We leven in meedogenloze tijden
Na Parijs worden de contouren van het leiderschap bepaald door machotaal over een “meedogenloze oorlog”. Verder wordt er weinig geboden. Het is voer voor onze emoties.
(Door Vijay Prashad, oorspronkelijk verschenen op opendemocracy.net vertaling: Menno Grootveld en Kees Stad/globalinfo.nl, Foto Paul Keller/Flickr)
Een week van verschrikkelijke bloedbaden – bomaanslagen in Beiroet en Bagdad en toen de kille schietpartijen in Parijs. Elke van deze terreurdaden heeft dode lichamen en gewonden opgeleverd. Er komt niets goeds uit voort – alleen de pijn van het slachtoffer en daarna nóg meer pijn als machtige mensen zich verschuilen achter cliché-beleid dat het wiel van de terreur verdere slagen zal laten maken.
Hoe moet je reageren op deze gebeurtenissen? Eerst komt de afschuw en de woede. Die zijn instinctief. We rouwen om de doden: de jonge ouders van Haidar Mustafa (3 jaar) die hem afschermden en zijn leven redden toen de ontploffing in Beiroet hen aan flarden scheurde. In Parijs hebben de terroristen Djamila Houd (41 jaar) gedood, die voor Isabel Marant werkte, bij een café. Elk van deze slachtoffers heeft een gezicht. Elk van die gezichten zal verschijnen in de pers en op de sociale media. Ze zullen ons toelachen, en ons berichten over hun mooiste dagen en hun voorspoedige toekomst. Geen van hen had een actieve rol in enig conflict. Dat ze werden vermoord had daar niets mee te maken..
We zullen verbijsterd zijn over de onbegrijpelijkheid van deze doden – de verspilde levens. We zullen zoeken naar verklaringen. Het is al duidelijk geworden dat de daders van al deze bomaanslagen – Bagdad, Beiroet en Parijs – uit ISIS of “Daesh” afkomstig zijn, de groep die een groot deel van Irak en Syrië onder controle heeft, evenals delen van Libië en Afghanistan (met broedergroepen in Nigeria en Somalië). Net als al-Qaeda heeft ISIS een tentakelstructuur. Het heeft geen hoofd, alleen maar ledematen die aangespoord worden om woest te ageren. Als het inderdaad om ISIS gaat, waarom slaan ze dan toe op deze plekken?
Wij in het Westen zullen ons niet te lang bezig hoeven houden met een verklaring voor Bagdad en Beiroet – westerse media lijken immers te suggereren dat dit soort bomaanslagen een routinezaak zijn op die plekken; ze zijn bijna natuurlijk. In oktober kwamen 714 Irakezen om bij gewelddadige terreur. Deze maandelijkse cijfers blijven gelijk als we terug gaan naar 2003, toen de VS Irak binnenviel. Dus heeft Irak elf jaar lang dit enorme dodental moeten dragen, met de bevolking in een comateuze trauma. Er is nauwelijks aandacht voor de mensen daar, wier dood en leven-met-de-dood – die voortvloeit uit de westerse oorlogen – nu een voetnoot is in de mondiale aandacht.
Machotaal over “meedogenloze oorlog” bepaalt nu de contouren van het leiderschap
De Franse president Francois Hollande reageerde op de aanvallen in Parijs met de stoere woorden: “we gaan een oorlog voeren die meedogenloos zal zijn.” Maar het Westen – Frankrijk inbegrepen – voert al oorlog tegen zowel ISIS als vergelijkbare groepen. Wie gaat er nog meer aangevallen worden? Zal de strategie veranderen? Zullen de westerse leiders in staat zijn om verder vooruit te kijken dan de emotionele reactie van dit moment en in staat zijn om voorbij de reflex van nog meer oorlog te kijken? Zouden de westerse intelligentsia en hun leiderschap in staat zijn om te erkennen dat sommige van de strategische keuzes die in het Westen gemaakt zijn, de vijandigheden alleen maar hebben versterkt en een hoop dreigingen teweeg hebben gebracht? Het is niet erg waarschijnlijk.
Machotaal over “meedogenloze oorlog” bepaalt nu de contouren van het leiderschap. Verder wordt er weinig geboden. Het is voer voor onze emoties.
Waar kwamen deze ISIS-terroristen vandaan? De verleiding is groot om naar religie of ras te wijzen, zodat we onze ogen kunnen sluiten voor oorzaken die veel dieper liggen. Geheugenverlies is aan de orde van de dag. Iedere terreurdaad in het Westen zorgt ervoor dat er een nieuw ‘uur nul’ wordt bedacht. Het is niet de bedoeling dat er wordt verwezen naar de door het Westen en de Saoedi’s gesteunde Moslim Wereld Liga, die in de jaren zestig en zeventig tot taak had de krachten van het seculiere nationalisme en communisme in de Arabische wereld te vernietigen. Al diegenen die aan de goede kant van de geschiedenis stonden zijn daaraan opgeofferd, over de kling gejaagd als ‘anti-islamitisch’, teneinde de Arabische Golf-staten en het Saoedische koninkrijk te kunnen beschermen, evenals de westerse olie- en machtsbelangen.
We mogen ook niet verwijzen naar de westerse en Saoedische pogingen in Afghanistan in de jaren zeventig, vóór de Sovjet-interventie, om de communistische republiek van dat land om zeep te helpen. Evenmin mogen we het hebben over de creatie van de “moedjahedien”, waarvan de kern bestond uit een meedogenloze groepering die later zou uitgroeien tot al-Qaeda. Waarom zouden we aandacht besteden aan de oorlogen in Irak, en later in Libië en Syrië, die deze staten uiteen hebben gescheurd, zodat ze net als Afghanistan een speelveld zijn geworden van “jihadisten”, de kinderen van de Koude Oorlog?
Ongeloof zal degenen ten deel vallen die ons willen herinneren aan het westerse geweld, van het luchtbombardement op Libië in 1911 tot het bombardement op Libië in 2011 – met talloze doden als gevolg; “het was geen oorlog,” schreef een journalist in 1911, “het was een slachthuis.” Weinigen zullen het boek La Seine était rouge (De Seine was rood) van Leila Sebbar van hun boekenplank trekken, een schrijnende roman over de moord van de Franse regering op honderden pro-Algerijnse betogers in Parijs in oktober 1961.
U zult deze woorden lezen en zeggen: “Geef je de mensen die zijn gestorven de schuld van hun eigen dood?” U zult woedend op me zijn. Maar u zult niet razend zijn door de geschiedenis van deze landen, door de dood die zij hebben gezaaid, en door de ellende die zij hebben teweeggebracht en vervolgens hebben ontkend. U zult niet vragen waaromer de afgelopen jaren deze duizenden Europeanen naar Syrië zijn gegaan om daar te vechten, of waarom de Franse minister van Buitenlandse Zaken – Laurent Fabius – terughoudend leek te zijn om de al-Qaeda-afdeling in Syrië op de terreurlijst te plaatsen.
U zult niet vragen waardoor deze jonge mannen zijn beïnvloed, die door hun regeringen niets in de weg werd gelegd om in een oorlog elders te gaan vechten, en vervolgens zijn geïnspireerd door geestelijken die door de Saoedi’s zijn gefinancierd, en die hen hebben opgedragen niet alleen in Syrië te vechten, maar terug te gaan naar huis om chaos te stichten. U zult denken dat ik dit allemaal heb verzonnen, dat ik het bloedbad wil goedpraten.
Maar er is geen sprake van goedpraten. Ik verwijs slechts naar een meedogenloze geschiedenis die begraven ligt onder officiële cliché’s.
Na 11 september 2001 heeft de regering-Bush besloten haar eigen geschiedenis te negeren. Het was bijna een misdaad om te opperen dat de aanstaande oorlogen het probleem alleen maar zouden verergeren – door olie op de vlammen van de haat te gooien. Een paar dagen na dat geweld schreef ik: “Er komt niets goeds voort uit terreur. Dat is nog nooit zo geweest en zal ook nooit zo zijn.” Wat ik bedoelde was niet alleen de terreur van degenen die de VS hadden aangevallen, maar ook de terreur die daarop zou volgen. Wat de oorlogen van Bush hebben opgeleverd is niet het verdwijnen van het geweld – Mission Accomplished (Missie Volbracht), zoals Bush op arrogante wijze zei – maar eindeloze oorlogen.
Is er een andere manier? Na de aanslagen in Mumbai van 2008 (met 164 doden) heeft de Indiase regering zich niet hals-over-kop in een oorlog gestort. Zij heeft een grondig onderzoek naar de aanslagen ingesteld, en het complot en de tenuitvoerlegging daarvan ontrafeld. Er zijn diplomatieke gesprekken geopend met Pakistan, dat er door India van werd beticht de planners van de aanslagen te herbergen. Het dossier blijft geopend. Geduld is het parool. Geen haastige raketaanval heeft de aanslag in Mumbai kunnen vergelden. Het zou het conflict alleen maar verder hebben geëscaleerd en India en Pakistan in een onverantwoordelijke oorlog hebben doen belanden. Het is veel beter om behoedzaam met dit soort zaken om te gaan.
Alle partijen zijn het erover eens dat er geen makkelijke antwoorden zijn op het probleem van ISIS en al-Qaeda. Het Westen is niet bereid geweest de confrontatie aan te gaan met zijn belangrijkste West-Aziatische bondgenoten – het Saoedische koninkrijk en de Golf-emiraten, waarvan het geld de extremistische netwerken blijft smeren, en waarvan de sjeiks jonge geesten blijven bestoken met gevaarlijke ideeën – waaronder die van het hatelijke sektarisme. Geen westers land heeft afdoende druk op deze landen uitgeoefend om iets te doen. Geen westers land heeft de regerende partij van Turkije gevraagd zijn eigen binnenlandse ambities opzij te zetten en de Koerdische milities de vrije hand te geven om ISIS te bestrijden. Geen westerse macht heeft toegegeven dat hun blijvende logistieke steun voor de handlangers van Qatar, Saoedi-Arabië en Turkije de cyclus van het extremisme heeft gevoed.
Niemand heeft de oproep van een aantal lidstaten van de VN serieus genomen om handelsverdragen en het financieel beleid te herzien, zodat deze landen niet worden gesmoord in chaos, de voedingsbodem van de terreur. In 1992 heeft de liberale leider van Mali, Alpha Oumar Konaré, het Westen gevraagd de afschuwelijke schuldenlast van zijn land kwijt te schelden. Hij kon zijn volk niet uit verdeeldheid en armoede leiden als hij de banken iedere maand moest blijven betalen, en als zijn boeren geen verlichting kregen van het negatieve handelsbeleid. Niemand luisterde. De VS wimpelden hem af, door te zeggen dat “deugdzaamheid zichzelf beloont” – wat betekende dat hij gewoon moest betalen. Konaré kon zijn agenda niet verwezenlijken en trad af. Het land implodeerde. Al-Qaeda nam de tweede stad van Mali, Timboektoe, in. De Fransen bombardeerden hen in 2013. Het land is nog steeds een grote puinhoop. Dat is het resultaat van jaren lang slecht beleid. Niemand maakt zich er druk om. Men is alleen geïnteresseerd in de al-Qaeda van de Maghreb en haar bewegingen.
Westerse beleidsmakers zijn als kleine jongetjes die met hun speelgoed spelen. Ze zien het menselijk leed en de afschuwelijke gevolgen van hun afschuwelijke beleid niet.
We leven in meedogenloze tijden. Er is verschrikkelijk geweld. Er is vreselijk verdriet.
Dit is voor Adel Termos, uit Beiroet, die zijn leven gaf zodat anderen konden blijven leven.