich daarvoor rijkelijk lieten belonen door de landarbeiders.
Winst
Nu is het de Britse financiële toezichthouder Lord Turner die veel van de moderne financiën bestempelt als ‘sociaal zinloze activiteiten’. Volgens Turner is de winst van banken vooral te danken aan zaken die niets toevoegen: het ontwijken van belastingen, de verkoop van financiële producten die de klant berooid achterlaten, het uitbuiten van monopolieposities en het doen van nodeloos veel en dure transacties. De onzichtbare hand van de bankier graait zo vooral in de kas van zijn klanten en in die van de overheid.
In sectoren als de detailhandel of de horeca weten klanten redelijk goed wat ze kopen. Daarom zijn de omzet- en winstcijfers daar een redelijke maat voor de waardering die de maatschappij heeft voor de sector. Dat geldt niet voor de financiële sector. Daar bleek in 2008 niet alles goud wat er blonk. Daar waren de slimste jongens en meisjes vooral bezig geweest risico’s en kosten te verbergen voor de toezichthouder, voor de klant, en vaak ook voor de eigen bestuurders en verkopers. De best and brightest wijdden hun talenten niet aan efficiëntere zonnecellen of betere landbouwmethoden, maar knutselden financiële massavernietigingswapens in elkaar. En werden daar rijkelijk voor beloond.
Zinvol
De groei van de financiële sector kan daarom niet simpelweg gelijkgesteld worden met een toenemende bijdrage aan de samenleving. Economisch onderzoek laat zien dat een goed ontwikkelde financiële sector van belang is, maar dat deze ook te groot kan worden. Er is een bovengrens aan het aantal bankiers dat in een economie zinvol aan de slag kan. Uit recent onderzoek blijkt dat Nederland (net als de VS) ruimschoots over deze grens heengaat. Het cijfer dat Boele Staal trots presenteert is daarom vooral een maat van de overmaat, van de greep die de Nederlandse banken hebben op de rest van de economie.
De wens van de Tweede Kamer om de sinds 2008 uitgekeerde bonussen terug te halen, is begrijpelijk. Al zou het consequenter zijn om juist de bonussen van vóór 2008 terug te halen, aangezien het huidige tekort toen is veroorzaakt. In de praktijk zijn beide onhaalbaar. Reden te meer om de aandacht te richten op de problemen die zich nu weer ontwikkelen.
Inschatten
Zo is de verkoop door Nederlandse banken van verpakte (gesecuritiseerde) hypotheken terug op het niveau van 2007. In maart meldde De Nederlandsche Bank (DNB) opgetogen dat Nederland, met nog geen 5 procent van de Europese bevolking, goed was voor maar liefst 37 procent van alle Europese securitisatie. De vraag wat we hiermee opschieten stelt de DNB niet. Terwijl het gevaar bekend is: door hypotheken door te verkopen, lopen de banken zelf geen risico meer, ze verliezen daarmee de prikkel om dat te doen waar ze moeten doen: het inschatten van de kredietwaardigheid van de lener. Het was deze handel in hypotheken in de VS die ten grondslag lag aan de financiële ellende van vandaag.
Het voornaamste verschil met de wereld van voor de crisis is dat de banken nog groter zijn geworden, en daarmee nog zekerder van overheidssteun. De bonussen van vandaag zijn daarmee de bezuinigingen van morgen. Gezonde toekomstige overheidsfinanciën vereisen daarom dat de bankiers nu in toom worden gehouden. Laat bankiers uitleggen hoe hun activiteiten bijdragen aan de samenleving. Waar ze dat niet kunnen, loopt de samenleving nodeloos risico. Dat soort activiteiten beëindigen, is pure maatschappelijke winst.
(Rens van Tilburg is als econoom verbonden aan de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen)