Voor elke dollar die Afrika binnenkomt, vloeien er tien weg
Belastingen zijn de prijs die we betalen om in een beschaafde maatschappij te leven. Vanuit die overtuiging zet de Keniaan Alvin Mosioma zich in voor Tax Justice Network Africa. MO* nodigde hem uit als centrale gast op het eerste Mondiaal Café in de Zebrastraat in Gent, samen met de hoogleraren Dries Lesage en Lieven Denys. Vooraf interviewden we Mosioma over de vraag waarom belasting betalen zo cruciaal is.
(Bron: Attac Vlaanderen)
Een wijze man zei ooit: “Belasting is de prijs die je betaalt als je in een beschaafde maatschappij wil leven.” Alvin Mosioma: Toen we ongeveer zeven jaar geleden begonnen met dit werk, werden we door velen aanzien als aliens. Iedereen stelde ons dezelfde vraag. Waarom moet een civiele organisatie zich in godsnaam bezighouden met belastingen terwijl er toch veel dringendere noden zijn zoals gezondheidszorg, toegang tot water, onderwijs, hongerbestrijding. Waren alle onderwerpen dan misschien opgebruikt, vroegen ze ons. Waren er echt geen dringendere problemen die aangepakt moesten worden? Waarom vecht u eigenlijk voor fiscale rechtvaardigheid?
Alvin Mosioma: Ik zal u een simpel antwoord geven. Een wijze man zei ooit: “Belasting is de prijs die je betaalt als je in een beschaafde maatschappij wil leven.” Op lange termijn kunnen Afrikaanse regeringen alleen maar breken met ontwikkelingshulp en op hun eigen benen staan als ze genoeg inkomsten kunnen genereren om hun ontwikkeling te financieren. Afrika kan maar politiek en financieel echt onafhankelijk worden als het zijn ontwikkeling financiert met geld uit eigen middelen. En daarom zijn belastingen het kloppende hart van economische ontwikkeling en van de strijd tegen armoede. Daarom ook ben ik zo gepassioneerd door mijn werk. Hoeveel gaat er in Afrika verloren door fiscale onrechtvaardigheid? Alvin Mosioma: Een studie van een onderzoekscentrum uit de VS, Global Financial Integrity (GFI), heeft uitgewezen dat Afrika tussen 1970 en 2008 een totaalbedrag van 854 miljard dollar verloren heeft. Uit andere statistieken blijkt dat er bijna 50 miljard dollar uit Afrika wegvloeit als gevolg van illegale geldstromen. Even een kleine duiding bij die cijfers. Voor elke dollar die in Afrika binnenkomt onder de vorm van ontwikkelingshulp of buitenlandse investeringen, vloeit er dus tien dollar naar buiten. Dat maakt van Afrika op wereldschaal een netto schuldeiser. Noem dat gerust het grootste schandaal van de 21ste eeuw.
Wie is volgens u verantwoordelijk voor de belastingontduiking? Alvin Mosioma: De werkelijke belastingdruk, het eigenlijke bedrag dat veel bedrijven moeten betalen, is lager dan 12 à 15 procent van hun winst. Dat komt doordat het beleid gekarakteriseerd wordt door hoge fiscale stimuli. Sommige regeringen geven belastingvrijstelling van tien jaar aan bedrijven die zich willen vestigen in Afrikaanse landen. Mijn organisatie heeft bijvoorbeeld een onderzoek gevoerd waaruit bleek dat drie landen uit Oost-Afrika -Kenia, Oeganda en Tanzania- jaarlijks tot 2,8 miljard dollar verliezen als gevolg van fiscale stimulansen. Oeganda verliest hieraan jaarlijks 200 miljoen dollar, wat ongeveer het dubbele is van zijn gezondheidsbudget.
Fiscale stimuli zijn toch nodig om buitenlandse investeerders aan te trekken? Alvin Mosioma: Volgens studies van internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, zijn fiscale stimuli niet van de meest doorslaggevende factoren in de keuze om ergens al dan niet te investeren. Als een bedrijf wil investeren in landen als Oeganda of Kenia, dan kijken zij naar de beschikbaarheid van grondstoffen, de aanwezigheid van goed opgeleide werkkrachten, infrastructuur en transportmogelijkheden. Kunnen goederen makkelijk van punt A naar punt B vervoerd worden of niet? Is de energievoorziening betrouwbaar of zijn er voortdurend stroompannes? Hoe zit het met de kwaliteit van het bestuur en de rechtstaat? Kan je naar de rechtbank als je benadeeld bent en kan je daar je gelijk halen? Deze factoren spelen een grotere rol wanneer investeerders beslissen waar ze al dan niet willen investeren.
Toch heerst er nog altijd de misvatting, dat je wel fiscale stimulansen moet geven, wil je buitenlands kapitaal aantrekken. Met als gevolg dat bedrijven zich vestigen in landen waar ze bijvoorbeeld vijf jaar teren op fiscale stimuli en nadien hun boeltje pakje en wegwezen. Of ze registreren zich na vijf jaar onder een andere naam. Ik ken een hotelgroep in Tanzania die haar naam al drie keer veranderd heeft gedurende de laatste vijftien jaar. Dat heeft natuurlijk te maken met de fiscale stimuli die de regering geeft aan de toeristische sector om investeerders aan te trekken. En dat is volgens mij het tweede grootste probleem van onze Afrikaanse belastingsregimes.
Hét probleem, de olifant in de kamer, is wat we illicit financial flows noemen. Zo zijn er gevallen onderzocht waarbij bedrijven gedurende vijf of tien jaar actief zijn in een bepaald land en niet één dollar winst boeken of zelfs contstante verliezen aangeven, maar tegelijkertijd, in andere rechtsgebieden, meestal belastingsparad Een wijze man zei ooit: “Belasting is de prijs die je betaalt als je in een beschaafde maatschappij wil leven.” ijzen, gigantische winsten boeken. Volgens schattingen is het overgrote deel, tot 60 procent van alle inkomsten die Afrika verliest, afkomstig van dit soort commerciële belastingontduiking door multinationals. Die de achterpoortjes in belastingsregimes en het gebrek aan transparantie in belastingsparadijzen misbruiken om de in Afrika gemaakte winsten af te romen en door te sluizen naar belastingsparadijzen.
Hebben Afrikaanse leiders te winnen bij meer fiscale rechtvaardigheid? Alvin Mosioma: Goed bestuur en corruptie zijn inderaad heikele punten in Afrika. Maar laat mij toch twee tegenvoorbeelden geven. Tot enkele jaren geleden was Kenia erg afhankelijk van internationale hulp. Als dan donorhulp werd verduisterd door regeringsleden of overheidsambtenaren, dan luidde het in de kranten. “X aantal dollar van de Wereldbank of van DIFID is gestolen”. De gewone man in de straat zag het verband niet. Hij wist niet dat het hier om geleend geld ging en dat deze fondsen uiteindelijk moesten terugbetaald worden, na vijf of tien jaar. Maar, en dat is onder meer dankzij ons werk, wanneer er vandaag weer een schandaal uitbreekt en de kranten koppen hoeveel belastinggeld er wel is verduisterd, dan schieten de burgers wél in actie. Nu beseffen zij dat het om geld draait dat uit hun zakken is geklopt. Het zijn centen die zij anders hadden kunnen gebruiken om het schoolgeld te betalen voor hun kinderen of voor werken aan hun huis. Vandaag heerst er grotere woede bij burgers om dit soort mistoestanden. Dat merk je bijvoorbeeld aan de boze oproepen van burgers op lokale zenders.
Laat ons bovendien toch niet alleen focussen op de gauwdieven en het groot geboefte laten lopen. Want dat is wat er gebeurt wanneer men over corruptie in Afrika spreekt. Bij corruptie is er een vraag- én een aanbodzijde. Het geld dat gestolen wordt in Afrika, blijft daar niet. Neen, het wordt bewaard in Zwitserse banken en belastingsparadijzen zoals Jersey en de Kaaimaneilanden. Daar bevindt zich het gestolen geld uit Afrika. En daarom vinden wij het belangrijk te onderzoeken wat de geografie is van corruptie en welke financiële infstractuur mensen in staat stelt om Afrika te plunderen en dit geld te versluizen naar offshore belastingsparadijzen in Europa.
Heeft het “Extractive Industries Transparency Initiative” geholpen?
Alvin Mosioma: Initiatieven zoals “Publish what you pay” of het EITI zijn erop gericht bedrijven te dwingen royalties en taksen aan te geven die zij betaald hebben aan overheden. Wat wij vragen, is dat men niet alleen aangeeft wat men betaalt, maar ook en vooral wat men had moeten betalen. Dat is voor ons even belangrijk. Als een bedrijf bijvoorbeeld zegt dat het geen winst heeft gemaakt en dus geen belastingen betaalt, dan heeft het volgens EITI zijn huiswerk netjes gemaakt. Men is transparant. Wij vinden dat men dieper moet gaan en onderzoeken of de winsten die bedrijven aangeven correct zijn. Transparantie mag zich niet beperken tot het bekend maken van hoeveel men betaalt. Neen, er moet onderzocht worden of de cijfers die gebruikt zijn om de winst te berekenen, de juiste zijn en of er vermoedens zijn van het versluizen van winsten. Dat is veel essentiëler. Welke oplossingen ziet u?
Alvin Mosioma: Er is geen zaligmakend redmiddel. Er moet op verschillende niveaus worden gewerkt. Lokaal, met burgers en gemeenschappen. Op nationaal niveau moeten problemen aangepakt worden zoals het overwicht van BTW in de nationale belastingsregimes en de nood aan meer progressieve belastingen. Op regionaal niveau moet men landen zover brengen dat ze samenwerken om hun belastingregimes te harmoniseren zodat ze niet uitmonden in een race to the bottom en vervallen in een heuse belastingsstrijd. Ten slotte moeten we op wereldniveau ervoor zorgen dat er meer transparantie is in de manier waarop multinationals hun winsten aangeven. Alleen zo kunnen we er zeker van zijn dat de winsten gerapporteerd worden in de landen waar ook hun economische activiteiten plaatsvinden. Alleen zo kunnen de landen waar belastingen worden betaald, investeren in hun ontwikkeling.
Ik voorzie een toekomst waarin de wereld zich niet verhoudt tot Afrika als een donor, als een leverancier van ontwikkelingshulp, maar waarin Afrika een gelijke partner is. Op alle vlakken. Het mag niet langer een partnerschap zijn waarin wij krijgen en jullie geven. Dat is het doel van mijn werk. Dat houdt mij gaande. Afrika helpen de middelen op te halen die nodig zijn om de eigen ontwikkeling te financieren. Alleen dan kan Afrika onafhankelijk worden van alle buitenlandse hulp.
http://www.mo.be/opinie/alvin-mosioma-voor-elke-dollar-die-afrika-binnenkomt-vloeien-er-tien-weg