Ga naar de inhoud

Wereldbank geen vriend van werkende mensen of planeet

“Whitewash and Greenwash”. Om de zoveel tijd publiceert de Wereldbank een document waarin wordt opgeroepen tot meer sociale bescherming, of op zijn minst enige verbetering voor werkende mensen. Blijkbaar denken de public relations medewerkers van deze instelling dat we een heel kort geheugen hebben.

11 min leestijd

(Door Pete Dolack (1) vertaling door Roland Siebe overgenomen van solidariteit)

De laatste poging van de Wereldbank tot selectief geheugenverlies is wat ze noemt een strategie van sociale bescherming van de werkgelegenheid. De Bank beweert bij de nationale regeringen wereldwijd op te komen voor de uitbreiding van sociale beschermingsprogramma’s in dienst van de economische integratie en arbeidsmarkt.
Hilarisch genoeg zegt de Wereldbank met een rapport van 136 pagina’s een strategie uit te werken voor een universele sociale bescherming: veerkracht, rechtvaardigheid en kansen voor iedereen. En alleen dan zou de armoede effectief teruggedrongen worden en een breed gedeelde welvaart bereikt.

ITUC, instemming en kritiek

Het rapport richt zich op de realisering van gelijkheid en ruime kansen voor alle mensen, met name de meest kwetsbaren in de ontwikkelingslanden. Dat is mogelijk door menselijk kapitaal op te bouwen en mannen en vrouwen te helpen toegang te krijgen tot een inkomen.
Op een bij de Bank favoriet codewoord als ‘menselijk kapitaal’ komen we nog terug, Zo ook op het feitelijk functioneren van de Wereldbank en haar rol in de verwoestende bezuinigingen in landen over de hele wereld. Daaraan vooraf aandacht voor de reactie van het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (ITUC).
De ITUC vertegenwoordigt 200 miljoen werknemers in 163 landen en beschikt over 1.338 nationale filialen en kent als primaire missie de bevordering en verdediging van de rechten en belangen van werknemers. Een wezenlijke opdracht, omdat geen enkel land de rechten van werknemers volledig eerbiedigt.
In een vier pagina’s tellende samenvatting van de verklaring van de Wereldbank geeft de ITUC aan het eens te zijn met de gestelde doelen. Het gebrek aan sociale bescherming voor de meerderheid van de werknemers in de informele economie zal dringend aangepakt moeten worden. Maar de ITUC heeft ook een aantal aanzienlijke bedenkingen bij meerdere beleidsopvattingen van de Wereldbank en betwist de juistheid van de analyse die aan sommige van de voorgestelde beleidslijnen ten grondslag ligt.

De ITUC vervolgt met de conclusie dat de visie van de Bank over universele sociale bescherming prioriteit lijkt te geven aan de uitbreiding van gerichte sociale bijstand ten koste van sociale zekerheid en is het niet eens met de kritiek op stelsels van sociale zekerheid, met name de pensioenen, als een onnodige last voor de overheidsfinanciën. De ‘oplossing’ om systemen van sociale zekerheid en pensioenen duurzaam te maken, bestaat voornamelijk uit de vermindering van overheidssubsidies en de versterking van pensioenregelingen zonder garanties en de rol van vrijwillige en particuliere pensioenen.
Met andere woorden: het is werken tot je erbij neervalt! Dat is al een lange termijn doel van rechtse ideologen en ondernemers. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar over de hele wereld.

Rechtse retoriek

Trouw aan rechtse gebruiken en belangen, legt de Wereldbank de verantwoordelijkheid voor werkloosheid volledig bij individuen. De kritiek van de ITUC luidt: de verantwoordelijkheid voor de aanpak van de werkloosheid lijkt zich te concentreren op het individu, in plaats van op de bredere structurele krachten die een rol spelen. Het rapport van de De Wereldbank gaat met name voorbij aan de maatregelen die regeringen kunnen nemen om nieuwe hoogwaardige banen te creëren zoals proactieve planning van de industrie, banen in de publieke sector en overheidsinvesteringen – ook in arbeidsintensieve sectoren met sterke sociale en ecologische opbrengsten, zoals infrastructuur, zorg en de groene economie. Bovendien beweert de Wereldbank dat arbeidsregelgeving buitensporig is en de werkgelegenheid bedreigt. Ze pleit voor de verlaging van de toch al magere bescherming van werknemers.
Kortom, de Wereldbank is haar bestaansrecht niet vergeten, weet waartoe zij op aarde is en van kleur is ze ook nog niet veranderd.
Hadden we echt anders verwacht? Een blik op de staat van dienst van de Wereldbank levert het bewijs dat zij één van ’s werelds meest destructieve instituties is. Een organisatie die bedrijfsplundering en invoering van bestraffende bezuinigingen bevordert. Het speelt één tweetjes met het Internationaal Monetair Fonds. Beide organisaties faciliteren aanvullend de multinationale ondernemingen van het globale Noorden.

Toen ik voor het laatst (2018) me bemoeide met de Wereldbank ging het om de afronding van het World Development Report (2019) dat opende met citaten van Karl Marx en John Maynard Keynes. Dat was maar een schijnbeweging. Wat de bestudering van het rapport al snel laat zien, is de binnenlandse voorkeur voor staatsbedrijven of politiek verbonden bedrijven, het trage tempo van de acceptatie van de technologie en de verstikkende regelgeving. Er verdwijnen uiteraard banen, maar dat is geen probleem, want de opkomst van de productiesector in China heeft dit verlies ruimschoots gecompenseerd.
In wezen pleitte de Wereldbank ervoor dat ‘we allen’ arbeiders van de sweatshops in China worden. Het alternatief? Vroegtijdige investering in menselijk kapitaal, dus veel geld betalen voor hogere diploma’s die u niet kunt gebruiken en meer dynamische arbeidsmarkten– de code voor de rechts afschaffing van arbeidsbescherming en het gemakkelijker maken om werknemers te ontslaan.

Juridisch immuun

De Wereldbank heeft zich zelfs boven de wet verklaard. Helaas is ten minste één Amerikaanse rechtbank het daarmee eens. Een rechtszaak die namens Indiase boeren en vissers werd aangespannen bij de federale rechtbank in Washington, eindigde met een uitspraak dat de Wereldbank ongrijpbaar is voor juridische aanvechtingen. De bank verstrekte 450 miljoen dollar voor een energiecentrale die volgens de eisers het milieu aantastte en hun levensonderhoud onmogelijk maakte.
De rechtbank was het eens met de bewering van de Wereldbank dat zij immuniteit geniet op grond van de internationale wet van ‘Organizations Immunities’. De Wereldbank werd dus gelijkwaardig verklaard aan een soevereine staat – dus alsof ze diplomatieke onschendbaar is.

Een andere rechtszaak richtte zich op de ontkenning van systematische mensenrechtenschendingen door een palmoliebedrijf in Honduras dat de Wereldbank financierde. Het Amerikaanse Hooggerechtshof steunde de Wereldbank, maar de rechtbank bestreed dat. De Wereldbank kan dus in het Amerikaanse rechtssysteem met succes aangeklaagd worden, maar het valt nog te bezien of zij uiteindelijk enige verantwoordelijkheid zal moeten dragen.

lening wereldbank
Wereldbank financiert grote plantages in Honduras – bron: Rain forest Rescue

Milieuschade en ontkenning mensenrechten

De Wereldbank heeft een lange geschiedenis in het negeren van de menselijke kosten van de projecten die zij financiert. De World Development Movement, een coalitie van lokale campagnegroepen in Groot-Brittannië, meldt dat de Wereldbank meer dan 6,7 miljard dollar, een voorzichtige schatting, aan subsidies verstrekte aan projecten die destructief zijn voor het milieu en de mensenrechten ondermijnen. Daarvan drie voorbeelden.
1. De Wereldbank leende een energiebedrijf in India meer dan 550 miljoen dollar om de bouw van twee kolencentrales te financieren. Lokale mensen – uitgesloten van de discussies – werden geslagen en hun huizen platgewalst. Ze meldden verminderde toegang tot voedsel en een verslechterende gezondheid als gevolg van de elektriciteitscentrales.
2. Een Indonesische dam, mogelijk gemaakt door de lening van 156 miljoen dollar van de Wereldbank, resulteerde in de gedwongen uitzettingen van zo’n 24.000 dorpelingen die het slachtoffer waren van een campagne van geweld en intimidatie.
3. In Laos zorgde een waterkrachtproject, mogelijk gemaakt door de Wereldbank, dat minstens 6.000 inheemse mensen ontheemd raakten. Het levensonderhoud van ongeveer 120.000 mensen werd verstoord. Ze woonden stroomafwaarts van de dam en konden niet langer gebruikmaken van de rivieren voor vis, drinkwater en landbouw.

Daarnaast bleek uit een onderzoek naar het beleid van de Wereldbank door milieuadvocaat Bruce Rich dat op basis van studies en projectevaluaties is aangetoond dat de Wereldbank nog steeds lijdt aan een alomtegenwoordige ‘cultuur leningen goed te keuren’. Deze kan worden verklaard door een pervers stimuleringssysteem dat personeel en managers onder druk zet om grote leningen te verstrekken aan overheden en bedrijven. Vervolgens ontbreekt het aan adequate aandacht voor milieu, bestuur en sociale kwesties. In 2013 liepen bankmedewerkers die sociale risico’s onder de aandacht brachten en de uitvoering van projecten probeerden te vertragen, het gevaar van ‘carrière zelfmoord’. Inmiddels gaat de door mijnbouw veroorzaakte milieuschade door, evenals bosverlies en enorme koolstofemissies.

Milieuvernietiging door korte termijnwinsten

En verder? De Wereldbank heeft sinds de ondertekening van de klimaatakkoorden van Parijs in 2015 bijna 15 miljard dollar aan financiering verstrekt voor projecten op het gebied van fossiele brandstoffen. Uit een rapport, oktober 2022, door een coalitie van vijftig milieuorganisaties in het noorden en zuiden van de wereld (Big Shift Global) blijkt de hardnekkigheid van de Wereldbank. Ondanks de beweringen dat de Bank de financiering van nieuwe producties voor olie en gas zou stopzetten, promoot ze langs andere wegen fossiele brandstoffen.
Eén van de methoden is geld sturen naar een financiële instelling die op haar beurt het geld naar het fossiele brandstofproject sluist. Een andere manier is om niet geoormerkte fondsen gelden te verstrekken, maar dat afhankelijk maken van het doorvoeren van hervormingen die fossiele brandstoffen stimuleren.

geen fossiele investeringen
Acties tegen Wereldbank in Jakarta
bron: La Via Campesina

De grootste financiering voor fossiele brandstoffen, volgens hetzelfde rapport, is 1,1 miljard dollar voor de Trans Anatolische pijpleiding, een gasdistributieproject in Azerbeidzjan. Nog eens 600 miljoen ging naar een gasopslagproject in Turkije en een achttal projecten ontvingen minstens 100 miljoen dollar van de Wereldbank. Andere gefinancierde projecten zijn gericht op de uitbreiding van de steenkoolproductie.
Daarnaast financierde de Wereldbank met 2,8 miljard dollar in Ghana de omschakeling van van energie van voornamelijk waterkracht naar overwegend fossiele brandstoffen. Hierbij wordt Ghana onder druk gezet om gascontracten aan te gaan, waardoor het jaarlijks 1,2 miljard dollar moet betalen voor gas dat het land niet gebruikt. Een verhoging dus van de schuldenlast die Ghana al is opgelegd.
De Wereldbank moedigde Guyana aan een advocatenkantoor in Texas in te schakelen dat Exxon als grote klant heeft. Doel: ‘petroleumwetten’ herschrijven en tegelijkertijd geld verstrekken voor de ontwikkeling van olie en gas. Een project dat Exxon geen windeieren zal leggen, aangezien de multinational een contract afsloot waarbij Guyana geen winst ontvangt, totdat de kosten zijn afbetaald. Het Big Shift Global-rapport: Exxon kan Guyana blijven afrekenen op elk nieuw ontwikkeld olieveld. Zo kan het tientallen jaren duren, voordat het geld bij de mensen terechtkomt.

Dienstbaar aan de grote ondernemers

De Wereldbank voert feitelijk een ‘witwasbeleid’ met haar financieringspolitiek voor fossiele brandstoffen. Zo bracht de Bank ooit een rapport uit met zorgen over de opwarming van de aarde om tegelijkertijd haar rol geheel ongenoemd te laten in de verergering van de opwarming van de aarde. Ten tijde van dat ‘whitewashing’-rapport verstrekte de Bank miljarden dollars om nieuwe kolencentrales over de hele wereld te financieren. Op grond van haar rol en praktijken beschikt de Wereldbank over een sleutelpositie in de aaneenschakeling van processen die de wereld op de rand van een catastrofale klimaatverandering hebben gebracht.
Het beleid van de Wereldbank, samen met het Internationaal Monetair Fonds, is dan ook dienstbaar aan een uiterst kwalijk internationaal bedrijfsbeleid. Lokale democratische instellingen zijn ontmanteld en de beslissingsmacht is in handen gelegd van ondernemers en financiers die het meest profiteren van en verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van het milieu. Zo volgt de Wereldbank een spoor van uitzettingen, ontheemding en schendingen van mensenrechten (waaronder verkrachting, moord en marteling). Dat gaat gepaard met een wijdverbreide vernietiging van bossen, financiering van projecten voor fossiele brandstoffen die broeikasgassen uitbraken en water- en voedselbronnen droogleggen.

workers stand up
Just transition for climate ambition – bron ITUC

In nauwe samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds ontvangen regeringen leningen om schulden af te betalen of valuta’s te stabiliseren. Leningen die altijd samengaan met privatisering van publieke bezittingen die ver onder de marktwaarde worden verkocht aan multinationale ondernemingen die wachten om toe te slaan. Ze snijden sociale vangnetten door; verminderen drastisch de reikwijdte van de overheidsdiensten, schrappen regelgeving en stellen economieën open voor multinationaal kapitaal – zelfs als dat de vernietiging van de lokale industrie en landbouw betekent. Een proces dat resulteert in meer schulden die multinationale ondernemingen en het IMF, dat die bedrijfsbelangen afdwingt, nog meer macht geeft om controle uit te oefenen, inclusief een groter vermogen om milieu- en arbeidswetten te verzwakken.
De Wereldbank vult dit aan door massale infrastructuurprojecten te financieren. Projecten die de neiging hebben enorm te profiteren van internationale investeerders die het milieu met alle gevolgen voor de lokale bevolking en het milieu aan hun laars lappen. Deze twee instellingen dienen de opwaartse verdeling van rijkdom, ongeacht de menselijke en ecologische kosten.

(1)Eerder, 2 februari 2023, verschenen bij het tijdschrift Climate & Capitalism – World Bank is no friend of working people or the planet.
Vertaling/bewerking: Roland Siebe.
Pete Dolack is een activist die onder andere geschreven heeft over socialistisch experimenten in de twintigste eeuw en economische democratie.