Ga naar de inhoud

Wapens voor de Koerden?

De ‘Islamitische Staat’ (IS) is mede een product van de cynische machtspolitiek van het westen en Assad. Ondanks alle vrome woorden over humanitaire hulp, is er weinig hoop dat er een einde is gekomen aan dit cynisme. In plaats daarvan moet de lokale bevolking geholpen worden om zich tegen IS te verweren.

9 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen bij grenzeloos)

De Amerikaanse invasie en bezetting van Irak leidden mede tot de groei van Al Qaida daar waar het eerder nauwelijks bestond. Volgens het wereldbeeld van Al Qaida hebben zij het recht om iedereen te doden die hun interpretatie van islam afwijst. Dat wereldbeeld kon zich onder andere vestigen in Irak door de manieren waarop de VS en Groot-Brittannië de tegenstellingen tussen soennieten en sjiieten daar aanwakkerden. De sjiieten, de meerderheid in Irak maar lang gemarginaliseerd door de soennitische Saddam – voor wie clan-loyaliteit zwaarder woog dan religie – maakten van de omwenteling gebruik om oude rekeningen te vereffenen. Het gewapende verzet tegen de westerse coalitie en de nieuwe, door sjiieten gedomineerde Iraakse regering was voornamelijk een zaak van Iraakse soennieten.

Geïnspireerd door de aloude koloniale tactiek van verdeel-en-heers maakten de westerse mogendheden gebruik van die religieuze verdeeldheid om de opstand neer te slaan. Sjiitische milities werden ingezet tegen soennitische opstandelingen. Zo vormde het Iraakse ministerie van binnenlandse zaken met hulp van Amerikaanse adviseurs in 2004 de ‘Wolf Brigade’, sjiitische elite-troepen die aan Amerikaanse zijde vochten. De Wolf Brigade wordt beschuldigd van marteling en massa-executies. Een van de adviseurs van de Wolf Brigade was kolonel James Steele. Steele was eerder adviseur van de regering van El Salvador toen deze in de jaren tachtig doodseskaders inzette om de bevolking te intimideren. Terwijl de Wolf Brigade tegen de opstandelingen vocht, bleken ook in Irak doodseskaders actief te zijn. In de straten van Irak werden de lijken gevonden van mensen verdacht van steun aan de opstandelingen. Sommige slachtoffers waren vermoord met elektrische drilboren.

Dat is het soort vuile oorlog gebaseerd op religieuze tegenstellingen waar Al Qaida in gedijt. In 2006 vormden verschillende soennitische fundamentalistische groeperingen de ‘Islamitische Staat van Irak’, beter bekend als Al Qaida in Irak. Het tij keerde echter toen de Amerikanen hun militaire aanwezigheid opvoerden en lokale soennitische clans paaiden om IS te bevechten. De groep week grotendeels uit naar Syrië, waar het aanvankelijk vreedzame verzet tegen de dictatuur naar de wapens moest grijpen om niet in bloed gesmoord worden.

Ondanks veel gepraat, heeft het westen nauwelijks een vinger uitgestoken om de Syrische rebellen te steunen. Wie wel geld en wapens leverden, waren soennitische fundamentalisten uit onder meer Saudi-Arabië en de Golfstaten. IS en de andere Al Qaida franchise in Syrië, Jabhat al-Nusra, maakten goed gebruik van hun netwerken in Irak om die steun Syrië binnen te krijgen. Zij gebruikten deze middelen onder meer om niet-soennitische minderheden aan te vallen. Delen van deze minderheden werden zo in de armen van het regime gedreven en zo kreeg ook hier de strijd steeds meer een religieus karakter.

Het Assad-regime speelde hier cynisch op in; fundamentalisten werden vrijgelaten uit de gevangenis in de, correcte, verwachting dat zij zich tegen de meer gematigde islamisten en seculiere delen van de oppositie zouden keren. Terwijl het Assad-regime war on terror retoriek uit begon te slaan, vermeden haar troepen lange tijd grotendeels confrontaties met de meest extreme fundamentalisten. Deze gingen steeds meer de oppositie bepalen en het Westen werd allengs nerveuzer over de Syrische rebellen. Machiavelli zou nog wat kunnen leren van Assad.

IS is ondertussen officieel Al Qaida uitgezet, niet omdat het ‘nog radicaler’ zou zijn, maar vanwege tactische meningsverschillen. Al Qaida en Jabhat al-Nusra zijn voorstander van een verenigd front tegen Assad – tot het regime is gevallen. Maar IS heeft het vestigen van haar eigen macht nu al als hoogste prioriteit en viel daarom liever de relatief zwakkere rebellen aan dan het regeringsleger. Een ander meningsverschil is dat IS er naar streeft een eigen staat te vormen – volgens Al Qaida is dat voorbarig zolang de VS militair nog zo machtig is. Sindsdien heeft de gehele Syrische oppositie, inclusief Jabhat al-Nusra, zich tegen IS gekeerd maar het monster is al te groot geworden. Verschillende steden waar de verenigde rebellen IS verjaagden, zijn weer door hen heroverd. En in haar oude thuisbasis Irak kon IS gebruik maken van onvrede onder soennieten over de manier waarop de door sjiieten gedomineerde regering hen benadeelde.

‘God en PKK hebben ons gered’

Wat nu? De VS bombardeert opnieuw Iraaks grondgebied, nu op verzoek van de Iraakse regering. Maar zoals Obama zelf toegeeft zal dit niet genoeg zijn om IS te verslaan. Wapens leveren!, dat is nu het devies van de VS en Frankrijk. Nederland aarzelt nog maar zal allicht besluiten te helpen, en misschien dezelfde keuze maken als Duitsland: geen wapens leveren, maar wel ‘niet-dodelijk’ materiaal als kogelvrije vesten en brandstof. Zo kan Nederland doen alsof het de handen schoon houdt, maar in de praktijk betekent het natuurlijk gewoon dat bijvoorbeeld de VS en Frankrijk meer ruimte krijgen om zich op wapentoevoer aan de regering van Irak te concentreren.

De Iraakse regering is echter deel van het probleem. Recente oproepen voor het opnieuw vormen van sjiitische milities, dit keer om tegen IS te vechten, geven weinig hoop dat de spiraal van religieuze haat verbroken zal worden.

De VS en haar bondgenoten proberen nu af te dwingen dat een nieuwe regering in Irak de soennieten wat meer tegemoet zal komen. Maar hoeveel gaat dat nog helpen? IS is een militaire macht, en zij heeft haar kracht vooral te danken aan zware wapens en bloedfanatieke strijders die al jarenlange gevechtservaring hebben. Ook als de bevolking hen niet steunt of zich begint te verzetten, zoals al gebeurt in delen van Syrië waar mensen het schrikbewind van IS beu zijn, zal ze niet zomaar verdwijnen.

Die Franse en Amerikaanse wapens gaan behalve naar de Iraakse regering naar ‘de Koerden’. In de praktijk wordt hiermee de regering van de autonome Koerdische regio in Irak bedoeld, gevormd door de Koerdische Democratische Partij (KDP) van premier Barzani. De KDP is minder repressief en corrupt dan de Iraakse regering maar heeft qua democratische verworvenheden ook maar weinig om over naar huis te schrijven. De Koerdische strijdkrachten zijn in wezen de militie van de KDP en deze lijkt er meer in geïnteresseerd het drama in Noord-Irak te gebruiken om de eigen macht uit te breiden dan in het bestrijden van IS. Zo werd bijvoorbeeld het strategische Kirkoek ingenomen terwijl elders KDP-troepen plaats maakten voor ISIS.

Ulla Jelpke, woordvoerster van de Duitse partij Die Linke, was aanwezig in het noordoosten van Syrië en beschreef wie wel verzet tegen IS organiseert. Zij verklaarde dat de werkelijke hulp niet kwam van Amerikaanse luchtaanvallen, of van de regeringen van Irak of Barzani; ‘God en de PKK hebben ons gered’, vertelden vluchtelingen Jelpe steeds opnieuw. Ze berichtte hoe het guerrilla’s van de in Oost-Turkije gebaseerde Koerdische Arbeidspartij en hun Syrische bondgenoten van de Partiya Yekîtiya Demokrat (PYD, Democratische Unie Partij) waren die vluchtelingen te hulp schoten. Terwijl het land verscheurd wordt door de burgeroorlog, zijn in het noordoosten van Syrië Koerden erin geslaagd autonome gebieden te vormen. Al in juni trokken honderden PKK-strijders de Syrische grens over om hun bondgenoten van de door de PYD georganiseerde Volksbeschermingskrachten (Yekîneyên Parastina Gel, YPG) te helpen deze gebieden te beschermen tegen IS. Het waren deze strijders die nu een vluchtgang voor Yezidi’s en andere vluchtelingen vrijgevochten hebben.

Of Barzani zich hun solidariteit waardig zal tonen is te betwijfelen; hij is een oude tegenstander van de PKK, de YPG en hun Iraanse bondgenoten PJAK. Desondanks staan strijders van al die bewegingen, samen met die van de Iraans-Koerdische KDPI, nu vooraan in de strijd tegen IS en werken zij samen met de KDP. De PKK heeft haar ideologische wortels in het stalinisme maar heeft een lange politieke evolutie doorgemaakt. De beweging streeft nu vooral naar autonomie en gelijke rechten voor de Koerden – ook al is zij intern nog langs rigide stalinistische lijnen georganiseerd.

De door de YPG gecontroleerde gebieden in Syrië zijn relatief rustig. De YPG heeft Arabische, Turkmeense en christelijke vluchtelingen binnengelaten en vertegenwoordigers van deze groepen opgenomen in de lokale besturen. Net als de PKK en PJAK heeft de YPG de gelijkheid van vrouwen als een van haar doelen. De YPG heeft geprobeerd zich afzijdig te houden van de strijd tegen Assad, ook al was het deze volksopstand die het in de gelegenheid stelde om de autonome regio’s te organiseren. Een groot deel van de Syrische oppositie weigert echter zich uit te spreken voor zelfbestuur voor de Koerden en de fundamentalisten die er een steeds grotere rol in spelen hebben geen sympathie voor de seculiere YPG.

Voor alle duidelijkheid: IS is een beweging die helaas alleen met gewapend geweld verslagen kan worden. En die verslagen moét worden, zij is de doodsvijand van iedereen die streeft naar vrijheid, gelijkwaardigheid en democratie. Wapens voor de Koerden dus? Ja, inderdaad, wapens voor de Koerden. Maar daar kan het niet bij blijven. Wapens die nu aan Barzani geleverd worden, kunnen morgen wel eens tegen de concurrenten van de KDP gebruikt worden. Maar juist die hebben laten zien meer dan Barzani’s KPD recht te hebben op steun. De Amerikaanse luchtaanvallen kunnen hen helpen in hun strijd, links hoeft deze niet toe te juichen maar net zomin er tegen te hoop te lopen.

De Nederlandse regering verklaart dat het Koerden die naar Irak vertrekken om tegen IS te vechten niet zal vervolgen. Dat is mooi, maar wat als deze Koerden meevechten in een eenheid van de PKK? Die organisatie is nog steeds verboden in Nederland (en in die andere ‘vrienden van de Koerden’, Duitsland en Frankrijk). Er zijn al Koerden uit Europa naar het noordoosten van Syrië gegaan om te vechten tegen IS. Grote kans dat deze Koerden zij aan zij met de PKK vechten, misschien zelfs in een eenheid van de PKK. Moeten zij ook nog vrezen later beschuldigd te worden van steun aan een ’terroristische organisatie’? De PKK, en haar Syrische en Iraanse bondgenoten, moeten erkend worden als legitieme vertegenwoordigers van de Koerdische minderheden. Dat hebben de afgelopen dagen eens te meer bewezen.